direct naar inhoud van Artikel 37: Waarde - Archeologie
Plan: Aldtsjerk, Wyns en Bartlehiem 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0737.10BPI-vi01

Artikel 37: Waarde - Archeologie

37.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • het behoud van de archeologische waarden.
37.2. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
37.2.1. Vergunningplicht

Het is, in het gebied waarop deze bestemming betrekking heeft, verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere daar voorkomende bestemming(en):

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderzins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 cm, tenzij deze in het kader van onderzoek naar mogelijke historische vindplaatsen worden uitgevoerd.
37.2.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 37.2.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. betrekking hebben op een oppervlakte van 50 m² of minder;
  • d. betrekking hebben op het delvan van graven, indien de gronden bestemd zijn als 'Maatschappelijk - Begraafplaats'.
37.2.3. Beoordelingscriteria

De in lid 37.2.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeoloigsche waarden van het gebied.

37.3. Wijzigingsbevoegdheid
37.3.1. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' wordt verwijderd.
37.3.2. Voorwaarden

Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 37.3.1bedoelde wijzigingsbevoegdheid, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied.