Plan: Binnenstad
Idn: NL.IMRO.0758.BP2010001001-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Binnenstad.

Artikel 10 Gemengd-2

 

 

10.1 Bestemingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. Algemeen

Begane grond:

  1. cultuur en ontspanning;

  2. maatschappelijke voorzieningen;

  3. bedrijven in milieucategorie 1 en 2 zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;

  4. bestaande bedrijven;

  5. kantoren met een bedrijfsvloeroppervlak tot maximaal 500 m2;

  6. bestaande kantoren met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 500 m2;

  7. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

  8. openbare fietsenstallingen.

Verdiepingen:

  1. wonen;

  2. openbare fietsenstallingen.

  1. Op de begane grond en/of de verdiepingen zoals aangegeven in bijlage 2 tevens voor:

  1. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' voor horeca behorende tot de categorieën 1 en 2;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3' voor horeca behorende tot de categorieën 1 tot en met 3;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4' voor horeca behorende tot de categorieën 1 tot en met 4.

  1. Ter plaatse van de betreffende aanduidingen en zoals aangegeven in bijlage 4 tevens voor:

  1. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' voor kantoren op de verdiepingen;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' voor detailhandel op de begane grond;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' voor dienstverlening op de begane grond;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' op de eerste verdieping voor dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, bedrijven in milieucategorie 1 en 2 zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens voor parkeergarages.

  1. Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' binnen de aangegeven 'wro-zone - wijigingsgebied' tevens voor een ondergrondse parkeergarage.

  2. Met daarbij behorend:

  1. ondergeschikte horeca;

  2. parkeren;

  3. verkeer;

  4. fietsenstallingen;

  5. nutsvoorzieningen;

  6. groen.

 

10.2 Bouwregels

 

10.2.1 Gebouwen

  1. Het bestaande aantal bouwpercelen mag niet worden vermeerderd.

  2. Per bouwperceel is maximaal één hoofdgebouw toegestaan.

  3. Per bouwlaag is maximaal één woning toegestaan, met inachtneming van het onder d. en e. bepaalde.

  4. Als het bestaande aantal woningen meer is dan één per bouwlaag mag het bestaande aantal worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.

  5. Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bouwvlak’ worden gebouwd.

  6. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  7. Bij gestapelde woningen mogen geringe bouwwerken, zoals liften, entreepartijen, trapportalen en trappenhuizen, buiten het bouwvlak gesitueerd worden tot een maximum van 30 m2 en balkons tot een maximum van 10 m2 per balkon.

  8. De bouw-en/of goothoogte van gebouwen mag niet meer of minder bedragen dan zoals ter plaatse van de aanduiding, 'minimale-maximale goothoogte (m)', 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' en 'maximale bouwhoogte' is aangegeven, met inachtneming van het onder i. bepaalde.

  9. Daar waar geen maximale bouwhoogte is aangegeven bij de aanduiding 'minimale-maximale goothoogte', mag de bouwhoogte maximaal 4 meter meer bedragen dan de goothoogte.

  10. Voorzover in het bouwvlak geen maatvoeringsvlak is aangegeven mag maximaal één bouwlaag worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 0,30 meter boven de vloer van de eerste verdieping.

  11. Als de bestaande maatvoering afwijkt van hetgeen in deze regels is aangegeven, mag deze afwijkende maatvoering worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.

 

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. De hoogte van lichtmasten mag maximaal 8 meter bedragen.

  2. De hoogte van luifels mg maximaal 6 meter bedragen.

  3. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter mag bedragen.

  4. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.

 

10.2.3 Onderdoorgangen

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dienen de bestaande onderdoorgangen te worden gehandhaafd.

 

10.3 Specifieke gebruiksregels

  1. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van hoofdgebouwen voor meer dan één woning per bouwlaag of kamerverhuur voor meer dan vier personen per bouwlaag. Indien het bestaande aantal woningen meer is dan één per bouwlaag of er is sprake van kamerverhuur voor meer dan vier personen per bouwlaag, dan mag het bestaande aantal worden gehandhaafd;

  2. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel in voedings- en genotmiddelen met een oppervlakte van meer dan 300 m2;

  3. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van speelautomatenhallen.

  1. De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:

  1. ten hoogste 5 bedden in ten hoogste 2 kamers worden gebruikt ten behoeve van de bed & breakfast;

  2. de hoofdbewoner minimaal 60% van de woning in gebruik houdt voor het wonen.

 

 

10.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. artikel 10.1, onder a, voor een inrichting, bedrijf of bedrijfsactiviteit die naar aard en invloed op de omgeving gelijk is te stellen met de in deze regels direct toegelaten activiteiten met dien verstande dat dit niet geldt voor de vestiging van:

  1. zelfstandige detailhandel;

  2. zelfstandige kantoren;

  3. horecabedrijven;

  4. bedrijven welke vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;

  5. risicovolle bedrijven als bedoeld in artikel 2, lid 1, van het Bevi.

  1. artikel 23, voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit in een bijgebouw met dien verstande dat:

  1. maximaal 60 m2 van het bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit mag worden gebruikt;

  2. het gebruik niet tot zodanige verkeersaantrekking mag leiden dat een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse ontstaat;

  3. de activiteit qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;

  4. de activiteit niet-vergunningplichtig ingevolge de Wet milieubeheer mag zijn;

  1. van het bepaalde in artikel 23 voor het gebruik en/of (ver)bouwen van een bijgebouw bij een bestaande woning als afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg, met dien verstande dat:

  1. maximaal 60 m2 van het bijgebouw voor mantelzorg mag worden aangewend;

  2. de zorgvraag afgeleid dient te kunnen worden uit een indicatie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning en beperkt dient te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden;

  3. de afhankelijke woonruimte niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving;

  4. er geen strijd ontstaat met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en geen belemmering ontstaan in het kader van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden voor omliggende bedrijven;

  5. zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd.

 

10.5 WRO-zone - wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen binnen de aangegeven 'wro-zone - wijzigingsgebied' de functieaanduiding 'horeca van categorie 7' toevoegen met dien verstande dat:

  1. door middel van een onderzoek is aangetoond dat binnen Breda ruimte is voor een hotel op deze locatie;

  2. maximaal 175 kamers mogen worden gerealiseerd;

  3. de bouwhoogte van gebouwen het aangeduide maximum niet mag overschrijden.