Plan: Binnenstad
Idn: NL.IMRO.0758.BP2010001001-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Binnenstad.

Artikel 15 Verkeer

 

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen, straten en paden;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens voor een parkeergarage;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' tevens voor detailhandel en horeca behorende tot categorie 1;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'groen' uitsluitend voor beplantingszones;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - winterterras' tevens voor winterterrassen behorende bij de aangrenzende functies;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' tevens voor een voetbalkooi;

  7. evenementen;

  8. markten en standplaatsen;

  9. terrassen;

  10. parkeren;

  11. nutsvoorzieningen;

  12. speelvoorzieningen, waaronder kunstgrasvelden;

  13. kunstobjecten (waaronder beelden);

  14. fietsenstallingen;

  15. bruggen, duikers, kade(muren);

  16. groen;

  17. water.

 

15.2 Bouwregels

 

15.2.1 Algemeen

De gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van parkeergarages, kiosken en winterterrassen ter plaatse van de betreffende aanduidingen, nutsvoorzieningen, fietsenstallingen en gebouwen ten behoeve van het verkeer, zoals tunnels, bruggen, viaducten, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

15.2.2 Gebouwen

  1. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat winterterrassen binnen de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - winterterras' mogen worden opgericht.

  2. De voorgevels van winterterrassen dienen in of achter de aanduidingsgrens te worden geplaatst.

  3. Ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 4 meter.

  4. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - winterterras' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 4 meter.

  5. De bouwhoogte van overige gebouwen mag niet meer bedragen dan zoals ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.

 

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. De hoogte van lichtmasten mag maximaal 15 meter bedragen.

  2. De hoogte van vlaggenmasten mag maximaal 10 meter bedragen.

  3. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.

  4. Het bepaalde onder c. geldt niet ten aanzien van kunstobjecten en speelvoorzieningen.

 

15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

15.3.1 Dwarsprofielen

  1. Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. het aanleggen, verwijderen of wijzigen van oppervlakteverhardingen van gronden in afwijking van de dwarsprofielen zoals opgenomen in bijlage 5 van de regels;

  2. het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken in afwijking van de dwarsprofielen zoals opgenomen in bijlage 5 van de regels.

  1. Het verbod als bedoeld in lid a. is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  1. het normaal onderhoud en beheer betreffen; en/of

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;

  3. indien en voor zover reeds goedkeuring, vergunning of ontheffing is vereist uit hoofde van een wet, een algemene maatregel van bestuur of een gemeentelijke of provinciale verordening waarbij de schoonheid en het karakter van het beschermd stadsgezicht (mede) in overweging zijn genomen.

  1. Sloop als bedoeld in lid a., onder 2, is alleen toelaatbaar indien dit gepaard gaat met herbouw van een vergelijkbaar bouwwerk, gelet op de afmetingen.

  2. Het bevoegd gezag verleent de in lid a. bedoelde vergunning niet dan nadat de commissie Ruimtelijke Kwaliteit in de gelegenheid is gesteld aan het bevoegd gezag advies uit te brengen.

  3. Het bevoegd gezag verleent de in lid a. bedoelde vergunning niet, indien door de in dat lid genoemde werken en werkzaamheden de schoonheid en het karakter van het beschermd stadsgezicht worden aangetast.

 

15.3.2 Groen

  1. Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag ter plaatse van de aanduiding 'groen' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

  1. het aanleggen, verwijderen of wijzigen van oppervlakteverhardingen van gronden;

  2. het kappen van boom- en laanbeplaningen;

  3. het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken.

  1. Het verbod als bedoeld in lid a. is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  1. het normaal onderhoud en beheer betreffen; en/of

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;

  3. indien en voor zover reeds goedkeuring, vergunning of ontheffing is vereist uit hoofde van een wet, een algemene maatregel van bestuur of een gemeentelijke of provinciale verordening waarbij de schoonheid en het karakter van het beschermd stadsgezicht (mede) in overweging zijn genomen.

  1. Sloop als bedoeld in lid a., onder 3, is alleen toelaatbaar indien dit gepaard gaat met herbouw van een vergelijkbaar bouwwerk, gelet op de afmetingen.

  2. Het kappen van boom- en laanbeplanting als bedoeld in lid a, onder 2, is alleen toelaatbaar indien dit gepaard gaat met herbeplanting.

  3. Het bevoegd gezag verleent de in lid a. bedoelde vergunning niet, indien door de in dat lid genoemde werken en werkzaamheden de schoonheid en het karakter van het beschermd stadsgezicht worden aangetast.