direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen
Plan: BP Woongebieden Asten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0743.BP02009001-VS01

Artikel 15 Wonen

15.1 Bestemmingsomschrijving.

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • c. praktijkruimte ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte';
  • d. met de daarbij behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 29.2.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. vrijstaande, geschakelde en aaneengesloten woningen;
  • b. meergezinswoningen/gestapelde woningen, ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • c. praktijkruimten ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' tot een oppervlakte van maximaal 50 m2 of de bestaande oppervlakte aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • d. bijgebouwen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15.2.2 Regels ter plaatse van het bouwvlak
  • a. Hoofdgebouwen dienen in het bouwvlak te worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.
  • c. Het aantal woningen per bouwperceel mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal woningen binnen dat bouwperceel op het tijdsitp van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'. Daar mogen woningen/wooneenheden gebouwd worden tot ten hoogste het genoemde aantal; woningsplitsing is niet toegestaan behoudens ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'.
  • d. De voorgevel dient voor ten minste voor 70% in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd.
  • e. De voorgevelbreedte van de woning dient ten minste 5,00 meter te bedragen.
  • f. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 6,50 meter tenzij anders aangeduid.
  • g. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,50 meter tenzij anders aangeduid.
  • h. Ter plaatse van Iepelaar 27 t/m 31 mogen vrijstaande dan wel twee aaneengesloten woningen gebouwd worden, waarbij vrijstaande woningen minimaal 2,50 meter uit de zijdelingse perceelsgrens zijn gelegen.
  • i. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - Loverbosch' mag in het bouwvlak ten hoogste 250 m² aan hoofd- en bijgebouwen gerealiseerd worden.
15.2.3 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mag het vlak volledig worden bebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding:\
    • 1. 'maximum bebouwd oppervlak' met waarde 60 m2, waar per hoofdgebouw niet meer dan 60 m2 aan bouwwerken tot maximaal 50% van het bij de woning behorende vlak mag worden opgericht;
    • 2. 'maximum bebouwd oppervlak' met waarde 90 m2, waar per hoofdgebouw niet meer dan 90 m2 aan bouwwerken tot maximaal 50% van het bij de woning behorende vlak mag worden opgericht;
    • 3. 'maximum bebouwd oppervlak' met waarde 120 m2, waar per hoofdgebouw niet meer dan 120 m2 aan bouwwerken tot maximaal 50% van het bij de woning behorende vlak mag worden opgericht.
  • c. De goothoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3,25 meter tenzij anders aangeduid.
  • d. Bijgebouwen mogen worden afgedekt met een kap mits de bouwhoogte van het bijgebouw niet meer bedraagt dan 5,50 meter tenzij anders aangeduid.
  • e. Brandgangen dienen vrij te blijven van bebouwing tot een minimale breedte van 1,20 meter.
15.2.4 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. a. Het bouwvlak c.q. de voorgevelrooilijn mag niet door bebouwing worden overschreden, met uitzondering van overschrijding ten behoeve van:
    • 1. de bouw van erkers en balkons, mits:\
      • de breedte maximaal 40% van de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak bedraagt;
      • de diepte van de erker niet meer dan 1,00 meter bedraagt;
      • de hoogte van de erker maximaal de hoogte van de begane grondlaag bedraagt;
      • de afstand tot de bestemming Verkeer of Groen niet minder dan 3,00 meter bedraagt;
    • 2. luifels boven de voordeur mits:
      • de breedte maximaal 150% van de breedte van de voordeur bedraagt;
      • de diepte niet meer bedraagt dan 1,00 m;
      • de afstand tot de bestemming Verkeer niet minder dan 3.00 meter bedraagt;
    • 3. de bouw van één carport, met dien verstande dat:
      • de carport minimaal 1,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen;
      • de oppervlakte max. 25 m² buiten het bouwvlak en aanduiding 'bijgebouwen' bedraagt;
      • indien de carport is gelegen op de hoek van een hoekperceel de afstand tot de bestemming verkeersdoeleinden minimaal 2,00 meter bedraagt.
  • b. Binnen het bestemmingsvlak mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3,25 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte niet meer dan 1,00 meter mag bedragen of niet meer dan 2,00 meter indien:
    • 1. gelegen minimaal 1,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, uitgezonderd bij de hoek van hoekpercelen, waarvoor geldt minimaal 3,00 meter achter de voorgevel en 45 graden uit de hoek van de achterliggende woning en;
    • 2. gelegen minimaal 1,00 meter uit de bestemming Verkeer of Groen.
  • c. Aan de van de weg afgekeerde zijde (achterzijde) van het bouwvlak mag een dakterras opgericht worden, mits:
    • 1. het dakterras gerealiseerd wordt op een bijgebouw;
    • 2. de breedte niet meer bedraagt dan de breedte van het hoofdgebouw;
    • 3. de hoogte van de afscheiding maximaal 1,20 meter boven de goothoogte van het bijgebouw bedraagt;
    • 4. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
  • d. Daar waar bij een hoofdgebouw geen aanduiding 'bijgebouwen' is aangegeven mag aan de achtergevel van de woning een luifel/overkapping aangebracht worden met een maximale diepte van 2,5 meter.
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, nadere eisen stellen conform het bepaalde in artikel 23.4.

