direct naar inhoud van Artikel 16 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Dongen Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001

Artikel 16 Recreatie - Dagrecreatie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie-Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'manege': een manege;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondendressuurterrein': een hondendressuurterrein;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - speelboerderij': een bedrijfsmatig geëxploiteerde speel- en kinderboerderij alsmede kleinschalig kamperen tot een maximum van 25 seizoensgebonden standplaatsen en 15 vakantiehuisjes die uitsluitend gedurende het zomerseizoen worden geplaatst, alsmede horecavoorzieningen, uitsluitend ten dienste van en onder geschikt aan het gebruik als speel-, kinder- en kampeerboerderij;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven': een scoutingterrein met verenigingsgebouw;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': volkstuinen;
  • f. overige dagrecreatieve voorzieningen;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.
16.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

16.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - speelboerderij' mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. op de gronden zijn geen bedrijfswoningen toegestaan met dien verstande dat:
    • 1. op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - speelboerderij' ten hoogste twee bedrijfswoningen zijn toegestaan;
    • 2. op de gronden met de aanduiding 'manege' ten hoogste één bedrijfswoning is toegestaan;
  • c. de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen)   6 m   10 m   200 m²/750 m³  
bijgebouwen bij een bedrijfswoning, inclusief overkappingen / per woning   3,5 m   7 m   80 m²  
overige gebouwen en overkappingen op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie -speelboerderij'   6 m   10 m   75 % van het bouwvlak  
overige gebouwen en overkappingen op gronden met de aanduiding 'manege'   6 m   10 m   30 % van het bestemmingsvlak  
gebouwen en overkappingen op gronden met de aanduiding 'volkstuinen'   3,5 m   6 m   5 % van het bestemmingsvlak  
gebouwen en overkappingen op gronden met de aanduiding 'verenigingsleven'   4 m   8 m   15 % van het bestemmingsvlak  
gebouwen en overkappingen op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondendressuurterrein'   3,5 m   6 m   60 m²per bestemmingsvlak  
gebouwen en overkappingen op gronden zonder aanduiding   3,5 m   6 m   5 % van het bouwvlak  
bouwlagen onder peil       maximaal 1 bouwlaag uitsluitend onder het hoofdgebouw  
  • d. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 m;
  • e. de goothoogte van bedrijfswoningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de bedrijfswoning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de bedrijfswoning ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.
16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten, vlaggenmasten en antennes bedraagt ten hoogste 10 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m;
  • d. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 60 m².

16.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. het gebruiken van een aan- of uitbouw of bijgebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  • b. het gebruiken van een bijgebouw ten behoeve van bewoning is niet toegestaan;
  • c. de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • d. het gebruiken van de gebouwen en overkappingen op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-speelboerderij' ten behoeve van ondergeschikte horeca is toegestaan tot een vloeroppervlakte van maximaal 710 m².
16.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 16.3 onder a voor het bieden van mantelzorg in een bedrijfswoning, aan- of uitbouw of een bijgebouw bij de woning, met inachtneming van het volgende:

  • a. ontheffing wordt slechts verleend ter plaatse van percelen waarop krachtens het plan een woning is toegestaan die ook feitelijk aanwezig is;
  • b. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • c. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een medische noodzaak, onderschreven door een indicatie-orgaan;
  • d. per woning is slechts 1 aan- of uitbouw of bijgebouw tot een maximale omvang van 80 m² als mantelzorgruimte toegestaan;
  • e. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.