direct naar inhoud van Artikel 19 Algemene aanduidingsregels
Plan: Centrum Deurne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201016-C003

Artikel 19 Algemene aanduidingsregels

19.1 Behoud en herstel bebouwingsbeeld - 1

19.1.1 Aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'behoud en herstel bebouwingsbeeld - 1' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en herstel van het bebouwingsbeeld dat tot uitdrukking komt in de parcellering en individuele uitdrukkingsvorm van de bebouwing, de ligging van de voorgevels op de grens met het openbare gebied, de licht gebogen rooilijnen en de bestaande kapvormen.

19.1.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen mogen geen gebouwen worden gebouwd, verbouwd of herbouwd die niet passen binnen het te behouden en herstellen bebouwingsbeeld.

19.1.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.1.2 voor het bouwen, herbouwen of verbouwen van gebouwen mits voldaan wordt aan het volgende:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de algemene stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

19.1.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de lengte, breedte, goothoogte en/of bouwhoogte van gebouwen;
  • b. de dakhelling, nokrichting en/of kapvorm;
  • c. de onderlinge situering van hoofd- en bijgebouwen;

mits dit noodzakelijk is uit een oogpunt van behoud en herstel van het bebouwingsbeeld.

19.2 Behoud en herstel bebouwingsbeeld - 2

19.2.1 Aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'behoud en herstel bebouwingsbeeld - 2' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en herstel van het bebouwingsbeeld dat tot uitdrukking komt in de ligging van de voorgevels op de grens met het openbare gebied.

19.2.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen mogen geen gebouwen worden gebouwd, verbouwd of herbouwd die niet passen binnen het te behouden en herstellen bebouwingsbeeld.

19.2.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.2.voor het bouwen, herbouwen of verbouwen van gebouwen mits voldaan wordt aan het volgende:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de algemene stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

19.2.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de lengte, breedte, goothoogte en/of bouwhoogte van gebouwen;
  • b. de dakhelling, nokrichting en/of kapvorm;
  • c. de onderlinge situering van hoofd- en bijgebouwen;

mits dit noodzakelijk is uit een oogpunt van behoud en herstel van het bebouwingsbeeld.

19.3 Behoud en herstel bebouwingsbeeld -3

19.3.1 Aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'behoud en herstel bebouwingsbeeld - 3' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en herstel van het bebouwingsbeeld dat tot uitdrukking komt in de karakteristiek van de bebouwing en het smalle wegprofiel.

19.3.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen mogen geen gebouwen worden gebouwd, verbouwd of herbouwd die niet passen binnen het te behouden en herstellen bebouwingsbeeld.

19.3.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.3.2 voor het bouwen, herbouwen of verbouwen van gebouwen mits voldaan wordt aan het volgende:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de algemene stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

19.3.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de lengte, breedte, goothoogte en/of bouwhoogte van gebouwen;
  • b. de dakhelling, nokrichting en/of kapvorm;
  • c. de onderlinge situering van hoofd- en bijgebouwen;

mits dit noodzakelijk is uit een oogpunt van behoud en herstel van het bebouwingsbeeld.

19.3.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders gebouwen geheel of gedeeltelijk te slopen;
  • b. Het in lid a. vervatte verbod geldt niet voor:
    • 1. het uitvoeren van werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
    • 2. sloopwerkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning;
  • c. Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid a. zijn slechts toelaatbaar indien hierdoor de cultuurhistorische, architectonische en/of stedenbouwkundige waarden niet onevenredig worden aangetast.