direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch - Tuinbouw
Plan: Kom Vinkeveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.bp003komvinkeveen-oh01

Artikel 3 Agrarisch - Tuinbouw

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Tuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinbouw;
  • b. één bedrijfswoning per bedrijf;
  • c. kassen;

met daarbij behorende:

  • d. toegangswegen en -paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen slechts in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen, met uitzondering van kassen, dienen binnen de bouwvlakken te worden gebouwd;
  • b. voor de bouw van kassen dient te worden voldaan aan de milieuwetgeving;
  • c. de goothoogte van kassen mag niet meer bedragen dan 4,50 meter en de hoogte niet meer dan 9 meter;
  • d. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 2,5 meter;
  • e. de bouw van kassen is toegestaan tot maximaal 2 hectare per glastuinbouwbedrijf;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid en mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de maximale goothoogte vermeerderd met 5 meter;
3.2.2 Bijgebouwen
  • g. in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.1 sub a mogen buiten de bouwvlakken bijgebouwen worden gebouwd;
  • h. de afstand van bijgebouwen buiten de bouwvlakken tot de bestemmingsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen;
  • i. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen buiten de bouwvlakken mag niet meer bedragen dan 50 m²;
  • j. de goothoogte van bijgebouwen buiten de bouwvlakken mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • k. de bouwhoogte van bijgebouwen buiten de bouwvlakken mag niet meer bedragen dan 4 meter;
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • l. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 7 meter voor palen en masten;
    • 2. 1 meter voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel;
    • 3. 2 meter voor overige erf- en terreinafscheidingen;
    • 4. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde carports.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en de afmeting van bouwwerken ten behoeve van de parkeergelegenheid op eigen terrein en de toegankelijkheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.