direct naar inhoud van Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Kom Vinkeveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.bp003komvinkeveen-oh01

Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden.

26.2 Bouwregels

Op de in lid 26.1 bedoelde gronden mag worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. bouwen op grond van de onderliggende bestemming is toegestaan mits het niet gaat om bouwen op of in bestaande watergangen.
26.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 26.2 een omgevingsvergunning verlenen voor bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere voorkomende bestemmingen, indien de bestaande strokenverkaveling hierdoor niet onevenredig aangetast wordt of kan worden. Alvorens het bevoegd gezag omgevingsvergunning verleend dient cultuurhistorisch advies gevraagd te worden.

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
26.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 26.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, die:

  • b. het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;
  • d. mogen worden uitgevoerd op grond van een reeds verleende vergunning.
26.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 26.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport overlegt, waarin de cultuurhistorische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en op basis van dat rapport kan aantonen dat:

  • e. op het betrokken terrein geen cultuurhistorische waarden aanwezig (meer) zijn;
  • f. de cultuurhistorische waarden niet worden geschaad;
  • g. mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, voorschriften te verbinden.
26.5 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van onderzoek, dat blijkt dat:
    • 1. ter plaatse geen cultuurhistorische waarden (meer) aanwezig zijn;
    • 2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van cultuurhistorische waarden voorziet.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' uit te breiden indien er op basis van onderzoek is gebleken dat het noodzakelijk is deze aanwezige cultuurhistorische waarden te beschermen.