direct naar inhoud van Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: BP Woongebieden Asten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0743.BP02009001-VS01

Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Culthuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorisch en oudheidkundige waardevolle elementen (monumenten en beeldbepalende panden) en patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld).

20.2 Bouwregels

Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarop beschermde rijksmonumenten en beeldbepalende panden, zoals opgenomen in bijlage 3, mag slechts worden gebouwd indien en voor zover dat nodig is voor het behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande, dat:

  • a. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming;
  • b. geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in het stedenbouwkundige beeld, bepaald door kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling, dat met inbegrip van waardevolle details als erkers, dakkapellen, kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en soortgelijke bouwdelen, zoals vastgelegd in het besluit tot aanwijzing van de beschermd monument ex artikel 6 van de Monumentenwet 1988 of conform besluit van de gemeente tot beeldbepalend pand;
  • c. rekening wordt gehouden met de aangrenzende cultuurhistorische waarden en het stedenbouwkundig beeld en de schoonheid en de ruimtelijke structurele samenhang van bedoelde straatwanden;
  • d. vooraf advies is gevraagd aan een onafhankelijke deskundige.
20.3 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden op of in de tot 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen gronden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  • 1. het doorvoeren van veranderingen in de verkaveling of percelering van terreinen;
  • 2. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • 3. het graven of dempen van sloten, watergangen, vijvers of vaarten;
  • 4. alle overige werkzaamheden die de cultuurhistorische waarden kunnen aantasten en die niet worden gerekend tot het normale normale onderhoudswerkzaamheden of werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis.
  • b. Burgemeester en wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de in artikel 3.18 Wro gegeven procedure.
20.4 Sloopvergunning
20.4.1

Het is verboden op of in de tot 'Waarde-Cultuurhistorie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (sloopvergunning) de als monumentale en karakteristiek aangewezen panden te slopen.

20.4.2

Het bepaalde in 20.4.1 is niet van toepassing voor sloopwerkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.

20.4.3

De sloopwerkzaamheden als bedoeld onder 20.4.1. zijn slechts toelaatbaar indien de cultuurhistorische waarden behouden blijven en door die werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. Ter beoordeling hiervan dient een deskundige gehoord te worden.

20.4.4

Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de sloopvergunning de in artikel 3.20 Wro gegeven procedure.