direct naar inhoud van Artikel 30 Algemene aanduidingsregels
Plan: Kom Vinkeveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.bp003komvinkeveen-oh01

Artikel 30 Algemene aanduidingsregels

30.1 Cultuurhistorische waarden
30.1.1 Algemeen

De aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is gericht op het behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden. Hiertoe kunnen behoren: historische zichtlijnen, historische verkavelingen en historische tracés.

30.1.2 Omgevingsvergunning
  • a. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de gronden uit te voeren ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden':
    • 1. het afgraven, ophogen, vergraven of egaliseren van gronden;
    • 2. het aanleggen van verharde wegen en paden;
    • 3. het aanleggen van sloten en greppels;
    • 4. het rooien van bomen;
    • 5. het planten van houtgewas;
    • 6. het omzetten van grasland naar bouwland of boomteelt;
    • 7. het aanbrengen van een verhard oppervlak van meer dan 200 m², uitgezonderd kavelpaden;
    • 8. het aanleggen van leidingen.
  • b. Het in lid 30.1.2 sub a opgenomen verbod geldt niet voor: werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden in verband met de realisatie van de onderliggende enkelbestemming;
  • c. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis binnen het op de bestemming gerichte normale onderhoud en beheer;
  • d. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.
  • e. De werken en werkzaamheden, als bedoeld in lid 30.1.2 zijn slechts toelaatbaar, indien deze verband houden met de aan de gronden toegekende bestemming, en indien door de directe of indirecte te verwachten gevolgen de cultuurhistorische waarden en kwaliteiten niet onevenredig worden of kunnen verminderen.
30.2 Geurcontour
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' geldt dat binnen deze contour geen nieuwe geurgevoelige objecten mogen worden opgericht.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de aanduiding 'milieuzone - geurzone' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen indien de geur veroorzakende werkzaamheden blijvend beëindigd zijn.