Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Asten Verzamelplan 2021-2 |
Status: | vastgesteld |
Plan identificatie: | NL.IMRO.0743.BP02021001-VS01 |
aanduiding: | toegestane diersoorten: | |||
melkrundveehouderij | Intensieve veehouderij | pluimveehouderij | vleeskuikenhouderij | |
‘specifieke vorm van agrarisch – vleeskuikenhouderij’ | X | X | X |
X |
bouwwerken | minimaal | Maximaal |
afstand tot de as van de weg | 15 m | n.v.t. |
bedrijfsgebouwen algemeen | minimaal | maximaal |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
afstand tussen bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
bedrijfswoning | minimaal | Maximaal |
afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
inhoud | maximaal 750 m3 (inclusief aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam / bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
vrijstaande bijgebouwen bij woningen | Minimaal | maximaal |
afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 80 m² |
goothoogte | n.v.t. | 3 m |
nokhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning | 1,5 m | 25 m |
bouwwerken, geen gebouwen zijnde | maximaal |
bouwhoogte mestbassins | 8,5 m |
bouwhoogte voedersilo’s en watersilo’s | 15 m |
bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor de voorgevel, elders 2 m |
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m2 |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
criteria voor vergunningverlening | |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1. het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; 3. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan aardkundige waarden in de gebied ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - aardkundig waardevol gebied’; 4. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - kwetsbare soorten’ dan wel ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - attentiegebied NNB’; 5. het betrokken waterschapsbestuur wordt gehoord; 6. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - leefgebied struweelvogels’ |
het aanleggen van waterbassins / waterbergingen | 1. de aanleg van het waterbassin / waterberging is noodzakelijk in het kader van agrarische bedrijfsvoering; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden. Aantasting kan worden voorkomen door zorgvuldige inplanting; 3. er mag geen aantasting plaatsvinden van de verkeersveiligheid ter plaatse |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | 1. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het (extensief) recreatief medegebruik; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; 3. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan aardkundige waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - aardkundig waardevol gebied’; 4. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - kwetsbare soorten’ dan wel ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - attentiegebied NNB’; 5. het betrokken waterschapsbestuur wordt gehoord; 6. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - leefgebied struweelvogels’ |
het vellen of rooien van houtgewas | er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden |
het aanbrengen van lage en hoge (voor zover het geen bouwwerken betreft) tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen uitsluitend zolang de teelt het vereist met een maximum van 6 maanden. Deze voorzieningen zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduidingen ‘overige zone - kwetsbare soorten’, ‘overige zone - groenblauwe mantel’, ‘overige zone - ecologische hoofdstructuur’ dan wel ‘overige zone - attentiegebied NNB’ | 1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf; 2. er mag geen blijvende schade worden aangericht aan het foerageergebied van de struweelvogels ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - leefgebied struweelvogels’; 3. rekening moet worden gehouden met de landschappelijke waarden als omschreven in 4.1; 4. het plaatsen van de voorzieningen mag geen afbreuk doen aan het functioneren van de (mogelijke) ecologische verbindingszone; 5. het betrokken waterschapsbestuur wordt gehoord. |
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - kwetsbare soorten’ dan wel ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - attentiegebied NNB’ - het dempen van poelen, sloten en greppels; - het diepwoelen en diepploegen van de grond; het afgraven, ophogen of egaliseren van de grond | 1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering of natuurontwikkeling; 2. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden; 3. het betrokken waterschapsbestuur wordt gehoord. |
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - attentiegebied NNB’: - het verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 60 cm onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet; - de aanleg van drainage of het verlagen van de drainagebasis; - het verlagen van de waterstand door de aanleg van beregeningsinstallaties; - het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk | 1. de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast; 2. het betrokken waterschapsbestuur wordt gehoord. |
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - leefgebied struweelvogels’: - het afgraven, ophogen of egaliseren van de grond | 1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering of natuurontwikkeling; 2. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden |
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - aardkundig waardevol gebied’: - het diepploegen en diepwoelen van de bodem; - het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem; - het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half verhardingen; - het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het reliëf |
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorisch waardevolle akkers en kampontginningen': - het beplanten van gronden met houtgewas in het kader van de agrarische wisselteelt (teelt van maximaal 5 jaar); - het diepploegen en diepwoelen van de bodem; het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem | 1. er mag geen aantasting plaatsvinden van het reliëfrijke karakter van de bolle akkers; 2. de openheid van de open akkers mag niet onevenredig worden aangetast |
Adres | Bedrijfsactiviteiten | Aantal bedrijfs- woningen | Max. oppervlakte bedrijfsgebouwen in m² |
Diesdonkerweg 49 | Bedrijfsverzamelgebouw voor bedrijven met milieucategorie 1 en 2 | 1 | 550 |
bouwwerken | Minimaal | Maximaal |
Afstand tot de as van de weg | 15 m | N.v.t. |
bedrijfsgebouwen | min. | max. |
afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
