direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd
Plan: Bestemmingsplan Maashees
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0756.BP08Mhskomplan-OH02

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor “Gemengd” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. gebouwen voor:

- wonen;

- detailhandel:

- dienstverlenende voorzieningen;

- maatschappelijke voorzieningen

- kantoren;

b. aan huis gebonden beroepen;

c. tuinen en erven;

d. wegen, paden en parkeervoorzieningen;

e. nutsvoorzieningen;

f. groenvoorzieningen, waaronder speelvoorzieningen;

g. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

met de daarbij behorende:

h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels - bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
  • b. het bouwvlak mag worden bebouwd tot het op de verbeelding aangeduide maximum bebouwingspercentage;
  • c. de afstand van een bedrijfsgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient tenminste 5 meter te bedragen, met uitzondering van kassen en warenhuizen, waarvan de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens tenminste 1 meter moet bedragen;
  • d. ten aanzien van de goot- en nokhoogte van de bedrijfsgebouwen gelden de op de verbeelding aangeduide maximale hoogten;

6.3 Bouwregels - bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. per bedrijf is maximaal één woning toegestaan;
  • b. de woning mag uitsluitend binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. de woning moet met één gevel in, dan wel tot maximaal 1 meter achter de op de op de verbeelding aangeduide voorgevelrooilijn worden gebouwd;
  • d. ten aanzien van de goothoogte en hoogte van de woning gelden de op de verbeelding aangeduide maximale hoogten.

6.4 Bouwregels - bijgebouwen aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen, voor zover gelegen buiten de aanduiding bedrijfswoning, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bijgebouwen, aan- en uitbouwen dienen minimaal 2 meter achter de voorgevel c.q. de denkbeeldige lijn evenwijdig aan de voorgevel van de woning te worden gebouwd;
  • b. achter de voorgevelrooilijn moet een aaneengesloten open ruimte van ten minste 30 m² aanwezig zijn;
  • c. in afwijking van het bepaalde in lid 3 onder c. geldt, dat vóór de naar de weg toegekeerde zijde (voorgevel) van de woning een aanbouw mag worden gebouwd, met dien verstande dat:

(1) de afstand tot de aan de wegzijde gelegen perceelsgrens minimaal 1,5 meter bedraagt;

(2) de goothoogte maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag bedraagt;

(3) de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de voorgevel van de woning;

(4) de diepte maximaal 1,5 meter bedraagt, gemeten vanaf de voorgevel van de woning;

  • d. het gezamenlijk oppervlak van de bijgebouwen, aan- en uitbouwen mag per perceel ten hoogste 60 m² bedragen;
  • e. indien de grondoppervlakte achter de voorgevelrooilijn groter is dan 200 m², dan mag de onder d. genoemde oppervlakte overschreden worden met 10% van het meerdere, echter tot maximaal 90 m²;
  • f. bijgebouwen, aan- en uitbouwen mogen tot in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder f. mag bij vrijstaande woningen binnen een strook van 17 meter diep, te rekenen vanaf de voorgevel c.q. de denkbeeldige lijn evenwijdig aan de voorgevel van de woning, slechts aan één zijde tot in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd en moet de afstand tot de andere zijdelingse perceelsgrens ten minste 3 meter bedragen; buiten voornoemde strook van 17 meter mogen de bijgebouwen tot in de zijdelingse perceelsgrenzen worden gebouwd;
  • h. de goothoogte en hoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen mogen respectievelijk niet meer dan 3 meter en 5,5 meter bedragen;

(1) de hoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen mag in de zijdelingse perceelsgrens niet meer bedragen dan 3 meter en van daaraf in gelijke mate met de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens toenemend tot niet meer dan 5,5 meter, behoudens het bepaalde onder (2);

(2) indien bijgebouwen, aan- en uitbouwen aan weerszijden van de zijdelingse perceelsgrens aaneengesloten worden gebouwd, mag de hoogte niet meer dan 5,5 meter bedragen;

  • i. naast het bepaalde onder d. en e. mag bij iedere woning een overkapping worden gebouwd waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:

(1) de overkapping dient minimaal 1 meter achter de voorgevel c.q. de denkbeeldige lijn evenwijdig aan de voorgevel van de woning te worden gebouwd;

(2) de oppervlakte mag niet meer dan 25 m² bedragen;

(3) de hoogte mag maximaal 3 meter bedragen.

6.5 Bouwregels - bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende

bepalingen:

a. de hoogte mag maximaal 3 meter bedragen, uitgezonderd erf- en tuinafscheidingen;

b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt, dat:

(1) de hoogte van erf-/terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn maximaal 1 meter mag bedragen;

(2) de hoogte van erf-/terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn maximaal 2 meter mag bedragen;

c. de hoogte van vlaggenmasten mag maximaal 8 meter bedragen.

6.6 Gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor de uitoefening van een ambachtelijk, industrieel, handels- en/of horecabedrijf, van een escortbedrijf en/of seksinrichting en nieuwe vestiging van intensieve veehouderij, alsmede het gebruik van bedrijfsgebouwen, met uitzondering van de bedrijfswoning, en vrijstaande bijgebouwen voor permanente of tijdelijke bewoning.