Plan: | Soemeersingel - Rector Nuijtsstraat, Helenaveen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0762.BP201103-C001 |
Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "Soemeersingel - Rector Nuijtsstraat, Helenaveen" van de gemeente Deurne.
Helenaveen was in het verleden (tot 20 jaar geleden) nog een bloeiend centrum van glastuinbouw. De (glas)tuinbouw in Helenaveen is een planmatig vervolg op de verveningen. De aanwijzing van de Deurnese Peel tot beschermd natuurgebied met bijbehorende (onduidelijke) wet- en regelgeving -zoals 'externe werking'- met name op het gebied van hydrologie en daarnaast de ontwikkeling van het landinrichtingsproject “Peelvenen”, heeft de glastuinbouw in en rond Helenaveen jarenlang als het ware 'op slot' gezet en gehouden. Bedrijfsontwikkeling, schaalvergroting en bedrijfsopvolging kwamen tot stilstand en teloorgang dreigde.
In het kader van de uitvoering van het landinrichtingsproject Peelvenen zijn de dichtstbij de natuurgebieden gelegen glastuinbouwbedrijven op onteigeningsbasis gesaneerd. De overgebleven bedrijven hebben zich vervolgens verenigd en hebben samen met een adviseur van ZLTO en een breed samengestelde begeleidingsgroep een herontwikkelplan voor de glastuinbouw in Helenaveen opgesteld.
Het plan omvat de componenten saneren, herstructureren en doorontwikkelen. Dit plan werd beloond met de ZLTO-innovatieprijs. Omdat dit herontwikkelplan onvoldoende onderbouwd was voor een succesvol planologisch en bedrijfseconomisch traject heeft de gemeente Deurne het initiatief naar zich toe getrokken.
In 2006 is een saneringsplan voor de glastuinbouw opgesteld (Rapport Gebiedsontwikkelingsvisie Helenaveen, 2006). Zie navolgende afbeelding.
Gebleken is dat als gevolg van zowel de economische crisis als de marktcrisis de onderdelen herstructureren en (beperkt) doorgroeien in de glastuinbouw niet tot ontwikkeling komen. Voor het onderdeel saneren is, mede als gevolg van de provinciale saneringsregeling, wel belangstelling.
Het inzetten van saneringsgelden en het ontwikkelen van een aantal woningbouwkavels kunnen tot een belangrijke kwalitatieve ruimtelijke ontwikkeling leiden.De aanhoudende economische crisis heeft inmiddels de woningbouwmarkt stevig in haar greep. Daarbij is ook de vraag naar grote woningbouwkavels weggevallen.
Voorliggend plan betreft de sanering van glastuinbouw ten noorden van de Oude Peelstraat, genummerd 1 t/m 4 op de uitsnede saneringsplan.In dit plan is tevens de sanering opgenomen van het gevestigde transportbedrijf Rector Nuijtsstraat 6A, nr. 5 op afbeelding. Deze locaties 1 t/m 5 zijn inmiddels gesaneerd.
Transportbedrijf Arts Soemeersingel 47, no 6 op afbeelding,blijft bestaan omdat sanering ervan niet haalbaar is gebleken.
Het doel van voorliggend bestemmingsplan is:
Topografische situatie
Navolgende afbeelding geeft de topografische ligging weer.
TOPOGRAFISCHE SITUATIE
Het plangebied ligt in de bovenbocht van de kromming van de Helenavaart en de Soemeersingel.
Kadastrale situatie
De volgende afbeelding geeft de kadastrale situatie weer. Tevens is de plangrens van dit bestemmingsplan ingetekend. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 12,8 ha.
KADASTRALE SITUATIE
Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan "Kom Helenaveen, 1e herziening":
Navolgende afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende plankaart. De ligging van het plangebied is aangegeven.
UITSNEDE PLANKAART VIGEREND BESTEMMINGSPLAN
Binnen het plangebied gelden de volgende bestemmingen.
G.O. 1
Gedeputeerde Staten (GS) hebben gedeeltelijk goedkeuring onthouden (G.O.) aan artikel 11, 'Agrarisch gebied, kassen toegestaan' (Agk), met name aan artikel 11.1.b en artikel 11.2.2. In voorliggend bestemmingsplan vervalt artikel 11, en is de doorwerking van de onthouding van goedkeuring niet meer aan de orde.
G.O. 2
GS hebben eveneens goedkeuring onthouden aan de bestemming 'Agrarisch gebied, kassen toegestaan' ter plaatse van de bestaande bospercelen. GS zijn van oordeel dat deze een "natuurbestemming" moeten krijgen. Dit bestemmingsplan voorziet hierin.
Conclusie
De essentie van dit plan is de sanering van de glastuinbouw en het transportbedrijf Rector Nuijtsstraat 6A.
Dit betekent:
Bovendien worden drie nieuwe burgerwoningen bestemd.
Dit rapport is voorts als volgt opgebouwd.
In hoofdstuk 2 is een gebiedsanalyse van het plangebied en omgeving opgenomen.
Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het feitelijke (steden)bouwkundig plan beschreven.
Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van het beleid waaraan het plan moet voldoen. Hoofdstuk 5 vervolgt met de met het plan samenhangende uitvoeringsaspecten milieu, waarden en water.
De financiële aspecten komen in hoofdstuk 6 aan bod.
Hoofdstuk 7 beschrijft de juridische aspecten (planregels en plankaart).
Hoofdstuk 8 tot slot bevat een rapportage van de resultaten van de procedure.
Dit hoofdstuk geeft een ruimtelijk-functionele analyse van het plangebied. Achtereenvolgens:
De cultuurhistorische elementen uit het beschermd dorpsgezicht zijn nader uitgewerkt in de studie ‘De Harmonie van Helenaveen’. De historische harmonie van vaarten, lanen en velden / kamers is in het cultuurhistorisch-ruimtelijk systeem vervat. Zie hiernavolgende afbeelding.
HET CULTUURHISTORISCH-RUIMTELIJK SYSTEEM HELENAVEEN
Op de afbeelding zijn ook de oorspronkelijke functies van de veenkolonie langs de Helenavaart aangegeven, zoals de directeursvilla, de scheepswerf, de kerken, alsmede de ‘keuterboerderijen’ van de veenwerkers.
De hoofdlijnen van de structuur zijn de Helenavaart en de loodrecht daarop gelegen vaarten en wegen/lanen.
Plangebied
Het plangebied is onderstaand vergroot weergegeven.
PLANGEBIED BINNEN HET CULTUURHISTORISCHE SYSTEEM
De bepalende cultuurhistorische 'erfenis' bestaat uit:
Situatie omstreeks 1900
Onderstaande afbeelding toont de topografische situatie omstreeks 1900.
TOPOGRAFISCHE SITUATIE 1900
Op dat moment ontbreekt nog de waterwiek langs de turfstrooiselfabriek alsmede bijbehorende personeelswoningen. Ter plaatse van de fruittuin is sprake van een verkaveling in kleine percelen.
De kamers van Helenaveen
Binnen het patroon van de vaarten en lanen zijn velden / kamers gelegen. Het bestemmingsplan Helenaveen is hierop gebaseerd. De vaarten en lanen zijn vervat in de bestemming Hoofdgroenstructuur. Voorts is per kamer een nadere functionele ontwikkeling voorzien.
Onderscheiden zijn:
soort kamer | omschrijving | |
woonkamer | in deze kamer ligt het accent op woonbebouwing, voorzieningen en niet-agrarische bedrijvigheid | |
werkkamers | dit zijn kamers in gebruik voor land- en tuinbouw, met een onderscheid naar: • kamers met kassen • kamers zonder kassen |
|
natuurkamers | hierbinnen is sprake van een omschakeling van agrarisch grondgebruik naar natuur | |
overige kamers | hierbinnen zijn bijzondere functies gelegen, zoals de directeursvilla en de kerkhoven |
Voorliggend plan voorziet in een functieverandering:
bestaande functies | nieuwe functies | |
kamer 8 | werkkamer met kassen | • deels wonen • deels werkkamer zonder kassen |
kamer 9 | werkkamer met kassen en wonen | • kassen zijn vervallen, overigens menging van werken en natuur |
kamer 11 | werkkamer met kassen | • oostelijk deel zonder kassen • westelijk deel onveranderd met kassen |
ruimtelijke hoofdstructuur
INDELING KAMERS
Ten behoeve van het plan is het terrein ingemeten qua hoogteligging, aanwezige bebouwing en beplanting. Deze inmeting vormt de ondergrond voor de kaarten.
Onderstaande afbeelding en bijlage 1 geven de bestaande toestand van de directe omgeving en het plangebied weer.
BESTAANDE TOESTAND
Bouwen in Helenaveen is zowel bouwen in de cultuurhistorische context, als dichtbij de natuur. Daarom is de natuurlijke gesteldheid (onderste laag) van groot belang.
![]() GEOMORFOLOGIE |
Het plangebied maakt deel uit van een veenkoloniale ontginningsvlakte. | |
![]() BODEM |
|
De bodem bestaat in het oostelijk deel van het plangebied uit veengronden: zand ondieper dan 120 cm, en in het westelijke deel uit moerige bovengrond. |
HOOGTEN EN WATERLOPEN
Er is sprake van relatief grote hoogteverschillen. Ten opzichte van de omringende wegen loopt het maaiveld geleidelijk circa 1,5 meter naar beneden. Hoe lager het maaiveld hoe hoger de grondwaterstand.
De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de locatie waar drie nieuwe woningen zijn toegestaan ligt tussen de 31,5 en 32,5 m +NAP.
De Soemeersingel vormt de hoofdontsluiting. Het is een circa 5 meter brede asfaltweg met relatief smalle bermen langs de Helenavaart. De Soemeersingel vormt de verbinding van Helenaveen met Griendtsveen. De panden en percelen erlangs wegen direct op de weg uit.
De Rector Nuijtsstraat, een asfaltweg van circa 3 meter breed, vormt een lusvormige nevenontsluiting vanaf de Soemeersingel.
Langs de noordrand van het bosje ligt een onderhoudsstrook van de waterloop ter plaatse. In het plangebied liggen geen paden.
Binnen het plangebied lagen vier tuinbouwbedrijven met kassen die alle vier gesaneerd zijn. De erbij behorende bedrijfswoningen blijven behouden.
Het voormalige transportbedrijf Rector Nuijtsstraat 6a (Van Esseveldt & Loomans Transport) omvatte een opstelplaats en een bedrijfsgebouw voor kantoor en onderhoud materieel. Dit transportbedrijf is gesaneerd. Het bedrijfsperceel krijgt de bestemming Wonen.
Het transportbedrijf Soemeersingel 47 (Jan Arts) omvat een bedrijfsperceel en bedrijfswoning met een aangebouwd bedrijfsgebouw voor kantoor en onderhoud materieel. Verplaatsing van het bedrijf is niet haalbaar gebleken.De vigerende bestemming wordt onveranderd overgenomen.
