Plan: Openbaar Vervoer Terminal Complex (OVTC)
Idn: NL.IMRO.0758.BP2010019003-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Openbaar Vervoer Terminal Complex (OVTC).

HOOFDSTUK 3 Algemene regels

 

 

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

  1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming.

  2. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde onder a., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

 

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

 

7.1 Geluidzone - Spoor en Geluidzone - Weg

 

7.1.1 Algemeen

In afwijking van hoofdstuk 2 geldt dat ter plaatse van de aanduidingen 'geluidzone- spoor' en 'geluidzone - weg' geluidgevoelige objecten niet zijn toegestaan.

 

7.1.2 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1.1 :

  1. indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting van de spoorweg en/of de weg op de gevel van de geluidgevoelige objecten de wettelijke voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt, en

  2. indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting van de spoorweg en/of de weg op de gevel van de geluidgevoelige objecten de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders vastgestelde hogere waarde niet overschrijdt en wordt voldaan aan de eventueel in dat besluit opgenomen voorwaarden, en

  3. bij de gebouwen of delen van gebouwen, bedoeld voor geluidgevoelige objecten, de gevel(s) waarop de hoge geluidbelasting aanwezig is als dove gevel(s) wordt/worden uitgevoerd.

 

7.2 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen

 

7.2.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding ‘Veiligheidszone–vervoer gevaarlijke stoffen’ mogen geen kwetsbare objecten, beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in artikel 4.1 van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen worden opgericht.

 

7.2.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 voor het oprichten van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding ‘Veiligheidszone – vervoer gevaarlijke stoffen’. Een omgevingsvergunning kan worden verleend met dien verstande dat, ter waarborging van de zelfredzaamheid van personen en de bestrijding van de gevolgen van calamiteiten, in het kader van het beperken van het groepsrisico (GR), eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van:

  1. de brandwerendheid van constructies en gevels;

  2. de brand- en rookontwikkeling van materialen;

  3. de luchtdichtheid van constructies en gevels;

  4. de afsluitbaarheid van ventilatiesystemen;

  5. de situering van hoofdentree(s);

  6. de ontruimingstijd van bouwwerken.

 

7.2.3 Wijziging

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de aanduiding ‘Veiligheidszone–vervoer gevaarlijke stoffen’, aan de hand van de op dat moment geldende regelgeving, te wijzigen, te verkleinen of geheel te laten vervallen.

 

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. de planregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;

  2. de planregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.