direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer
Plan: Boxmeer-Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0756.BP09BmrNoordBmr-OH01

Artikel 13 Verkeer

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (gebouwen voor) openbare, nuts- en verkeersvoorzieningen;
  • b. wegen en paden;
  • c. voet- en rijwielpaden;
  • d. railverkeer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer';
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • i. verhardingen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met daaraan ondergeschikt:

  • k. evenementen.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. alleen gebouwen ten behoeve van openbare, nuts- en verkeersvoorzieningen zijn toegestaan;
  • b. de inhoud mag niet meer dan 50 m3 bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen.

13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van kunstobjecten, palen en masten mag niet meer dan 12 meter bedragen;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1,5 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van railverkeer, mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.