Het bestaande bedrijfsperceel heeft een omvang van 4832 m² Hierop staat een bedrijfswoning met een aangebouwd bedrijfsgebouw.De bedrijfswoning met aangebouwd bedrijfsgebouw voor kantoor en onderhoud is als 'Wonen – met cultuurhistorische waarde' bestemd. Het aangebouwde bedrijfsgebouw heeft een oppervlak van ca. 175 m² bvo.
Bij de bestaande bedrijfssituatie behoort een hindercirkel van 100 m uitgaande van transportbedrijven met een oppervlak vanaf 1000 m². Binnen deze 100 m zijn geen nieuwe ontwikkelingen gelegen.
Er liggen twee voorzieningen in de zuidwesthoek van kamer 9:
In het plangebied staan 12 woningen:
Op het adres Soemeersingel 51 staat een noodwoning. Op deze woning is het persoonsgebonden overgangsrecht van toepassing. Voor de noodwoning geldt geen woonbestemming.
De beplanting binnen het plangebied is ingemeten, zoals weergegeven op onderstaande afbeelding.
INMETING GROEN
Ten behoeve van dit bestemmingsplan is deze als volgt onderscheiden:
In de Kadernota Bomenbeleid zijn de bestaande bomen gewaardeerd. Zie paragraaf 4.3.5.
Zie onderstaande afbeelding.
BESTAAND WATERSYSTEEM
De Helenavaart en de vaart (wiek) langs de Rector Nuijtsstraat behoren tot het cultuurhistorische hoofdwatersysteem van Helenaveen. Binnen het plangebied ligt een patroon van sloten rond de bospercelen.
Het plangebied watert af naar het slotenpatroon ten westen van het plangebied. Dit westelijke slotenpatroon sluit aan op het verlengde van de vaart/wiek langs de Rector Nuijtsstraat die in rechtstreekse verbinding staat met de Helenavaart.
Het peil in de Helenavaart varieert gedurende het jaar relatief weinig. De genoemde sloten zijn jaarrond watervoerend, met afwatering op c.q. voeding vanuit de Helenavaart. Sprake is van één samenhangend watersysteem, gekoppeld aan de Helenavaart.
Binnen het plangebied liggen geen doorgaande leidingen en kabels, maar alleen reguliere huisaansluitingen.
Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de bouw van nieuwe woningen. Mogelijke belemmeringen zijn op kaart 1, bijlage 1 aangeduid. Het betreft de volgende objecten.
Wegen
Bedrijven
Voorzieningen
Routes gevaarlijke stoffen
Bevi-objecten
Radarverstoringsgebied
Over het gehele plangebied is een zogenaamd radarverstoringsgebied gelegen. Dit gebied dient om het ongestoord functioneren van radar- en communicatieapparatuur op het militaire luchtvaartterrein Volkel te waarborgen. Binnen dit gebied dient voor ieder obstakel hoger dan 114 meter boven NAP berekend te worden of verstoring van de radar optreedt. Naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Barro is de begrenzing van het gebied gewijzigd (het radarverstoringsgebied is nu gesitueerd over het gehele plangebied), derhalve is de begrenzing van het nieuwe radarverstoringsgebied op de verbeelding opgenomen en is hiervoor een regeling in de regels opgenomen.
Binnen het plangebied komen geen obstakels voor met een hoogte van 114 meter of groter.
In hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten worden de belemmeringen nader toegelicht.
In het kader van dit bestemmingsplan zijn de volgende waarden van belang.
Archeologie en cultuurhistorie
Er zijn geen archeologische waarden aanwezig. De cultuurhistorie vormt uitgangspunt voor onderhavig plan.
Rijksmonumenten
Gemeentelijke monumenten
De kwaliteiten en bouwmogelijkheden zijn beschreven in het rapport 'De Harmonie van Helenaveen'. Dit rapport is ook van toepassing op onderhavig plan. Uitgangspunt is dat de nieuwe woningen gebouwd worden in de cultuurhistorische eigenheid van Helenaveen. Meer specifiek gelden voor het plangebied de volgende sterke en zwakke punten.
Sterke punten
Het plangebied met omgeving vormt een zeer sfeervolle locatie. De bepalende elementen daarbij zijn:
Zwakke punten
De gebiedsanalyse leidt tot de volgende relevante punten voor de planvorming.
Na voorgaande inventarisatie en analyse volgt in dit hoofdstuk de beschrijving van het feitelijke plan. Achtereenvolgens:
STEDENBOUWKUNDIG PLAN
De randvoorwaarden zijn harde eisen, gebaseerd op het saneringsplan glastuinbouwbedrijven en het geldende beleid (hoofdstuk 4). Uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling zijn geïnspireerd op de gebiedskenmerken (hoofdstuk 2) en de ambitie van de ontwikkelingen.
Randvoorwaarden
Uitgangspunten
Helenaveen is een beschermd dorpsgezicht. Het is de enige veenkolonie in Zuid- Nederland. De eigenheid/identiteit/harmonie van Helenaveen wordt bepaald door:
Vanwege de gaafheid van deze landschappelijke elementen is Helenaveen als beschermd dorp aangewezen. Deze basiselementen vormen ook uitgangspunt voor de ontwikkeling van het plangebied.
De nieuwe ontwikkelingen behelzen enerzijds het slopen van de kassen en de bedrijfsgebouwen Rector Nuijtstraat 6A. Dit leidt tot een herstel van het cultuurhistorische landschap.
Anderzijds worden er drie nieuwe woningen gebouwd op het eigendom van ASR. Dit is de ruimte tussen de Willem de Zwijgerhoeve en de Rector Nuijtsstraat 5 en 7. Zoals de topografische situatie rond 1900 toont dat toen sprake is geweest van een verkaveling van de plek in kleinere percelen cq fruittuinen. Binnen het plangebied zijn geen gronden beschikbaar die om redenen van zowel historie als eigendom beter geschikt zijn voor de drie nieuwe woningen.
Met betrekking tot de historische fruittuinen is nog het volgende overwogen.
Conclusie
Er is voor gekozen de drie nieuwe woningen te bouwen op het eigendom van ASR en bij de inrichting te refereren aan de historische fruittuinen door de aanplant van fruitbomen op de nieuwe woonpercelen.
De ruimtelijke structuur is nader uitgewerkt op de inrichtingsschets, zoals weergegeven op kaart, bijlage 2.
Onderscheiden zijn de aspecten:
Sprake is van een omgeving met veel water. Het historische patroon / de hiërarchie van waterlopen bestaat uit de Helenavaart, de vaart/wiek langs de Rector Nuijtsstraat en de veldsloten.
PROFIELEN
Het slotenpatroon binnen het plangebied blijft gehandhaafd.
De sloten liggen thans overwegend op de erfgrenzen, hetgeen ook voor de nieuwe situatie zal gelden.
De Soemeersingel is een gebiedsontsluitingsweg c.q. verzamelstraat voor de wijdere omgeving. De Rector Nuijtsstraat is een erfontsluitingsstraat voor de aanliggende percelen.
De drie nieuwe woningen worden ontsloten op de Rector Nuijtsstraat.
Op de inrichtingsschets zijn ook veldpaden rond de bestaande bosjes als mogelijkheid aangeduid.
Parkeren
Voorzien wordt in minimaal twee parkeerplaatsen (exclusief garage) per nieuwe woning, overeenkomstig de gemeentelijke parkeernota 2013.
Uitgangspunt is dat de bestaande bedrijfsgebouwen (kassen en transportbedrijven) binnen de planperiode gesaneerd worden. De bestaande bedrijfswoningen blijven behouden.
De verplaatsing van het transportbedrijf Jan Arts is niet haalbaar gebleken. In voorliggend plan blijft daarom de vigerende bedrijfsbestemming gehandhaafd. De juridische regeling voorziet in de mogelijkheid om in geval van verplaatsing van het bedrijf, andere bedrijven in de milieucategorie 1 of 2 en/of recreatief gebruik mogelijk te maken.
Uitgangspunt voor het verkavelingsplan is een inrichting die zowel de cultuurhistorische als de landschappelijke waarden respecteert. De cultuurhistorische percelen met het kerkensemble, de keuterboerderijen en de beambtewoning zijn apart aangeduid.
De drie nieuwe woningen zijn gelegen ter plaatse van een bestaande kas op grond in eigendom van ASR.
Bebouwingsgrenzen
Voor de nieuw te bouwen woningen geldt als afstand tot de Rector Nuijtsstraat een maat van 15 meter. Hiermee ontstaat een ruime landschappelijke inpassing, zoals op de foto's in paragraaf 3.4.4 weergegeven. Deze maat biedt ruimte voor het planten van fruitbomen in de voor- en achtertuinen.
Voorts geldt voor het hoofdgebouw een bouwvlak met een breedte van maximaal 15 meter langs de Rector Nuijtsstraat en een diepte van maximaal 8 meter. Voor de bestaande woningen is een bouwvlak op de verbeelding getekend.Omdat de definitieve locaties van de nieuwe woningen nog niet vaststaan, zijn die bouwvlakken verbaal geregeld. Wel is in de regels opgenomen, dat de voorgevel in de gevellijn moet worden gebouwd. Ook de onderlinge afstanden en de afstanden tot de perceelgrenzen zijn verbaal geregeld. Daarmee wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de methodiek die voor de woningen met cultuurhistorische waarden in Helenaveen geldt.
Het groen wordt bepaald door:
Lanen
De Soemeersingel en Helenavaart worden aan de buitenzijden begeleid door een laanstructuur met eikenbomen. Op een aantal plaatsen ontbreken bomen. Deze "gaten" moeten hersteld worden met nieuwe aanplant. Het verschil in leeftijd van de bomen is minder bezwaarlijk dan geen boom.
Ook de laanbeplanting langs de Rector Nuijtsstraat - deels eiken, deels linden - vraagt herstel door nieuwe aanplant.
Bosjes
De bestaande bosjes binnen het plangebied zijn niet in het provinciale Natuurbeheerplan ambitiekaart 2011 opgenomen. In onderhavig plan krijgen de bosjes de bestemming 'Natuur', overeenkomstig het standpunt van de provincie in het besluit "Goedkeuring onthouden".
Houtsingel
De bestaande stevige houtsingel rond kamer 8, het huidige perceel Soemeersingel 21, blijft behouden. Deze vervult een belangrijke functie als landschappelijke afscherming tussen de bebouwing en het open landschap aan de noordwestzijde van Helenaveen. Deze houtsingel is in de gemeentelijke Kadernota Bomenbeleid als waardevol aangemerkt.
Fruitbomen
Zoals in paragraaf 3.2 toegelicht zullen op de nieuwe woonkavels fruitbomen worden geplant.
NIEUWE WOONKAVELS MET FRUITBOMEN
Daarbij gelden de volgende uitgangspunten.
