direct naar inhoud van Artikel 33: Wonen - Wooncentrum
Plan: Aldtsjerk, Wyns en Bartlehiem 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0737.10BPI-vi01

Artikel 33: Wonen - Wooncentrum

33.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Wooncentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van een wooncentrum;
  • b. gebouwen, voorzover ten dienste van een wooncentrum, ten behoeve van:
    • 1. onderhoud en beheer;
    • 2. bedrijfswoningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. restauratieve voorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. wegen, straten en paden;
  • h. water;
  • i. openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • j. tuinen, erven en terreinen;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
33.2. Bouwregels
33.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van de in lid 33.1 onder a. en b. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)” zullen de goot- en bouwhoogte van een gebouw en het bebouwingspercentage van een bouwvlak ten hoogste de aangegeven hoogte respectievelijk het aangegeven percentage bedragen.
33.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 33.1 onder k. genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorbouwgrens ten hoogste 1 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van masten, niet zijnde antennemasten, en palen ten hoogste 10 m zal bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van antennemasten ten hoogste 15 m zal bedragen;

tenzij de aanduiding “maximale bouwhoogte” is aangegeven, in welk geval de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste de in die aanduiding aangegeven bouwhoogte zal bedragen.

33.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijfsdoeleinden;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken als horecabedrijf.
33.4. Wijzigingsbevoegdheid
33.4.1. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. een nieuw bouwvlak wordt aangegeven, mits:
    • 1. ten minste 25% van de oppervlakte van het bouwperceel onbebouwd blijft;
    • 2. de afstand ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 meter zal bedragen;
    • 3. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een onherroepelijke hogere grenswaarde;
  • b. de oppervlakte van een aangegeven bouwvlak wordt vergroot dan wel de ligging van een aangegeven bouwvlak wordt gewijzigd, mits:
    • 1. de vergroting ten hoogste 25% van de oppervlakte van het bouwvlak zal bedragen, met dien verstande dat ten minste 25% van de oppervlakte van het bouwperceel onbebouwd blijft;
    • 2. de afstand ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 m zal bedragen;
    • 3. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een onherroepelijke hogere grenswaarde;
  • c. de aanduiding “detailhandel” wordt aangebracht, mits:
    • 1. de winkel noodzakelijk is voor een goed functioneren van het wooncentrum;
    • 2. er binnen een voor de gebruikers van de bijzondere woonvorm redelijk te achten afstand geen reguliere winkelvoorzieningen aanwezig zijn, die als alternatief voor de winkel zouden kunnen fungeren;
    • 3. vestiging niet leidt tot een duurzame ontwrichting van het in het betrokken gebied bestaande voorzieningenpatroon in de desbetreffende sector, die niet door een dringende reden wordt gerechtvaardigd;
  • d. in een aanduiding een (ander) bebouwingspercentage en/of andere goothoogte en/of andere bouwhoogte wordt aangegeven, mits:
    • 1. het bebouwingspercentage van het bouwperceel ten hoogste 80% zal bedragen;
    • 2. de goothoogte van een gebouw ten hoogste 10 m zal bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 15 m zal bedragen;
  • e. in een aanduiding “maximale bouwhoogte” een grotere bouwhoogte voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt aangegeven, mits:
    • 1. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 10 m zal bedragen;
  • f. de aanduiding “karakteristiek” wordt aangebracht, indien door verbeterwerkzaamheden dan wel door veranderde inzichten een niet als karakteristiek aangeduid gebouw (weer) karakteristiek wordt.
33.4.2. Voorwaarden

Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 33.4.1bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.