afstand tussen bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
woningen | Minimaal | Maximaal |
Goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
Nokhoogte | N.v.t. | 10 m |
Inhoud | maximaal 750 m3 (inclusief aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam / bouwmassa daarvan als maximum geldt. | |
Afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal |
afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
Gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 125 m² |
Goothoogte | n.v.t. | 3 m |
Nokhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
Afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van de bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
Afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning | 1,5 m | 25 m |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal |
Hoogte erfafscheidingen | Voor de voorgevelrooilijn: 1 m Overige: 2 m |
Hoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
Oppervlakte van carports c.q. overkappingen | 20 m² |
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 6 m |
vergunningplichtige werken/werkzaamheden | criteria voor vergunningverlening |
het verwijderen van houtopstanden | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer. |
het diepploegen en diepwoelen van de bodem | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - aardkundig waardevol gebied'. |
het graven, ophogen en egaliseren van de bodem ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - aardkundig waardevol gebied' | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het reliëf. |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half-verhardingen | 1. de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur, de aanleg van fietspaden, dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; 2. de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden; 3. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - aardkundig waardevol gebied'. |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - aardkundig waardevol gebied'. |
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': 1. het wijzigen van de perceelsindeling zoals die door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven; 2. het graven en dempen van waterpartijen en watergangen; 3. het graven, ophogen en egaliseren van de bodem | 1. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden; 2. de werkzaamheden dragen bij aan het herstel van verstoorde waarden (bijvoorbeeld het terugbrengen van bolle akkers). |
Adres | Aanduiding | Activiteiten | Aantal bedrijfs-woningen | Max. oppervlakte bedrijfs- gebouwen (m²) | Max. gebruiksoppervlakte ondersteunende horeca (m²) |
Gezandebaan 36 | (sr-mcgr) | groepsaccommodatie en minicamping met max. 25 kampeerplaatsen | 1 | 545 | n.v.t. |
bouwwerken algemeen | minimaal | maximaal |
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
bedrijfsgebouwen algemeen | minimaal | maximaal |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van de bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
afstand tussen bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
bedrijfswoningen | minimaal | maximaal |
afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
inhoud | maximaal 750 m³ (inclusief aangebouwde bijgebouwen), tenzij: 1. de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt;2. het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/ bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
vrijstaande bijgebouwen bij woningen | minimaal | maximaal |
afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 380 m² |
goothoogte | n.v.t. | 3 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
afstand tot woning | 1,5 m | 25 m |
afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
bouwwerken, geen gebouwen zijnde | maximaal |
bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor de voorgevel, elders 2 m |
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m² |
bouwhoogte lichtmasten | 9 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
vergunningplichtige werken/werkzaamheden | criteria voor vergunningverlening |
het verwijderen van houtopstanden | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden en/of landschappelijke waarden. |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half-verhardingen | 1. de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur, dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik;2. de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden; |
Adres | Aanduiding | Nevenactiviteit | Max. oppervlakte (m²) |
Smientweg 11 | (sb-op) | inpandige statische opslag | 700 |
bouwwerken algemeen | minimaal | maximaal |
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
woningen | minimaal | maximaal |
afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
goothoogte | n.v.t. | 7 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
inhoud | maximaal 750 m³ (inclusief aangebouwde bijgebouwen), tenzij: 1. de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt;2. het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/ bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
vrijstaande bijgebouwen bij woningen | minimaal | maximaal |
Afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 125 m² |
goothoogte | n.v.t. | 3 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
afstand tot woning | 1,5 m | 25 m |
afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
gebouwen voor inpandige statische opslag | minimaal | maximaal |
Afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | cf. 11.1.2 |
goothoogte | n.v.t. | 4 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 7 m |
afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
bouwwerken, geen gebouwen zijnde | maximaal |
bouwhoogte voedersilo's en watersilo's | 15 m |
bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor de voorgevel, elders 2 m |
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m² |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
vergunningplichtige werken/werkzaamheden | criteria voor vergunningverlening |
1. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; 2. het uitvoeren van graafwerkzaamheden; 3. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen; 4. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; 5. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging; 6. het vellen of rooien van houtgewas. | door de genoemde werken en werkzaamheden mogen geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet worden aangetast. Dienaangaande vraagt bevoegd gezag advies van de leidingbeheerder. |