De juridische regeling in het bestemmingsplan is als volgt vormgegeven:
In de Welstandsnota zijn de aspecten genoemd die van belang zijn met betrekking tot het beschermde dorpsgezicht Helenaveen. Het betreft:- algemene aspecten,inrichting voorerf- en achtererf, situering bebouwing, en verschijningsvorm bebouwing.Zie ook paragraaf 4.3.6. Hierna worden achtereenvolgens toegelicht:
Zie navolgende afbeelding.
Het plangebied vormt een deel van het beschermd dorpsgezicht Helenaveen. Het gebied is rijk aan cultuurhistorische elementen: de Helenavaart, de vaart met de voormalige turfstrooiselfabriek, het protestants kerkje in de lange as over de Helenavaart naar de directeursvilla, de drie voormalige keuterboerderijen aan de Rector Nuijtsstraat.
Pas na 1960 zijn in dit gebied kassen verrezen met bedrijfswoningen en twee transportbedrijven. Voorliggend plan is gericht op sanering van vier tuinbouwbedrijven met kassen en een transportbedrijf. Het andere transportbedrijf blijft bestaan. Het resultaat daarvan is dat een relatief zuiver stukje cultuurhistorisch Helenaveen tevoorschijn komt, met die speciale sfeer van Helenaveen waar Rowwen Hèze over zingt.
De sfeer van de openbare ruimte wordt bepaald door het water, de hoge bomen en de historische bebouwing/monumenten (kerk, fabriek, keuterboerderijen). Het geheel vormt een zeer sfeervol, maar gevoelig gebied.
In het plangebied staan waardevolle cultuurhistorische gebouwen:
Buiten het plangebied staat de oude turfstrooiselfabriek Rector Nuijtsstraat 13/13A (Rijksmonument) die tezamen met de personeelswoning Rector Nuijtsstraat 12 op de provinciale Cultuurhistorische waardenkaart als complex van cultuurhistorisch belang is aangewezen.
HISTORISCHE BEBOUWINGSTYPOLOGIE
Om de cultuurhistorische erfenis zoveel mogelijk te behouden zal de nieuwbouw relatief bescheiden en ingetogen moeten blijven. De nieuwbouw omvat alleen woningen. Het is cultuurhistorisch het meest gewenst om de nieuwe woningen qua typologie te laten aansluiten bij de historische woningen in het plangebied.
Kenmerkend voor het cultuurhistorische Helenaveen zijn de heldere, eenvoudige volumes met weinig aanbouw. Daarom wordt de basisvorm keuterboerderij gekozen als het uitgangspunt voor de nieuwe woningen.
Rekening houdend met de eisen van het Bouwbesluit, gelden voor de hoogten de volgende maten:
Voor wat betreft de aan- en bijgebouwen gelden dezelfde regels die in het bestemmingsplan Helenaveen 2007 van toepassing zijn voor het bouwen van woningen op cultuurhistorisch waardevolle locaties. Zie schema hierna.
De bouwmogelijkheden volgens dit schema zijn verbaal geregeld, behoudens de aanduiding gevellijn die op de verbeelding is aangegeven.
SCHEMA BOUWVLAK CULTUURHISTORISCH WAARDEVOLLE BEBOUWING IN HET BESTEMMINGSPLAN KOM HELENAVEEN
breedgeveltype
![]() |
Specifiek voor het plangebied zijn de woningen van de werknemers van de turfstrooiselfabriek, Rector Nuijtsstraat 6 t/m 12. Deze woningen hebben een Drents/Saksisch karakter: een relatief brede voorgevel, hoge kappen met relatief lage goot en een wolfseind in de voorgevel (al of niet met dakkapel). De nok staat loodrecht op de weg. |
FOOTPRINT HISTORISCH BREEDGEVELTYPE
Langgeveltype
![]() |
De meest voorkomende keuterboerderij in cultuurhistorisch Helenaveen is van het langgeveltype: een relatief smalle voorgevel (7 meter) en een langsgevels van 12-15 meter. De kap is een zadeldak met de goot op zolderhoogte. De panden Rector Nuijtsstraat 5 en 7 en Soemeersingel 21 zijn van het langgeveltype. De nok ligt evenwijdig aan de weg. |
FOOTPRINT HISTORISCH LANGGEVELTYPE
Materialisering en kleurgebruik
De materialisering en kleurgebruik moet geschieden zoals beschreven in de Welstandsnota 2014, Categorie 20 beschermd dorpsgezicht Helenaveen: Belvedérebouwen.. Daarin zijn opgenomen criteria voor het gebied beschermd dorpsgezicht Helenaveen: historische dorpskern en veenontginningslandschap.
RECTOR NUIJTSSTRAAT 6 (BRON: RAPPORT HAPPEL EN CORNELISSE)
LANDSCHAPPELIJKE SFEER HELENAVEEN
Er wordt voor gepleit het groen in het plangebied 'landschappelijk' te houden en het beeld van de tuinen uit een reguliere woonwijk te voorkomen. Passend in de sfeer van Helenaveen gaat de voorkeur uit naar het planten van gebiedseigen bomen en struiken en in het bijzonder fruitbomen, zoals die in het oude Helenaveen veel in de tuinen stonden.
Indien een erfafscheiding gewenst is dan in ieder geval in een vorm van begroeiing, een haag of anderszins.
Ten behoeve van de herkenbaarheid en de ruimtelijke harmonie (rustig beeld) is het behoud van een clustering van de bestaande typologieën gewenst, zoals onderstaande schets toont.
SITUERING CULTUURHISTORISCHE REFERENTIES
Het beleid van de gemeente Deurne met betrekking tot duurzaam bouwen is opgenomen in het Milieubeleidsplan.
"De gemeente heeft het regionale convenant Duurzaam Bouwen ondertekend. Dit betekent dat de zogenaamde Dubo-basislijsten worden gehanteerd bij het opstellen van koop- en samenwerkingsovereenkomsten. Belangrijk is dat duurzame energie en duurzaam bouwen standaard in projectontwikkeling worden meegenomen. Door de uitvoering van het klimaatbeleid vindt een steeds betere verankering van deze thema's in de organisatie plaats.
Een extra aandachtspunt in het kader van duurzaam bouwen is het groen in de wijk. Groenvoorzieningen in de directe leefomgeving zorgen voor een hogere welzijnsbeleving."
In voorliggend plan zijn de volgende concrete maatregelen opgenomen om tot een duurzame ruimtelijke ontwikkeling te komen.
Flora en fauna
Cultuurhistorie
Water
Verkeer
Energie
Voor dit plan geldt dat het vrijstaande panden bevat op relatief grote kavels. Voor de toepassing van zonnepanelen zijn geen belemmeringen aanwezig. De mogelijkheden voor warmte-koude opslag in de ondergrond wordt bepaald door de stromingen van het grondwater, hetgeen nog nader moet worden onderzocht.
Leefmilieu
Ten behoeve van de uiteindelijke realisatie van een duurzame planontwikkeling is het essentieel dat ook de particulier en diens architect gemotiveerd zijn om deze ontwikkeling tot stand te brengen. Zie bijvoorbeeld Brabantwoning.
In april 2011 heeft de provincie Noord-Brabant de Handleiding biodiversiteit opgesteld.
Op bestemmingsplanniveau bevat de handleiding:
In voorliggend plan is hier per bestemming de volgende uitwerking aan gegeven.
Agrarisch
Deze bestemming betreft de gronden waar nu nog kassen staan. Deze gronden kunnen gebruikt worden voor tuinbouw zonder kassen, en/of grasland al of niet met (klein)vee. De gronden zijn/worden particulier bezit. Gestimuleerd kan worden de randen van de percelen langs de slootkanten als bloemrijke bermen te beheren.
Natuur
De reeds bestaande bosjes hebben deze bestemming. Het zijn relatief natte gronden. Hier valt te denken aan de stimulering van de prioritaire soorten in de gemeente, bijvoorbeeld de veenmol. De bosjes worden omgeven met een patroon van waterlopen,
Water - waterlopen
De centraal gelegen watergangen zorgen voor de ecologische verbindingen en zijn bij uitstek de dragers van de biodiversiteit. Het patroon van de sloten kan een klein ecologisch netwerk gaan vormen. Flauwe oevers van 1:3 tot 1:10 zijn van groot belang. Daarom is de breedte van deze bestemming zo groot mogelijk gekozen. Ter plaatse van de kruisingen met wegen zijn ecoduikers gewenst.
In het bijzonder kunnen langs de waterlopen prioritaire soorten voorkomen die voor de gemeente Deurne worden gestimuleerd, met name libellen.
Wonen - Cultuurhistorische waarde
Deze bestemming geldt voor de bestaande en nieuwe woningen. Alle woningen hebben royale percelen van meer dan 1.000 m². Bovendien liggen de woningen als een cluster in het omgevende landschap met weinig bebouwing. Daardoor kan maximaal geprofiteerd worden van de ecologische samenhang van het groen in de tuinen en het natuurlijke landschap. Meer bepaald leidt dat tot de volgende aanbevelingen:
In dit hoofdstuk wordt het relevante geldende beleid met betrekking tot onderhavig plan toegelicht. Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op:
Op 13 maart 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. De SVIR geeft een integraal kader voor het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid op rijksniveau, en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR worden de ambities van het Rijk tot 2040 geschetst, alsmede doelen, belangen en opgaven tot 2028. In de SVIR kiest het Rijk voor minder nationale belangen en eenvoudiger regelgeving.
SVIR bevat 13 nationale belangen die worden beschermd middels het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Deze zijn niet van toepassing op onderhavig plangebied.
Conclusie
Het plan is niet in strijd met het beleid in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
De in de SVIR opgenomen 13 nationale belangen krijgen een wettelijke grondslag in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).
De werking van het Barro is naar plaats beperkt. Onderhavig plangebied ligt niet binnen een gebied waarbinnen het Barro van toepassing is.
Conclusie
Het Barro is niet rechtstreeks van toepassing op het plan.
Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is van toepassing op het plan. Specifiek aandachtspunt is het bepaalde in artikel 3.1.6, lid 2, waarin de verplichting is opgenomen om in de toelichting op een ruimtelijk besluit voor nieuw te realiseren stedelijke ontwikkelingen bepaalde duurzaamheidsaspecten van het voornemen te motiveren; de ladder voor duurzame verstedelijking. Daarbij moet achtereenvolgens worden aangetoond of er een actuele regionale behoefte is (trede 1), deze behoefte in bestaand stedelijk gebied kan worden opgevangen (trede 2), en - in geval van een ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied - of de locatie multimodaal is of kan worden ontsloten (trede 3).
De ladder voor duurzame verstedelijking is door de provincie Noord-Brabant vastgelegd in de Verordening Ruimte. In paragraaf 4.2.2 wordt hierop nader ingegaan.
Conclusie
Het initiatief voldoet aan het Besluit ruimtelijke ordening en aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
Het overige nationale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.
Het provinciale ruimtelijk beleid is vastgelegd in de nota's:
Het plan wordt aan deze twee documenten getoetst.
Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 2010, partiële herziening 2014 in werking getreden. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van het provinciale bestuur op de ontwikkeling van Noord-Brabant.
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart. Onderhavig plangebied is aangeduid.
UITSNEDE PLANKAART STRUCTUURVISIE RUIMTELIJKE ORDENING
Analyse
Het plangebied ligt ingeklemd tussen de elementen van het kerngebied groenblauw, Helenavaart en het natuurgebied Deurnsche Peel en Mariapeel ten noorden van de Rector Nuijtsstraat.
Beleid
Het plangebied zelf heeft de aanduidingen:
Het plangebied ligt op een samenkomst van meerdere belangen. Het doel van dit plan is de sanering van bestaande glastuinbouw en de versterking van de cultuurhistorische en natuurlijke waarden.
Conclusie
Voorliggend plan is niet in strijd met de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.
Op 19 maart 2014 is de Verordening ruimte 2014 in werking getreden. Deze Verordening stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.
Het bestemmingsplan moet aan de Verordening voldoen. Onderhavig plan omvat de sanering van vier glastuinbouwbedrijven en een transportbedrijf. Voorts voorziet het plan in de bouw van drie nieuwe vrijstaande woningen.
De verordening maakt onderscheid in structuren en aanduidingen. De onderstaande structuren en aanduidingen, met bijbehorende artikelen zijn van belang voor het plangebied:
Algemeen
Artikel 3. Bevordering ruimtelijke kwaliteit
Structuren
Artikel 5. Ecologische hoofdstructuur (grenzend aan plangebied)
Artikel 6. Groenblauwe mantel
Artikel 7. Gemengd landelijk gebied
Aanduidingen
Artikel 8. Zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling
Artikel 11. Ecologische verbindingszone
Artikel 12. Attentiegebied ecologische hoofdstructuur
Artikel 18. Behoud en herstel van watersystemen (grenzend aan plangebied)
Artikel 22. Cultuurhistorisch vlak
Artikel 24. Complex van cultuurhistorisch belang
Artikel 25. Beperkingen veehouderij
Artikel 31. Sanerings- en verplaatsingslocatie
Het plan wordt hierna aan deze artikelen getoetst.
Artikel 3 - Bevordering ruimtelijke kwaliteit
De sanering van de kassen van vier tuinbouwbedrijven en een transportbedrijf wordt gezien als ruime kwaliteitsverbetering van het landschap.
Artikel 5 - Ecologische hoofdstructuur
Onderstaande afbeelding geeft de uitsnede van de plankaart Natuur en landschap. Het plangebied is aangeduid.
UITSNEDE PLANKAART NATUUR EN LANDSCHAP
Van belang is dat:
Artikel 6 - Groenblauwe mantel
Zie de afbeelding bij artikel 5.
Kamer 11 ligt binnen een gebied dat is aanduid als groenblauwe mantel. In kamer 11 wordt alleen een bestaand glastuinbouwbedrijf wegbestemd. De bestaande bedrijfswoning wordt burgerwoning. Hier komen geen nieuwe woningen. In kamer 11 wordt de bestemming 'Agrarisch gebied kassen toegestaan' gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch'. Van toepassing is artikel 6.1 Verordening ruimte.
Artikel 6.1. Bescherming van de groenblauwe mantel
ad lid 1 | In voorliggend plan vervalt de bestaande kas. Overigens blijft op de locatie het gebruik voor tuinbouw in de open grond bestaan. In de bestemming 'Agrarisch' is opgenomen dat de gronden tevens bestemd zijn voor het behoud en herstel van de ecologische, hydrologische en landschappelijke waarden. |
Artikel 7 - Gemengd landelijk gebied
Onderstaande afbeelding geeft de uitsnede van de plankaart Agrarische ontwikkeling en windturbines weer. Het plangebied is aangeduid.
UITSNEDE PLANKAART AGRARISCHE ONTWIKKELING EN WINDTURBINES
Van belang is dat:
De bestemmingen binnen de kamers 8 en 9 worden 'Agrarisch', 'Natuur' en 'Wonen - Cultuurhistorische waarde' en zijn niet in strijd met artikel 7. De bedrijfswoningen worden burgerwoningen.
Artikel 8 - Zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling
Onderstaande afbeelding geeft de uitsnede van de plankaart Stedelijke ontwikkeling weer. Het plangebied is aangeduid.
UITSNEDE PLANKAART STEDELIJKE ONTWIKKELING
De kamers 8 en 9 liggen binnen het zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling. Van toepassing is artikel 8.1.
Binnen kamer 8 komen drie nieuwe woningen.
Artikel 8.1 Stedelijke ontwikkeling in zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling
lid 1 | Voorliggend plan bevat een toelichting met een verantwoording van de achtergronden van dit plan. |
lid 2 | Dit plan sluit aan op de bestaande bebouwingsstructuur. Het inrichtingsplan is gebaseerd op het cultuurhistorisch-ruimtelijk patroon van het beschermd dorpsgezicht Helenaveen. Tevens worden de natuurlijke kwaliteiten gerespecteerd, in het bijzonder voor wat betreft de waterlopenstructuur. |
lid 3 | De basis voor onderhavig plan vormt het Saneringsplan glastuinbouw uit 2006. De nieuwe woningen vormen de kostendrager voor het saneren van de bedrijven. Artikel 4.3 van de Verordening wordt is van toepassing. |
Artikel 4.3 Regels voor nieuwbouw van woningen
In paragraaf 4.3.3 is het gemeentelijke woningbouwbeleid toegelicht.
Artikel 11 - Ecologische verbindingszone
De ecologische verbindingszone betreft de Helenavaart. Voorzover gelegen binnen het plangebied is deze zone apart aangeduid als ecologische verbindingszone. De voorgenomen ontwikkelingen binnen het plangebied hebben daar geen negatieve invloed op.
Artikel 12 - Attentiegebied ecologische hoofdstructuur
Voorliggend plangebied ligt geheel binnen attentiegebied ecologische hoofdstructuur. Van toepassing is artikel 12.1.
Artikel 12.1 Attentiegebied ecologische hoofdstructuur
lid 1 | Behoud en versterking van het waterhuishoudkundige systeem vormt een van de uitgangspunten in voorliggend plan. Zie hoofdstuk 3 Plan. |
lid 2 | In de bestemmingsregeling is de gebiedsaanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied zoekgebied ecologische verbindingszone / watersystemen' opgenomen met bijbehorende omgevingsvergunningplicht, conform de regels van artikel 12.1 lid 2 van de Verordening. |
lid 3 | In de regels van de gebiedsaanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied zoekgebied ecologische verbindingszone / watersystemen' is ook de voorwaarde van het horen van het waterschapsbestuur opgenomen. |
lid 4 | De werkzaamheden, die behoren tot het normale beheer en onderhoud vallen niet onder de regels als bedoeld in lid 2. |
Artikel 18 - Behoud en herstel van watersystemen
Zie de afbeelding bij artikel 5.
De Helenavaart is aangeduid als zoekgebied voor het behoud en herstel van watersystemen. De Helenavaart ligt niet binnen het plangebied, en de ontwikkelingen in het plangebied hebben geen negatieve invloed op het watersysteem.
Artikel 22 - Cultuurhistorisch vlak
Onderstaande afbeelding geeft de uitsnede van de plankaart Cultuurhistorie weer. Het plangebied is aangeduid.
UITSNEDE PLANKAART CULTUURHISTORIE
Het gehele plangebied is aangeduid als cultuurhistorisch vlak.
lid 1a | De cultuurhistorische waarden zijn vervat in de Aanwijzing beschermd dorpsgezicht Helenaveen. Deze aanwijzing heeft een nadere uitwerking gekregen in het rapport 'De harmonie van Helenaveen', waarvan ook de kaart 'Cultuurhistorisch Ruimtelijk Systeem' deel uitmaakt. Deze kaart vormt mede uitgangspunt voor voorliggend plan. (Zie paragraaf 2.2.) |
lid 1b | De bescherming van de cultuurhistorische waarden is opgenomen in de bestemmingsomschrijving van alle bestemmingen in dit plan. |
Op provinciaal niveau komen de cultuur-historische waarden van Helenaveen tot uiting in de aanduiding cultuurhistorisch vlak in de Verordening ruimte. De cultuurhistorie bevat onder meer een voormalige fruittuinen aan de Rector Nuijtsstraat. In deze fruittuinen zijn 3 nieuwe woningen gepland. Dit staat op gespannen voet met de cultuurhistorische belangen.
De keuze voor de nieuwe woningen is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Artikel 24 - Complex van cultuurhistorisch belang
Zie de afbeelding bij artikel 22.
De turfstrooiselfabriek Rector Nuijtsstraat 13/13A is, samen met de voormalige bedrijfswoning Rector Nuijtsstraat 12, als complex van cultuurhistorisch belang aangeduid. Deze fabriek ligt buiten het plangebied, maar de woning ligt wel in het plangebied. De waarden van het complex van cultuurhistorisch belang zijn in het plan gewaarborgd.
Artikel 25 - Beperkingen veehouderij
In voorliggend komen geen veehouderijen voor.
Artikel 31 - Sanerings- en verplaatsingslocatie
Voorliggend plan is gebaseerd op het rapport Gebiedsontwikkelingsvisie Helenaveen 2006, dat onder meer de sanering van de kassen binnen het plangebied bevat.
Algemene conclusie
Het plan voldoet aan de provinciale Verordening ruimte.
Het Natuurbeheerplan 2014 beschrijft onder meer welke natuur- en landschapsdoelen van toepassing zijn en stelt eisen ten aanzien van bepaalde beheermaatregelen.
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede weer van de 'Ambitiekaart - natuurbeheertypen'. Onderhavig plangebied is aangeduid
UITSNEDE AMBITIEKAART - NATUURBEHEERTYPEN
Analyse
Voor het plangebied zijn geen natuurbeheertypen opgenomen. Ook het bestaande bosje heeft in het Natuurbeheerplan 2014 geen aanduiding.
Conclusie
Het plan is niet in strijd met het Natuurbeheerplan 2014.
De Structuurvisie Deurne is vastgesteld op 6 december 2011. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede met Helenaveen en omgeving.
UITSNEDE STRUCTUURVISIE DEURNE
Het plangebied is aangeduid als 'afwegingsruimte stedelijke functies'. Deze aanduiding in de gemeentelijke Structuurvisie komt overeen met de in de Verordening ruimte opgenomen zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling. Binnen deze aanduiding is transformatie naar stedelijk gebied afweegbaar.
Voorts ligt het plangebied binnen 'beschermd dorpsgezicht'. Direct ten noorden van het plangebied ligt EHS-gebied.
Conclusie
Het plan is in overeenstemming met de Structuurvisie.
