26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen,
-
b. extensief recreatief medegebruik;
-
c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen, zoals bruggen, steigers en duikers;
-
d. groenvoorzieningen;
-
e. de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van een ecologische verbindingszone ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - ecologische
verbindingen';
-
f. de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding '
milieuzone - beekherstel
';
-
g. het behoud, het herstel en de versterking van de landschappelijke en natuurwaarden, archeologische, cultuurhistorische en aardkundige waarden en kenmerken van de gronden;
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen en voorzieningen voor waterkering
26.2 Bouwregels
Op de tot 'Water' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming,
26.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. aanlegsteigers zijn niet toegestaan;
-
b. stuwen zijn uitsluitend toegestaan indien en voor zover daardoor bestaande kanoroutes niet worden belemmerd;
-
c. de bouwhoogte mag niet meer dan 1,50 m bedragen.
26.3 Afwijken van de bouwregels
26.3.1 Oeververbindingen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 26.1 ten behoeve van oeververbindingen voor wandelaars, onder de voorwaarde dat geen aantasting plaatsvindt van:
-
a. de waarden die het bestemmingsplan ter plaatse van de activiteit en op de omliggende gronden beogen te beschermen;
-
b. het belang van behoud van de kanoroute;
26.3.2 Aanlegsteigers
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in
26.2.1 onder
a ten behoeve van aanlegsteigers voor extensief niet-commercieel gebruik, onder de voorwaarde dat geen aantasting plaatsvindt van de waarden die de omliggende bestemmingen beogen te beschermen.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.4.1 Verbod
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. ter plaatse van de aanduiding '
milieuzone - ecologische verbindingen
': het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2;
-
b. ter plaatse van de aanduiding '
milieuzone - beekherstel
':
-
1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2;
-
2. het ophogen van gronden.
26.4.2 Uitzonderingen op verbod
Het in
26.4.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
-
a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
-
b. in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
26.4.3 Afwegingskader
De in
26.4.1
genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
26.4.4 Waarden
Onder de in
26.4.3
genoemde waarden worden verstaan:
-
a. ten aanzien van de in
26.4.1
onder a genoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de ecologische verbindingszone voor uitwisseling van flora en fauna tussen natuurgebieden;
-
b. ten aanzien van de in
26.4.1 onder b genoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de gronden voor behoud, beheer en herstel van watersystemen.
26.4.5 Advies
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in
26.4.1 onder b wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.