direct naar inhoud van Artikel 11 Horeca - Hotel
Plan: Kom Mijdrecht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.BP005kommijdrecht-oh01

Artikel 11 Horeca - Hotel

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca - Hotel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hotel;
  • b. één bedrijfswoning;

met daarbij behorende:

  • c. toegangswegen en -paden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels

Op of in de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen slechts in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

11.2.1 Algemeen
  • a. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de afstand van de gebouwen tot de perceelsgrenzen moet ten minste 2,5 meter bedragen;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 meter;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 8 meter;
  • e. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 600 m³ bedragen en de goothoogte van de bedrijfswoning mag maximaal 3 meter bedragen;
  • f. de bedrijfswoning dient te worden afgedekt met een kap met een minimale en maximale hellingshoek van respectievelijk 30° en 50°.
11.2.2 Bijgebouwenregeling
  • a. het gezamenlijk oppervlak van de bijgebouwen bedraagt maximaal 50 m²;
  • b. de goothoogte van bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag niet meer dan 4,5 meter bedragen.
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 2 meter voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 2. 9 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2.4 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van geheel of gedeeltelijk beneden het maaiveld gelegen ruimten gelden de volgende bepalingen:

  • a. het bouwen van ondergrondse ruimten is uitsluitend toelaatbaar onder woningen en bij gebouwen behorende woningen;
  • b. het bouwen van bedoelde ruimte is uitsluitend toegestaan indien de bijbehorende voorzieningen voor licht- en luchttoetreding en toegangen zijn gesitueerd aan de van de weg afgekeerde zijden van het gebouw;
  • c. aan de niet van de weg afgekeerde zijde(n) van het gebouw zijn binnen een strook van 1 meter vanuit de bovengrondse voorgevel voorzieningen voor licht- en luchttoetreding voor ondergrondse ruimte toegestaan tot maximaal 25% van de breedte van de desbetreffende gevel.
11.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, voor:

  • a. de bouw van gebouwen tot op de perceelsgrens, mits:
    • 1. de belangen van rechthebbenden van de aan deze perceelsgrens liggende gronden niet onevenredig wordt geschaad;
    • 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden beperkt;
    • 3. er geen onevenredige aantasting van de aanwezige natuur- en landschapswaarden plaatsvindt.
  • b. de vergroting van de goothoogte van gebouwen tot een maximale hoogte van 6,5 meter, mits hierdoor de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • c. de vergroting van de goothoogte van bedrijfswoningen tot een maximale goothoogte van 6 meter, mits:
    • 1. hierdoor de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. de hoogte landschappelijk inpasbaar is, en;
    • 3. stedenbouwkundig aanvaardbaar;
  • d. de vergroting van goot- en bouwhoogte van bijgebouwen tot een maximale hoogte van respectievelijk 4,5 en 6 meter, mits:
    • 1. het bijgebouw niet wordt gebruikt voor extra woon-, kantoor-, of bedrijfsruimte;
    • 2. het bijgebouw visueel en voor wat betreft gebruik ondergeschikt blijft aan het hoofdgebouw;
    • 3. het bijgebouw is gesitueerd op minimaal 2,5 meter uit de perceelsgrens;
    • 4. belangen van derden (inval van licht en uitzicht) niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • 5. het bijgebouw landschappelijk wordt ingepast.