Het beleid voor de reguliere woningbouw is vastgelegd in het Regionaal woningbouwprogramma 2013-2023. Volgens dit programma mag Deurne in de periode 2013-2023 totaal 1.059 woningen netto toevoegen aan de woningvoorraad. In de gemeentelijke Woonvisie 2008 -2020 is aangegeven dat alle kerkdorpen de ruimte moeten hebben om de eigen woningbehoefte op te vangen.
Conclusie
De in dit plan opgenomen drie nieuwe woningen passen binnen het woningbouwbeleid.
In januari 2010 heeft de gemeenteraad het Verkeers- en Vervoersplan Deurne (VVP) vastgesteld. De Soemeersingel ter hoogte van het plangebied is daarin aangewezen als 'erftoegangsweg I, gedeeltelijk binnen en gedeeltelijk buiten de bebouwde kom. De toegestane snelheid bedraagt 50 km/uur. In deel C van het VVP zijn concrete maatregelen opgenomen voor de periode 2010 - 2020. Voor onderhavig plan zijn geen specifieke maatregelen van toepassing.
Typerend voor de gemeente Deurne is de waardevolle groenstructuur. Binnen de gemeente staan verschillende bijzondere, waardevolle en monumentale bomen en bossen. Die groenstructuur moet zoveel mogelijk worden behouden. De richtlijnen hiervoor zijn door de gemeenteraad vastgesteld in de Kadernota Bomenbeleid 2009. Hierin staat hoe de komende jaren omgegaan moet worden met het groen en de bomen in de gemeente. De volgende categorieën zijn onderscheiden.
Het Groenstructuurplan bevat een lijst van alle waardevolle en monumentale bomen (de Groene Parels) van Deurne. Zie onderstaande afbeelding.
UITSNEDE KAART DE GROENE PARELS VAN DEURNE
In en rond het plangebied zijn monumentale bomen aangegeven langs de Soemeersingel, de Rector Nuijtsstraat, de zijwegen van de Rector Nuijtsstraat en rond de Hervormde kerk. De bomen op het perceel jeugdgebouw De Wiek en de houtsingel in de westrand van kamer 8 zijn aangeduid als waardevolle bomen.
De Groene Parels zijn beschermd en mogen niet gekapt worden. Kappen is pas mogelijk nadat er ontheffing is verleend. Om deze reden is de bescherming van de waardevolle bomen in dit bestemmingsplan niet juridisch geregeld.
Als uitwerking van de Kadernota bomenbeleid is ook het Groenstructuurplan vastgesteld. Het Groenstructuurplan heeft als doel het veiligstellen en ontwikkelen van de groene ruimte in de gemeente Deurne. In dit plan zijn de te behouden laanbomen en de te ontwikkelen nieuwe lanen aangeduid. Zie onderstaande afbeelding.
UITSNEDE GROENSTRUCTUURPLAN
Het plan richt zich voornamelijk op structuren in de openbare ruimte, maar in een aantal gevallen zijn er ook belangrijke particuliere eigendommen opgenomen. De bomen die opgenomen zijn in het Groenstructuurplan zijn ontheffingsplichtig.
In Helenaveen wordt de hiërarchie van de wegen benadrukt door de groenstructuur. De Oude Peelstraat, de Sevenumseweg, de Soemeersingel en de Helenastraat zijn de belangrijkste wegen. Belangrijk voor de toekomst is het behouden van de weg- en vaartbegeleidende boomstructuren, aangeplant na de turfwinning. De entrees van Helenaveen dienen te worden geaccentueerd door middel van bloeiende heesters.
Voor onderhavig plan zijn met name van belang:
Toetsing
De aanbevelingen uit het Groenstructuurplan zijn in voorliggend plan overgenomen. De mogelijke versterking van de bomenstructuur is op de inrichtingsschets ingetekend.
Conclusie
Voorliggend plan speelt in op de doelstellingen van het Groenstructuurplan.
Begin 2014 is de thans geldende Welstandsnota door de gemeenteraad vastgesteld. Onderstaande uitsnede geeft de kaart voor Helenaveen. Het plangebied is aangeduid.
UITSNEDE KAART WELSTANDSNOTA
Het plangebied is aangeduid als 'beschermd dorpsgezicht Helenaveen: historische dorpskern en veenontginningslandschap'.
Citaat.
Het welstandsbeleid richt zich hier op het behoud van het historisch gegroeide bebouwings- en landschapsbeeld van Helenaveen. Het beleid richt zich verder op een goede inpassing van nieuwe ontwikkelingen in deze cultuurhistorisch waardevolle omgeving.
In de Welstandsnota zijn een aantal specifieke criteria genoemd waaraan bouwplannen moeten voldoen. In paragraaf 3.4 is beschreven hoe in het stedenbouwkundig ontwerp rekening is gehouden met zaken als het karakter van het plangebied, de openbare ruimte van straten, plaatsen en groen, de bebouwingstypologie, voortuinen en erfafscheidingen en de zonering van de typologieën.
De feitelijke verschijningsvorm van de nieuwe bebouwing wordt beoordeeld door welstand in het kader van de aanvraag omgevingsvergunning.
Het overige gemeentelijke beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.
Concreet houdt het beleidskader het volgende in voor de ontwikkeling van het plangebied:
In dit hoofdstuk worden de uitvoeringsaspecten beschreven. Achtereenvolgens:
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer moet een toetsing plaatsvinden aan de relevante milieuaspecten. In deze paragraaf worden deze aspecten afzonderlijk genoemd. Naast bovengenoemde wetten gelden per aspect afzonderlijke wetten en/of besluiten.
Uitgangspunt is dat de bodemkwaliteit geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem. Bij een ruimtelijke ontwikkeling moet worden beoordeeld of de bodemkwaliteit past bij deze nieuwe functie.
De bestemmingswijzigingen betreffen twee locaties, te weten:
Voor beide locaties is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. De resultaten van deze onderzoeken zijn hierna beschreven.
Sanering transportbedrijf Rector Nuijtsstraat 6a
Om de huidige bodemkwaliteit inzichtelijk te maken heeft Lankelma Geotechniek Zuid B.V. uit Oirschot een verkennend bodemonderzoek (NEN5740) uitgevoerd: rapport "Verkennend bodemonderzoek locatie Rector Nuytsstraat 6a" (d.d. 18 november 2010, kenmerk 63791). De conclusies en aanbevelingen van het onderzoek zijn hieronder aangehaald
"In opdracht van gemeente Deurne heeft Lankelma Geotechniek Zuid B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een locatie aan de Rector Nuytsstraat 6a te Helenaveen, gemeente Deurne.
Aanleiding voor het onderzoek is een voorgenomen grondtransactie. Doel van het verkennend bodemonderzoek is het, middels een steekproef, vaststellen van de actuele bodemkwaliteit ter plaatse.
Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen zoals beschreven in de Nederlandse norm NEN 5740: 2009 "Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek".
Nadat de eerste resultaten bekend waren is er aanvullend bodemonderzoek verricht.
Conclusie
Uit het aanvullende onderzoek blijkt dat er twee kleine verontreinigingsspots (minder dan 25 m³) zijn aangetoond. Op basis van de Wet bodembescherming is er voor genoemde locaties geen saneringsverplichting.
Drie nieuwe woonpercelen Rector Nuijtsstraat
Het bodemonderzoek voor deze locatie is uitgevoerd door Archimil. Het rapport "Verkennend Bodemonderzoek Rector Nuijtsstraat ong. Helenaveen", (nr. 0734R114, d.d. 24 oktober 2014), is als bijlage 3 opgenomen. De conclusies en aanbevelingen zijn hierna overgenomen.
"CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Het onderzoek heeft betrekking op het terrein gelegen aan de Rector Nuijtsstraat te Helenaveen. Het doel van een verkennend bodemonderzoek is door een relatief geringe inspanning een inzicht te verkrijgen van de bodemgesteldheid. Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
Naar aanleiding van bovenstaande conclusies merken wij het volgende op:
Het aspect bodemkwaliteit vormt geen planologische belemmering voor het plan.
Externe veiligheid heeft betrekking op locaties waar een ongeval met gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden, met fatale gevolgen voor personen die geen directe relatie hebben tot de risicovolle activiteit. Bij een ruimtelijke ontwikkeling moet worden aangetoond dat geen nieuwe kwetsbare objecten binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar worden gerealiseerd en moet een eventuele toename van het groepsrisico verantwoord worden.
Het plan omvat nieuwe kwetsbare objecten. De Risicokaart Nederland geeft een overzicht van de ligging van risicovolle activiteiten (inrichtingen, buisleidingen en transportroutes).
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede weer van de risicokaart ter plaatse van het plangebied (bron: www.risicokaart.nl). Het plangebied is aangeduid.
UITSNEDE RISICOKAART NEDERLAND
De belangrijkste risicobronnen in het kader van de externe veiligheid zijn:
Ad 1. Bedrijven en inrichtingen
Op de Oude Peelstraat 30a/b, op een afstand van 450 meter van het plangebied, is een autobedrijf met een LPG-vulpunt gevestigd.
Het invloedsgebied van het groepsrisico van deze inrichting is 150 meter. De persoonsgebonden risicoafstand bedraagt 35 meter. Het plangebied ligt ruim buiten deze contouren.
Ad 2. Transportroutes
In de directe omgeving bevinden zich geen routes voor vervoer van gevaarlijke stoffen en/of objecten op basis waarvan een gevarencontour geldt.
Ad 3. Buisleidingen
Er zijn geen buisleidingen met gevaarlijke stoffen in de directe omgeving gesitueerd.
Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor het plan.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen nabij agrarische bedrijven is het aspect geurhinder van belang. Er moet worden aangetoond dat het plan geen belemmering vormt voor agrarische bedrijven en dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van het plan.
Belemmering agrarische bedrijven
Het meest nabijgelegen agrarisch bedrijf ligt op 900 meter van het plangebied. Er zijn geen veehouderijen die wat betreft voorgrondbelasting van invloed zijn op dit plangebied. Een analyse van de voorgrondbelasting is overbodig (uit: "Evaluatie gebiedsvisie ten behoeve van de Verordening geurhinder en veehouderij voor de gemeente Deurne, 2010").
Goed woon- en leefklimaat
Uit het rapport "Evaluatie gebiedsvisie ten behoeve van de Verordening geurhinder en veehouderij voor de gemeente Deurne, 2010" blijkt dat de gemiddelde achtergrondbelasting binnen het plangebied in zowel de huidige als de toekomstige situatie 1 Ou/m³ bedraagt. Dit komt overeen met een zeer goed leefklimaat. De achtergrondbelasting is daardoor géén belemmering om de woningen te bestemmen.
Het aspect geurhinder veehouderijen vormt geen planologische belemmering voor het plan.
Om personen tegen de gevolgen van luchtverontreiniging te beschermen zijn in de Wet milieubeheer normen opgenomen voor bepaalde stoffen. Bij de beoordeling van het aspect luchtkwaliteit moet enerzijds aangetoond worden dat een ruimtelijke ontwikkeling niet leidt tot een (significante) overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen en anderzijds dat ter plaatse van het plangebied sprake is van een goed woon- en leefklimaat.
