direct naar inhoud van Artikel 17 Algemene aanduidingsregels
Plan: Kom Vlierden, 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201010-C001

Artikel 17 Algemene aanduidingsregels

17.1 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
  • a. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede aangewezen voor de bescherming van het waterwingebied Vlierden.
  • b. In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming(en) is het verboden op de gronden gelegen binnen deze aanduiding bouwwerken op te richten of werkzaamheden uit te voeren die in strijd zijn met de provinciale Milieuverordening Noord-Brabant, meer bepaald de regels ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater, met het oog op de waterwinning.
17.2 Veiligheidszone - lpg
  • a. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede aangewezen als buffer.
  • b. In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming(en) is het verboden op de gronden gelegen binnen deze aanduiding kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te wijzigen in die zin dat:
    • 1. de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' vervalt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de risicovolle inrichting buiten werking is gesteld;
    • 2. de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' wordt verkleind, indien uit onderzoek is gebleken dat door een wijziging van de bedrijfsvoering in de risicovolle inrichting de plaatsgebonden risicocontour kleiner is geworden of dat door aangepaste wet- en regelgeving, nieuwe inzichten, danwel nieuwe rekenmethoden een kleinere plaatsgebonden risicocontour geldt.
17.3 Vrijwaringszone - molenbiotoop
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede aangewezen voor het behoud en het herstel van een goede windvang van de Johanna-Elisabeth molen. De molen zelf staat buiten het plangebied, maar de invloedssfeer van de molen ligt over een deel van het plangebied van dit bestemmingsplan.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' mag de bouwhoogte van nieuw op te richten bouwwerken:
    • 1. binnen een afstand van 100 meter uit de molen niet meer bedragen dan de onderste punt van de verticaal staande wiek van die molen;
    • 2. binnen een afstand van 100 tot 400 meter van de molen, niet meer bedragen dan 1/30 van de afstand tussen bouwwerken en de molen, gerekend vanaf de onderste punt van een verticaal staande wiek.