15.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

  • a. vergroting van de maximale oppervlakte aan bijgebouwen conform het bepaalde in 25.4.;
  • b. vergroting van de maximale hoogte van 1,00 meter van erfafscheidingen bij percelen grenzend aan de bestemming Verkeer of Groen, conform het bepaalde in artikel 25.5.
15.5 Specifieke gebruiksregels
15.5.1 Specifieke gebruiksregels van de gronden

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt verstaan het gebruik van de gronden anders dan voor:

  • a. parkeren ter plaatse van een oprit;
  • b. groen en/of tuin;
  • c. oppervlakteverhardingen;
  • d. opslag, overeenkomstig het normale toegelaten gebruik.
15.5.2 Specifieke gebruiksregels van de opstallen

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt verstaan het gebruik van de opstallen:

  • a. voor bewoning, indien het een vrijstaand bijgebouw betreft, behoudens wanneer middels een ontheffing toestemming is verleend voor mantelzorg;
  • b. voor kamerverhuur behoudens wanneer middels een ontheffing toestemming is verleend;
  • c. voor ambachtelijke doeleinden behoudens wanneer middels een ontheffing toestemming is verleend;
  • d. industriële doeleinden;
  • e. als beroepsmatige werk- en/of opslagruimte;
  • f. voor bedrijfsdoeleinden, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie .*'. Ter plaatse is een bedrijf van de aangeduide categorie toegestaan zoals opgenomen in bijlage 1;
  • g. voor detailhandel, anders dan als ondergeschikte activiteit in verband met het toegestane gebruik, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • h. voor groothandel;
  • i. voor dienstverlening;
  • j. voor horeca;
  • k. voor kantoren;
  • l. voor recreatie;
  • m. als verkooppunt voor motorbrandstoffen of andere explosiegevaarlijke stoffen;
  • n. als seksinrichting of escortbedrijf;
  • o. voor opslag, anders dan in verband met het toegestane gebruik, die valt onder de Wet milieubeheer.
15.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

  • a. een aan huis gebonden beroep, aan huis gebonden bedrijf of ambachtelijk bedrijf conform het bepaalde in artikel 25.3.;
  • b. het realiseren van een mantelzorgvoorziening in een vrijstaand bijgebouw conform het bepaalde in artikel 25.6.;
  • c. kamerverhuur conform het bepaalde in artikel 25.7.
15.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Wonen' wijzigen:

  • a. in de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen' conform het bepaalde in artikel 26.3.;
  • b. en één extra woning toestaan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 1' conform het bepaalde in artikel 26.4.;
  • c. het inpandig realiseren van extra woningen/wooneenheden conform het bepaalde in artikel 26.8.