Effecten plan op luchtkwaliteit
In de "Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)" zijn categorieën van gevallen genoemd die niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie van fijnstof in de buitenlucht. Zo is een project met maximaal 1.500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg één van de genoemde gevallen.
Onderhavig plan omvat 3 nieuwe woningen en betreft daarmee een project dat niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van fijnstof in de buitenlucht. Er is geen nader onderzoek nodig.
Goed woon- en leefklimaat
In de Wet milieubeheer zijn voor een groot aantal stoffen grenswaarden opgenomen. Uit onderzoek is echter gebleken dat langs wegen alleen overschrijdingen van de grenswaarden voor fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) kunnen optreden. Voor de overige stoffen waarvoor grenswaarden zijn opgenomen in de Wm treden naar verwachting nergens langs het Nederlandse wegennet overschrijdingen van deze grenswaarden op. Voor de beoordeling van de luchtkwaliteit zijn daarom alleen de de volgende grenswaarden van toepassing:
Het plan ligt niet in de nabijheid van zware industrie, (een concentratie van meerdere) intensieve veehouderijen of drukke vaarwegen. Voor de beoordeling van de luchtkwaliteit wordt alleen gekeken naar luchtverontreiniging van verkeer op wegen in de omgeving.
In het kader van het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) is door diverse bronbeheerders zoals gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat de Monitoringstool ingevoerd. Uit de resultaten van de Monitoringstool blijkt dat in de omgeving van deze locatie in de jaren 2012, 2015 en 2020 aan bovengenoemde grenswaarden (jaargemiddelde en overschrijdingsdagen) voor PM10 en NO2 wordt voldaan. Onderstaande afbeeldingen geven de resultaten van de monitoringstool voor de stoffen PM10 en NO2 voor het jaar 2020 weer.
BRON: MONITORINGSTOOL NSL
Uit de monitoringstool volgt dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van het plangebied.
Het aspect luchtkwaliteit vormt geen planologische belemmering voor het plan.
Om te voorkomen dat als gevolg van het plan voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten optreden moet worden getoetst of:
Basis voor deze toetsing vormt de handreiking "Bedrijven en milieuzonering" (VNG, Den Haag, 2009), waarin richtafstanden zijn opgenomen voor diverse bedrijfstypen.
In de handreiking wordt onderscheid gemaakt tussen twee omgevingstypen: een rustige woonwijk en gemengd gebied. In een gemengd gebied mag een kleinere richtafstand dan in een rustige woonwijk worden aangehouden. De richtafstanden mogen dan met één 'afstandstap' worden teruggebracht.
Omgevingstype
De omgeving is te kenmerken als een gemengd gebied, door de aanwezigheid van de Soemeersingel, bedrijven volle grondstuinbouw, en verspreide niet-woonfuncties.
Invloed plan op de omgeving
De sanering van de glastuinbouw- en een transportbedrijf leidt tot een vermindering van de milieubelasting. De bouw van nieuwe woningen is niet belastend voor de omgeving.
Invloed omliggende inrichtingen op plan
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de inrichtingen in de directe omgeving, de SBI-code, de milieucategorie en de bijbehorende richtafstand, alsmede de werkelijke afstand tot de dichtstbijzijnde geplande nieuwe woning binnen het plangebied.
bedrijf / instelling | SBI-code 2008 | categorie |
richt- afstand |
werkelijke afstand | |||
kampeerboerderij Soemeersingel 19 | 552 / 553 | 3.1 | 50 m | > 50 m | |||
kerk Soemeersingel 27 | 9491 | 2 | 30 m | > 45 m | |||
jeugdgebouw De Wiek Soemeersingel 31 - hoofdgebouw - bestemmingsplangrens |
94991 | 2 | 30 m |
75 m 65 m |
|||
transportbedrijf Soemeersingel 47 | 494 -1 | 3.2 | 100 m | > 250 m | |||
camperverhuur en -verkoop Rector Nuijtsstraat 13A |
452 |
2 |
30 m |
> 300 m |
De voorgenomen ontwikkeling voldoet aan de handreiking Bedrijven en milieuzonering.
Het instrument milieueffectrapportage (m.e.r.) is ontwikkeld om het milieubelang volwaardig in de besluitvorming te betrekken. In de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage zijn de gevallen opgenomen waarvoor een m.e.r.-plicht of een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. Alle andere vormen van ontwikkeling zijn in principe niet m.e.r.-(beoordelings)plichtig, maar er kan hiervoor wel een nadere motivering vereist zijn.
Het plan valt onder de activiteit D11.2. zoals genoemd in de bijlage Besluit milieueffectrapportage. De omvang van het plan blijft echter zodanig ruim onder de drempelwaarden voor m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten, dat zonder nader onderzoek kan worden geconcludeerd dat het plan geen belangrijke nadelige milieugevolgen heeft. Een nadere motivering is niet noodzakelijk.
code | activiteit | drempelwaarde | |
woningbouw | |||
D11.2 | De aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen. | In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op:
1°. een oppervlakte van 100 hectare of meer, 2°. een aaneengesloten gebied en 2000 of meer woningen omvat, of 3°. een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m² of meer. |
Het project heeft verder geen bijzondere milieueffecten.
Ruimtelijke ontwikkelingen moeten voldoen aan de regelgeving inzake geluidhinder. In de Wet geluidhinder (Wgh) wordt onderscheid gemaakt in verkeerslawaai en industrielawaai. In de Wgh zijn normen voor maximaal toelaatbare geluidsbelasting op (de gevels van) geluidgevoelige objecten vastgelegd.
Het plan omvat drie nieuwe woningen. Dit zijn nieuwe geluidgevoelige objecten.
Verkeerslawaai
Het plangebied ligt binnen de onderzoekszones van de Soemeersingel en de Rector Nuijtsstraat. De verkeersintensiteiten op beide wegen zijn relatief laag.
Op basis van een indicatieve berekening door de gemeente is gebleken dat de Lden 48 dB-countour vanuit de as Soemeersingel op 17,6 meter ligt. De geplande woningen zijn op een grotere afstand van deze contour gesitueerd.
Voorts is de verkeersintensiteit op de Rector Nuijtsstraat zodanig laag dat bij de bouw van de drie nieuwe woningen aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan.
Industrielawaai
Het plangebied ligt niet binnen een geluidszone van industrielawaai. Er is geen akoestisch onderzoek nodig.
Het aspect geluid vormt geen planologische belemmering voor het plan.
Conform het bepaalde in artikel 38a van de Monumentenwet 1988 moet bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden worden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische monumenten.
Volgens de Archeologische beleidskaart van de gemeente Deurne is de archeologische verwachtingswaarde binnen het gehele plangebied laag, zoals te zien op onderstaande afbeelding.
UITSNEDE ARCHEOLOGISCHE BELEIDSKAART VAN DE GEMEENTE DEURNE
Ten behoeve van de opgenomen bouwmogelijkheden is een nader archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.
Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 Bro moet bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden worden met de aanwezige cultuurhistorische waarden.
Op de provinciale Cultuurhistorische waardenkaart zijn een groot aantal wegen en vaarten binnen het plangebied aangeduid als historisch-geografische lijnen met een zeer hoge waarde. Zie navolgende afbeelding. De rationele ruimtelijke structuur van de veenontginning Helenaveen is dan ook gaaf bewaard gebleven. Ook de verschillende ontwikkelingsfasen na 1870 hebben waardevolle sporen nagelaten. Dit vormde de aanleiding om het gehele voormalige concessiegebied Helenaveen aan te wijzen als beschermd dorpsgezicht.
UITSNEDE PROVINCIALE CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART 2010
De cultuurhistorie is reeds in hoge mate gewaardeerd door de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht en heeft ook zijn doorwerking gekregen op de kaart Cultuurhistorisch Ruimtelijk Systeem (afbeelding paragraaf 2.2). Dit betreft met name de lanen en vaarten en de bebouwingsstructuur. Voorliggend plan speelt in hoge mate in op de cultuurhistorische context.
Binnen het plangebied liggen twee rijksmonumenten:
De bescherming van deze monumenten is voldoende verzekerd via de Monumentenwet 1988. Derhalve is er geen aanleiding om nadere regels in voorliggend bestemmingsplan op te nemen.
Binnen het plangebied ligt tevens het gemeentelijke monument:
Dit monument wordt beschermd op basis van de Monumentenverordening Gemeente Deurne 1994.
Verder is op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie de personeelswoning Rector Nuijtsstraat 12 aangewezen als onderdeel van het complex van cultuurhistorisch belang van de turfstrooiselfabriek.
Deze panden worden binnen het plan niet aangetast en ook niet verstoord.
Er worden geen cultuurhistorische waarden aangetast.
Ten behoeve van de bescherming van zeldzame of kwetsbare planten en dieren zijn twee wetten van toepassing:
Gebiedsbescherming
Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Natura 2000 omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de EU-richtlijnen:
Beide richtlijnen zijn in Nederland opgenomen in de Natuurbeschermingswet.
Op onderstaande afbeelding zijn de Natura 2000-gebieden in de omgeving van het plangebied aangegeven.
NATURA 2000-GEBIEDEN
Het meest nabijgelegen gebied betreft de Deurnsche Peel en Mariapeel. De afstand van het plangebied tot dit Natura 2000-gebied bedraagt circa 125 meter.
De voorgenomen sanering van de kassen en een transportbedrijf vormt een verbetering voor de natuur. De bouw van de nieuwe woningen heeft geen nadelig effect op de waterhuishouding c.q. het Natura 2000-gebied.
Soortenbescherming
Ecologisch adviesbureau 'De Brabantse Wal' uit Bergen op Zoom heeft een quick scan naar effecten op flora en fauna uitgevoerd: rapport "Quick-scan-onderzoek naar effecten op flora en fauna bij realisatie bestemmingsplan Rector Nuijtsstraat / Soemeersingel te Helenaveen (gemeente Deurne)" (september 2010, nr 10.09.1). Het onderzoeksrapport is opgenomen als bijlage 4. De conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek zijn hieronder weergegeven.
"Op grond van de toetsing aan de Flora- en faunawet en de Vogel- en Habitatrichtlijn in hoofdstuk 5 kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen bestemmingsplanwijziging geen wezenlijke effecten op de flora en fauna van het gebied tot gevolg zal hebben. Op het moment dat er concrete uitvoeringsmaatregelen worden genomen zal opnieuw moeten worden nagegaan of aan de wettelijke bepalingen van de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet wordt voldaan.
De betrouwbaarheid van een quick-scan neemt in de loop der tijd af omdat soorten kunnen verdwijnen en er zich nieuwe soorten kunnen vestigen. Over het algemeen wordt uitgegaan dat op basis van een quick-scan enkele jaren kan worden gewerkt. Indien binnen die tijd uitvoering is voorzien kan deze quick-scan als basis voor een meer concrete toetsing worden gebruikt.
