direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Boxmeer-Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0756.BP09BmrNoordBmr-OH01

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. onderwijsdoeleinden;
  • b. sociaal-medische doeleinden;
  • c. sociaal-culturele doeleinden;
  • d. levensbeschouwelijke doeleinden;
  • e. sportdoeleinden;
  • f. een uitvaartbedrijf, uisluitend ter plaatse van de aanduiding 'uitvaartcentrum';
  • g. aan de onder a. tot en met f. genoemde ondergeschikte horecavoorzieningen;
  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. groenvoorzieningen
  • m. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • n. gemeentelijke monumenten, te plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - gemeentelijk monument'.

met de daarbij behorende:

  • o. verhardingen;
  • p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd, behalve bijgebouwen met een maximale goothoogte van 3 meter. Bijgebouwen mogen ook buiten het bouwvlak worden opgericht, mits de afstand tot de bestemming "Verkeer" in acht wordt genomen van ten minste 5 meter;
  • b. het bouwvlak mag worden bebouwd tot maximum het, ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' vermelde bebouwingspercentage.
  • c. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd voor onderwijsdoeleinden, sociaalmedische doeleinden, sociaalculturele doeleinden, levensbeschouwelijke doeleinden en sportdoeleinden;
  • d. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient tenminste 5 meter te bedragen;
  • e. ten aanzien van de goot- en bouwhoogte gelden de, ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' opgenomen maximale hoogten;
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag

(1) vóór de voorgevelrooilijn niet meer dan 1 meter bedragen;

(2) achter de voorgevelrooilijn niet meer dan 2 meter bedragen;

  • b. de hoogte van kunstobjecten, palen en masten mag niet meer dan 12 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor de uitoefening van een, han-dels- en/of horecabedrijf (met uitzondering van ondergeschikte horeca), van een escortbedrijf en/of seks-inrichting alsmede het gebruik van hoofdgebouwen en gebouwen voor permanente of tijdelijke bewoning.