direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Koekoekbos, Villawijk en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0753.bpkoekoekvillagolf-VA01

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de bestemmingsgrens:

De kortste afstand van het buitenwerkse gevelvlak van een gebouw tot de bestemmingsgrens.

2.2 de afstand tot de (zijdelingse)perceelsgrens:

De kortste afstand van het buitenwerkse gevelvlak van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelsgrens.

2.3 de afstand tussen gebouwen:

De kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van gebouwen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

Vanaf het peil, tenzij in de regels anders aangegeven, tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de breedte van bouwpercelen:

De afstand tussen de zijdelingse perceelsgrenzen.

2.6 de dakhelling:

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.7 de inhoud van een bouwwerk:

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 de goothoogte van een bouwwerk:

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.9 de inhoud van een bouwwerk:

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.10 de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:

De buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten afstand.

2.11 de oppervlakte van een bouwwerk:

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 meter bedraagt.