Aanbevolen wordt in ieder geval de maatregelen zoals genoemd in hoofdstuk 4 bij de uitvoering in acht te nemen."
Actualisering 2014
Adviesbureau de Brabantse Wal heeft voorliggend plan met de drie nieuwe woningen getoetst aan het onderzoek 2010 en het volgende geconcludeerd.
"Uit de toegezonden tekening maak ik op dat de 3 geplande woningen in kamer 8 gebouwd worden. Daar zijn bij ons onderzoek in 2010 (behoudens enkele vogels) geen beschermde soorten aangetroffen. In de conclusies van ons onderzoek hebben wij aangegeven dat het rapport enkele jaren een betrouwbaar beeld oplevert. Binnen die marge zitten we nog. Als er in het beheer van het terrein sindsdien geen wijzigingen zijn opgetreden, kan er van worden uitgegaan dat er geen beschermde soorten bij gekomen zijn. Met betrekking tot de vogels zullen er de gebruikelijke zorgvuldigheidseisen in acht genomen moeten worden, zoals geen bomen kappen in het broedseizoen."
Het aspect flora en fauna vormt geen planologische belemmering voor het plan.
Het plangebied ligt binnen het beheergebied van Waterschap Aa en Maas.
De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van de watertoets is dat de waterbelangen evenwichtig worden meegewogen bij de totstandkoming van een plan. Deze waterparagraaf is een onderdeel van de watertoets.
De waterparagraaf beschrijft zowel de huidige als toekomstige waterhuishoudkundige situatie (oppervlaktewater, grondwater, hemelwater en afvalwater).
Het waterschapsbeleid is onder meer beschreven in:
De beleidsnota bevat zeven uitgangspunten waaraan het plan moet voldoen. Toetsing aan deze punten vindt hieronder plaats.
Bij de locatiekeuze van nieuwe ontwikkelingen moet worden gezocht naar plekken die 'hoog en droog genoeg' zijn.
De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de 3 nieuwe woningen ligt tussen 31,5 en 32,5 m +NAP. zie afbeelding hoogten in paragraaf 2.3.1. De bestaande bebouwing ligt op hogere plekken. Ten behoeve van de nieuwe woningen zijn ophogingen vereist.
Hiermee wordt bedoeld dat het hemelwater het gebied niet sneller mag verlaten dan vóór de aanvang van de in dit plan opgenomen ontwikkelingen.
Het plangebied bestaat uit compartimenten (kamers 8, 9 en 11). Per kamer wordt voldaan aan hydrologisch neutraal bouwen. De ontwikkeling heeft een positief effect op de waterhuishouding, omdat een aantal grote kassen worden gesaneerd en hiervoor komt veel minder verhard oppervlak terug. Het hemelwater zal in de nieuwe situatie binnen het plangebied worden opgevangen.
Het streefbeeld is het infiltreren van het schone hemelwater binnen het plangebied en het afvoeren van het vuile water via de riolering.
Ook aan deze eis zal voldaan worden. Het schone hemelwater blijft binnen het plangebied.
Voor wat betreft het vuilwater kan gebruik gemaakt worden van het bestaande gemeenteriool.
In paragraaf 5.3.4 wordt toegelicht voor welke vorm van opvang gekozen is.
Het 'hydrologisch neutraal ontwikkelen', maar ook de afwegingsstappen "hergebruik-infiltratie-buffering-afvoer" impliceren een grotere ruimtevraag voor water dan voorheen het geval was. Door bij de inrichting van een plangebied ruimte voor verschillende functies te gebruiken, wordt er efficiënter omgegaan met de beschikbare ruimte.
Het uitgangspunt "water als kans" is een uitnodiging om 'water' in plangebieden positief te benaderen. Dit is in dit plan niet van toepassing.
Overeenkomstig de eis van het waterschap worden geen uitlogende materialen toegepast. De toewtsing hiervan geschiedt in het kader van de omgevingsvergunning.
Het gehele plangebied vormt attentiegebied ehs. Dit belang wordt beschermd door opname in de juridische regeling, artikel 13.2, van een omgevingsvergunningplicht voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden in het plangebied.
Lankelma Geotechniek Zuid BV heeft in 2011 een geohydrologisch onderzoek uitgevoerd op het direct op het plangebied aangrenzende perceel. Rapport "Geotechnisch en geohydrologisch onderzoek Locatie Soemeersingel 21 Helenaveen", zoals opgenomen in bijlage 5.
In het onderzoek voor de locatie zijn de infiltratiemogelijkheden en de GHG vastgesteld.
locatie | waterdoorlatendheid | grondwaterstand | GHG |
Soemeersingel 21 | voldoende | 30,7 - 31,5 m +NAP | 31,5 m +NAP |
Het plangebied wordt aan de oost- en zuidzijde begrensd door de Helenavaart. Dit is een leggerwatergang. De vaart langs de Rector Nuijtsstraat ten noorden van het plangebied staat in open verbinding met de Helenavaart en is ook een leggerwatergang. Op leggerwatergangen is de Keur van toepassing.
De Helenavaart vervult een belangrijke functie in het watersysteem dat ervoor zorgt dat water vanuit de Maas naar het stroomgebied van de Aa wordt aangevoerd. Daarnaast zorgt de Helenavaart voor kwel naar de omliggende gronden. Tijdens het onderzoek van Lankelma stond het waterpeil van de Helenavaart in augustus 2011 op 31,4 m +NAP.
Binnen het plangebied lopen verder nog diverse sloten en greppels die onderdeel vormen van de waterhuishouding. Deze hebben geen aanduiding op de Keurkaart van het Waterschap Aa en Maas.
Lankelma heeft op basis van het uitgevoerde geohydrologisch onderzoek de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) bepaald op 31,5 meter +NAP. De hoogte van de bodem op de locatie van de 3 nieuwe woningen ligt tussen 31,5 en 32,5 meter +NAP.
De grondwaterstanden bedragen:
Volgens de Keur zijn alle gronden binnen het plangebied aangeduid als attentiegebied. De gronden ten noorden van het plangebied zijn aangeduid als volledig beschermd gebied. Zie onderstaande afbeelding.
UITSNEDE KEURKAART
In Attentiegebieden mogen in beginsel geen waterhuishoudkundige ingrepen plaatsvinden tenzij deze zijn gericht op het verbeteren van de condities voor de natuur en/of op verbetering van de landbouwkundige condities. Hierbij mogen geen negatieve hydrologische effecten optreden in het volledig beschermde gebied (voorheen natte natuurparel). Ingrepen worden getoetst op basis van de geldende natuurdoelstellingen (hydrologische randvoorwaarden natuurtypen uit Natuurbeheerplan). Zie ook paragraaf 4.2.3. Een en ander is juridisch geregeld met de aanduiding Artikel 13.2 'wetgevingzone - wijzigingsgebied zoekgebied ecologische verbindingszone / watersystemen'.
In voorliggend plan blijft het bestaande slotenpatroon gehandhaafd, waarbij de sloten mogelijk worden verruimd. De ophogingen ten behoeve van de nieuwe woningen vinden plaats aansluitend op de bestaande weg Rector Nuijtsstraat.
Onderhavig plan omvat:
Onderstaande tabellen geven per kamer de veranderingen in verhard oppervlak (bebouwing en bestrating) weer. In de eerste kolom staat het gebruik, in de tweede kolom het totale huidige verharde oppervlak, dan volgt het te saneren verharde oppervlak, in de vierde kolom staat de totale verharding in de nieuwe situatie, en in de laatste kolom staat het saldo (+ of -) van het verharde oppervlak in de nieuwe situatie.
OVERZICHT VERHARD OPPERVLAK
KAMER 8 | verhard oppervlak in m2 | ||||
huidige situatie | te saneren | plan | af-/toename | ||
glastuinbouw | 9.370 | -9.370 | 0 | -9.370 | |
woningen | 300 (1 woning) |
0 | 1.200 (4 woningen) |
1 | 900 |
totaal | 9.670 | -9.370 | 1.200 | - 8.470 |
KAMER 9 | verhard oppervlak in m2 | ||||
huidige situatie | te saneren | plan | af-/toename | ||
glastuinbouw | 23.340 | -23.340 | 0 | -23.340 | |
kerkensemble | 1.745 | 0 | 1.745 | 0 | |
woningen | 1.840 | 0 | 1.840 | 0 | |
totaal | 26.925 | -23.340 | 3.585 | - 23.340 |
KAMER 11 | verhard oppervlak in m2 | ||||
huidige situatie | te saneren | plan | af-/toename | ||
glastuinbouw | 9.790 | -9.790 | 0 | -9.790 | |
woningen | 300 | 0 | 300 | 1 | 0 |
totaal | 10.090 | -9.790 | 300 | -9.790 |
1 het verhard oppervlak (bebouwing+bestrating) per (reguliere) woning is 300 m2.
Onderstaande tabel toont de reductie van de verharding voor het totale plangebied. Per saldo is er een afname van 41.600 m². De totale planontwikkeling leidt dus tot een aanmerkelijke hydrologische verbetering.
Hoewel er in het totale plangebied per saldo sprake is van een afname van het verhard oppervlak, wordt er voor de 3 nieuwe woningen toch een bergingsvoorziening aangelegd.
Met behulp van de HNO-tool van het waterschap is de benodigde bergingscapaciteit voor de 3 nieuwe woningen berekend. De resultaten van de berekening (inclusief invoerparameters) zijn weergegeven in bijlage 6.
De benodigde berging (toename van de verharding per woning inclusief oprit circa 300 m²) bedraagt voor T = 10 +10%: 43 m³ en voor T = 100 + 10%: 58 m³. Dit betekent per woning respectievelijk bijna 15 m³ en 20 m³.
Bij het ontwerp van de bergingsvoorziening zijn de volgende afwegingsstappen doorlopen:
Uitgangspunt is dat het vuile afvalwater en het schone hemelwater worden gescheiden.
Het vuile afvalwater zal op de bestaande riolering geloosd worden.
Er zijn geen bijzondere maatregelen genomen om vervuiling van het oppervlaktewater te voorkomen. Overeenkomstig de eis van het waterschap worden in principe geen uitlogende materialen toegepast. Dit wordt evenwel getoetst in het kader van de omgevingsvergunning.
Er dient een watervergunning aangevraagd te worden aangezien het gehele plangebied binnen Attentiegebied ligt.
Aan de beleidsuitgangspunten van het waterschap wordt voldaan:
Het voorliggende bestemmingsplan is gericht op:
Aan het herbestemmen van de betreffende gronden zijn – behoudens de plankosten – geen verdere kosten verbonden. Voor deze onderdelen is het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar.
De realisering / bouw van de 3 in het plan opgenomen woningen zal plaats vinden door ASR. De betreffende gronden zijn eigendom van ASR. ASR is niet afhankelijk van derden voor het realiseren van deze woningen.
