Plan: | Boxmeer-Noord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0756.BP09BmrNoordBmr-OH01 |
De voor 'Waarde - archeologisch onderzoeksgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Het is verboden om op of in gronden met de bestemming Waarde - archeologisch onderzoeksgebied' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een aanlegvergunning, als bedoeld in artikel 3.16 Wet ruimtelijke ordening, van burgemeester en wethouders, zulks ongeacht het bepaalde in de voorschriften bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
- dieper reiken dan 0,4 meter onder het maaiveld en het grondoppervlak meer is dan 2.500 m²
- en niet behoren tot het normale onderhoud en beheer van landschap, wegen, wateren, kabels en leidingen.
- dieper reiken dan 0,4 meter onder het maaiveld en het grondoppervlak meer is dan 2.500 vierkante meter;
- en niet behoren tot het normale onderhoud en beheer van landschap, wegen, wateren, kabels en leidingen;
De aanlegvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in 16.2 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal.
Aan de aanvraag voor een aanlegvergunning kan de voorwaarde worden verbonden dat een rapport wordt overgelegd waarin de archeologische waarde van de gronden die blijkens de aanvraag worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan de aanlegvergunning kunnen in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen burgemeester en wethouders voorwaarden en/of voorschriften verbinden aan een bouwvergunning op of in gronden bestemd als Waarde - archeologisch onderzoeksgebied indien de werken of werkzaamheden dieper reiken dan 0,4 meter onder het maaiveld; en het grondoppervlak van het gebied waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft groter is dan 2.500 m².
Aan de aanvraag voor een bouwvergunning voor de gronden, kan de voorwaarde worden verbonden dat een rapport wordt overgelegd waarin de archeologische waarde van de gronden die blijkens de aanvraag worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan de bouwvergunning kunnen in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
de bestemming Waarde - archeologisch onderzoeksgebied, als bedoeld in 16.1. gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.