12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.3.1 Verbod
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. ter plaatse van de aanduiding '
milieuzone - ecologische verbindingen
': het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2;
-
b. ter plaatse van de aanduiding '
milieuzone - beekherstel
':
-
1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2;
-
2. het ophogen van gronden.
-
c. grondwerkzaamheden zoals het afgraven, ophogen, vergraven en egaliseren van gronden alsmede het indrijven van voorwerpen in de grond;
-
d. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen voor zover groter dan 200 m2 per ingreep;
-
e. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
-
f. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur waarbij de breedte van de grondwerken meer dan 50 cm bedraagt;
-
g. het verwijderen of wijzigen van perceelsgrenzen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilranden, landschapselementen en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
-
h. het aanbrengen van onderbemaling;
-
i. het aanleggen, dempen of wijzigen (zoals het verbreden, verdiepen, wijzigen van oevers en profiel) van sloten, greppels, watergangen en overige waterpartijen alsmede het aanleggen van een drainagestelsel.
12.3.2 Uitzonderingen op verbod
Het in
12.3.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
-
a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen, waaronder bosexploitatie;
-
b. in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning;
-
c. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Natuurbeschermingswet;
-
d. die worden uitgevoerd krachtens een door burgemeester en wethouders vooraf goedgekeurd beheersplan.
12.3.3 Afwegingskader
De in
12.3.1
genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
12.3.4 Waarden
Onder de in
12.3.3
genoemde waarden worden verstaan:
-
a. ten aanzien van de in
12.3.1
onder a genoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de ecologische verbindingszone voor uitwisseling van flora en fauna tussen natuurgebieden;
-
b. ten aanzien van de in
12.3.1
onder b genoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de gronden voor behoud, beheer en herstel van watersystemen.
-
c. ten aanzien van de in
12.3.1
onder c t/m i genoemde werken of werkzaamheden: de waarden als bedoeld in
12.1.
12.3.5 Advies
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in
12.3.1
onder b wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.