direct naar inhoud van Artikel 11 Algemene aanduidingsregels
Plan: Spoorzone - Middengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201014-C001

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

11.1 wro-zone - wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' geheel of gedeeltelijk te wijzigen naar de bestemming Wonen - 2, met dien verstande dat:

  • a. ter plaatse ten hoogste 2 woningen zijn toegestaan, mits stedenbouwkundig aanvaardbaar, waarvan één woning geörienteerd dient te zijn op de Katoenstraat en één woning op de Industrieweg;
  • b. de goothoogte van het hoofdgebouw ten hoogste 6,2 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van het hoofdgebouw ten hoogste 11,5 m mag bedragen;
  • d. de overige bouwregels zoals opgenomen in Artikel 8 Wonen - 2 na wijziging onverminderd van toepassing is;
  • e. middels onderzoek is aangetoond dat er geen milieutechnische belemmeringen aanwezig zijn;
  • f. ten behoeve van de woningen voldoende parkeervoorzieningen worden getroffen, conform de gemeentelijk Nota Parkeernormen.
11.2 milieuzone - hindergevoelige functie

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - hindergevoelige functie' mogen uitsluitend woningen worden gebouwd, zoals geregeld in Artikel 8 Wonen - 2:

a. nadat het hindergevende bedrijf is opgeheven, dan wel nadat de hindergevende afstandsmaat is verminderd dan wel nadat de hindergevende bedrijfsactiviteiten zodanig zijn aangepast dat er redelijkerwijs geen milieuhygiënische belemmeringen meer zijn voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en;

b. nadat de onder a genoemde maatregel(en) is (zijn) vastgelegd in een onherroepelijke omgevingsvergunning voor de activiteit milieu, dan wel een onherroepelijk besluit in het kader van een Algemene Maatregel van Bestuur.

11.3 veiligheidszone - vuurwerk
  • a. binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vuurwerk' en buiten de perceelsgrenzen van de risicovolle inrichting, mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
  • 1. de gebiedsaanduiding ´veiligheidszone - vuurwerk´ opgeheven wordt, indien de aanwezige risicovolle inrichting gesaneerd is, dan wel uit nader onderzoek is gebleken dat de aanwezige risicovolle inrichting buiten werking is gesteld, of
  • 2. de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vuurwerk´ aangepast dient te worden indien de situering van de inrichting wordt gewijzigd.