Het plan als geheel wordt economisch uitvoerbaar geacht.
Op basis van artikel 6.12 lid 2a Wro is het vaststellen van een exploitatieplan niet verplicht, omdat de gemeente en grondeigenaren een anterieure overeenkomst hebben gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over het kostenverhaal. Het kostenverhaal is derhalve 'anderszins verzekerd'.
In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze het plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling is bindend voor de burger en de overheid.
Voorliggend bestemmingsplan betreft een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Kom Helenaveen, 1e herziening. De juridische regeling in dit bestemmingsplan sluit zoveel mogelijk aan op het moederplan Kom Helenaveen.
Het bestemmingsplan bestaat uit:
De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en planregels, en in het bijzonder ten aanzien van de regels inzake nadere eisen en afwijkingen.
De planregels vormen de juridische regels voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.
De verbeelding geeft de geografische ligging van de bestemmingen en aanduidingen weer. De verbeelding vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan voldoet aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012 (SVBP 2012).
Bouwplannen worden niet alleen getoetst aan de regels van dit bestemmingsplan, maar ook aan de Welstandsnota. Zoals in paragraaf 3.4 beschreven, leidt voorliggend plan als gevolg van de sanering van kassen en een transportbedrijf tot een vorm van "zuivering" van de cultuurhistorische situatie ter plaatse.
Het welstandsbeleid voor Helenaveen is gebaseerd op de Aanwijzing beschermd dorpsgezicht.
Het beschermd dorpsgezicht vormt een bijzonder gegeven. De regeling voor de bescherming in onderhavig bestemmingsplan is als volgt.
Beschermd dorpsgezicht
Het voormalige concessiegebied Helenaveen is op 9 mei 2000 formeel aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Op basis van artikel 35 van de Monumentenwet moeten de te beschermen waarden en karakteristieken mede door middel van het bestemmingsplan worden gehandhaafd.
Typering te beschermen waarden
De te beschermen waarden betreffen:
Manier van regelen te beschermen waarden
De hiervoor genoemde waarden worden in onderhavig plan als volgt geregeld.
Het patroon van vaarten en lanen is in het vigerende bestemmingsplan geregeld middels de bestemming Waterhuishoudkundige doeleinden -Wa- voor de vaarten en de bestemming Hoofdgroenstructuur voor de lanen, waarbinnen wegen zijn toegestaan.
Voorliggend plangebied met de kamers 8, 9 en 11 ligt binnen de kaders van de hoofdgroenstructuur, maar buiten de feitelijke bestemming Hoofdgroenstructuur.
De waarden en karakteristieken van de bebouwing zijn sinds 2000 in twee verschillende rapporten in beeld gebracht, te weten:
Evenals in het vigerende plan zijn genoemde waarden in voorliggend plan juridisch vertaald door in alle bestemmingsomschrijvingen de volgende tekst op te nemen:
Voorts is voor de bestaande woningen de vigerende bestemming overgenomen, met als titel 'Wonen - Cultuurhistorische waarde'. De nieuw te bouwen woningen krijgen dezelfde bestemming.
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd op basis van een 'nadere eisen regeling' nadere voorwaarden te stellen aan het bouwen ten behoeve van het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden van Helenaveen.
Omdat het plan binnen de Aanwijzing beschermd dorpsgezicht Helenaveen ligt, is het vergunningvrij oprichten van bouwwerken alleen toegestaan op het achtererf van het hoofdgebouw, mits dit erf niet naar openbaar toegankelijk gebied is gekeerd, en uitsluitend indien deze bouwwerken loodrecht op de achtergevel staan.
De gekozen regeling voor het wonen in dit plan is zodanig dat het perceelsgedeelte waar bijgebouwen zijn toegestaan groter is dan het gebied van vergunningvrij bouwen.
Binnen de bestemming 'Maatschappelijk' heeft de bebouwing van het kerkensemble de status van rijksmonument. Het bouwen in, aan of op een monument is niet vergunningvrij.
De indeling van de planregels is als volgt.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Begrippen (artikel 1)
In dit artikel zijn de begrippen die in de planregels worden gehanteerd gedefinieerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Wijze van meten (artikel 2)
In dit artikel is aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
De standaard opbouw van de bestemmingsregels conform de SVBP2012 betreft:
Per bestemming kunnen onderdelen, voor zover niet relevant, ontbreken.
In voorliggend bestemmingsplan zijn de volgende bestemmingen opgenomen:
Agrarisch (artikel 3)
Deze bestemming is toebedeeld aan de gronden die een vorm van agrarisch grondgebruik behouden. Hierop zijn geen kassen toegestaan.
Bedrijf (artikel 4)
Deze bestemming betreft het bestaande transportbedrijf Soemeersingel 41. De bestaande regeling blijft onveranderd. Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen ten behoeve van een verandering van het gebruik / de functie in een ander bedrijf voor zover opgenomen in de als bijlage bij de regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten'.
Maatschappelijk (artikel 5)
Deze bestemming betreft het bestaande ensemble kerk, pastorie en jeugdgebouw. Hierin zijn maatschappelijke voorzieningen toegestaan. In de pastorie is tevens wonen toegestaan.
Natuur (artikel 6)
In deze bestemming zijn de bestaande bospercelen vervat. Tevens zijn regels opgenomen gebaseerd op de Kadernota Bomenbeleid.
Wonen - Cultuurhistorische waarde (artikel 7)
Uitgangspunt voor het gehele plan is dat de nieuwe ontwikkelingen passen en/of een bijdrage leveren aan het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden van Helenaveen. Daarom komt de bestemming voor het wonen overeen met de vigerende bestemming 'Wonen met cultuurhistorische waarden' in het bestemmingsplan Kom Helenaveen, 1e herziening.
De bestaande woningen zijn allemaal panden op een historische bouwlocatie, al dan niet met een waardevolle architectuur. De kwaliteiten en bouwmogelijkheden zijn beschreven in het rapport 'De Harmonie van Helenaveen'.
Zoals in de paragraaf beeldkwaliteiten verwoord vormt uitgangspunt dat de nieuwe woningen gebouwd worden in de cultuurhistorische eigenheid van Helenaveen.
Om de bouwregels ook te laten gelden voor de nieuw te bouwen woningen, is de volgende aanpak gekozen:
Waarde - Attentiegebied ehs (artikel 8)
Deze dubbelbestemming ligt over het gehele plangebied en strekt tot bescherming van de ecologische hoofdstructuur in de vorm van de nabijgelegen natte natuurparel. In dit artikel is met name geregeld dat er een omgevingsvergunning vereist is voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden.
De regeling is mede gebaseerd op de regels in de "Tweede herziening bestemmingsplan Buitengebied",
Waarde - Waardevolle bebouwing (artikel 9)
Dit artikel geeft een concretisering van het beschermde dorpsgezicht. Ter bescherming van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing geldt deze medebestemming voor de panden met de bestemming 'Maatschappelijk' en 'Wonen - Cultuurhistorische waarde'. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ter bescherming van de aanwezige waarden. Het slopen van deze bebouwing is omgevingsvergunningplichtig.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Anti-dubbeltelregel (artikel 10)
Dit betreft een - wettelijk voorgeschreven - standaardbepaling. Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is hierin bepaald dat gronden, die al eens in aanmerking zijn genomen bij het toestaan van een bouwplan, dat is uitgevoerd of alsnog kan worden uitgevoerd, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen.
Algemene bouwregels (artikel 11)
Hierin zijn de gebruikelijke regels opgenomen inzake uitzondering ondergeschikte bouwonderdelen en bestaande afstanden en maten.
Daarnaast is voor wat betreft parkeervoorzieningen vastgelegd dat een omgevingsvergunning voor het bouwen pas kan worden verleend als is gebleken dat er voldoende parkeervoorzieningen zijn of worden aangelegd conform de normen neergelegd in de gemeentelijke Nota parkeernormen 2013.
Algemene gebruiksregels (artikel 12)
In dit artikel worden vermeld de vormen van gebruik, die strijdig zijn, gevolgd door gevallen waarin hiervan afgeweken kan worden en onder welke voorwaarden. Dat betreft het toestaan van afhankelijke woonruimte bij een woning, het toestaan van bed & breakfastvoorzieningen als een verruimde gebruiksmogelijkheid van een woning, en het toestaan van kamerverhuur of logies in een woning.
Algemene aanduidingsregels (artikel 13)
Over het gehele plangebied ligt de aanduiding 'vrijwaringszone - radarverstoringsgebied', ten behoeve van het ongestoord functioneren van radar- en communicatieapparatuur op het militaire luchtvaartterrein Volkel.
Over een deel van plangebied langs de Helenavaart ligt de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied zoekgebied ecologische verbindingszone / watersystemen', ter verwezenlijking, behoud en herstel van de geprojecteerde ecologische verbindingszone en van een natuurlijk watersysteem. Hierin is met name geregeld dat er een omgevingsvergunning vereist is voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden.
Tevens is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt de onderliggende bestemming te wijzigen in de bestemming 'Natuur' ter realisatie van een ecologische verbindingszone. Hieraan zijn voorwaarden verbonden.
De regeling is mede gebaseerd op de regels in het vigerende bestemmingsplan "Tweede herziening Buitengebied".
Algemene afwijkingsregels (artikel 14)
Dit artikel betreft de gebruikelijke flexibiliteitsbepalingen. De afwijkingen betreffen onder meer het overschrijden van de maximaal toegestane maten, afmetingen en percentages.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht (artikel 15)
Voor volgens de regels afwijkende bestaande bebouwing is voor de omvang, het onderhoud en de herbouw een overgangsregel opgenomen.
Het gebruik van de bebouwing daarentegen wordt indien mogelijk positief bestemd of indien noodzakelijk door handhaving aan de gebruiksregels van de betreffende bestemming aangepast.
In het bijzonder geldt voor de noodwoning Soemeersingel 51 een persoonsgebonden overgangsrecht.
Slotregel (artikel 16)
Hier is vermeld onder welke naam de regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
Het bestemmingsplan doorloopt de gebruikelijke procedure. De voorziene procedurestappen zijn:
In het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan "Soemeersingel - Rector Nuijtsstraat, Helenaveen", als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening, heeft het voorontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken, vanaf 27 oktober 2014, in het gemeentehuis ter inzage gelegen.
Tijdens de termijn van terinzagelegging van het voorontwerpbestemmingsplan zijn 3 inspraakreacties en 2 overlegreacties ingebracht. De behandeling ervan is beschreven in de Nota van Inspraak en Overleg die als bijlage 7 is opgenomen.
Met ingang van 1 mei 2015 heeft gedurende zes weken het bestemmingsplan "Soemeersingel - Rector Nuijtsstraat, Helenaveen" in ontwerp ter inzage gelegen. Tegen dit ontwerpbestemmingsplan zijn geen zienswijzen ingediend.
Het bestemmingsplan is op 7 juli 2015 ongewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad.