Plan: Heilaar, IABC ong.
Idn: NL.IMRO.0758.BP2011037003-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Heilaar, IABC ong..

Artikel 3 Bedrijventerrein

 

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven in de milieucategorie 2 en 3 zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;

  2. bestaande bedrijven;

  3. ondergeschikte kantoren;

 

met daarbij behorende:

  1. groen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. parkeren;

  4. verkeer;

  5. waterhuishouding, waterloop, waterberging en waterretentie.

 

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Algemeen

  1. Het bouwperceel moet een minimale omvang hebben van 5.000 m².

  2. Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel maximaal 70% bedragen.

 

3.2.2 Gebouwen

  1. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen gebouwen worden gebouwd.

  2. De bouwhoogte van een bedrijfsgebouw mag maximaal 35 meter bedragen.

  3. De bouwhoogte van een bedrijfsgebouw moet minimaal 3 meter bedragen.

  4. Voor bebouwing geldt een minimale FSI van 0,5.

  5. Per bouwperceel moeten het kantoor en de bedrijfsruimte tot een en hetzelfde bedrijf behoren.

  6. De afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt minimaal 2,50 meter.

 

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van opslag worden gebouwd.

  2. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,5 meter bedragen.

  3. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 8 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van opslag maximaal 6 meter mag bedragen.

 

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 3.2.1, onder a en toestaan dat een bouwperceel een kleinere omvang heeft om een meest doelmatige inrichting van het bedrijventerrein mogelijk te maken, mits het bouwperceel een minimale omvang heeft van 2.000 m²;

  2. lid 3.2.1, onder b en toestaan dat het bebouwingspercentage wordt verhoogd tot 90%, met dien verstande dat;

    1. dit vanuit stedebouwkundig oogpunt aanvaardbaar is of noodzakelijk is in verband met de voorgestane ruimtelijke kwaliteit;

    2. dit vanuit een oogpunt van de brandveiligheid aanvaardbaar is;

    3. het bedrijf blijft voldoen aan het bepaalde in artikel 13.1 ten aanzien van parkeren.

  3. lid 3.2.2, onder f, ten behoeve van het bouwen op één zijdelingse bouwperceelgrens in verband met het koppelen van twee bedrijfsgebouwen met dien verstande dat:

    1. dit vanuit stedebouwkundig oogpunt aanvaardbaar is of noodzakelijk is in verband met de voorgestane ruimtelijke kwaliteit;

    2. dit vanuit een oogpunt van de brandveiligheid aanvaardbaar is;

    3. het bedrijf blijft voldoen aan het bepaalde in artikel 13.1 ten aanzien van parkeren.

 

 

 

3.4 Specifieke gebruiksregels

Om in de noodzakelijke wateropvang als gevolg van de herontwikkeling te voorzien dient voldoende retentiemogelijkheden te worden aangelegd. De inrichtingsplannen dienen hiertoe ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het waterschap.

 

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 voor:

  1. een inrichting, bedrijf of bedrijfsactiviteit die naar aard en invloed op de omgeving gelijk is te stellen met de in deze regels direct toegelaten inrichtingen, bedrijven of bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat dit niet geldt voor de vestiging van:

    1. detailhandelsbedrijven;

    2. zelfstandige kantoren;

    3. horecabedrijven;

    4. bedrijven welke vallen onder artikel 2.1, lid 3, Besluit omgevingsrecht;

    5. risicovolle bedrijven als bedoeld in artikel 2, lid 1, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen en artikel 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen.

  2. een facilitypoint, met dien verstande dat:

    1. dit uitsluitend bestemd is voor de op het bedrijventerrein Heilaar gevestigde bedrijven;

    2. dit niet binnen de invloedsgebieden van een al aanwezige risicovolle inrichting wordt gesitueerd, tenzij wordt aangetoond dat voldaan wordt aan het groepsrisico;

    3. het totaal bruto vloeroppervlak maximaal niet meer bedraagt dan 2.000 m².