Gemeente:
De Ronde venen
Plannaam:
BP003BuitengebAbc-oh01
Status:
Onherroepelijk
Status Datum:
23-10-2011

Artikel 23 Waterstaat - Waterbergingsgebied 

23.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder het bergen van overtollig water, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

 

23.2 Bouwregels

 

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van het in lid 23.1 genoemde doel, onder de voorwaarde dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.

 

 

23.3 Ontheffing van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 23.2 voor het bouwen van bouwwerken die op grond van het elders in deze regels bepaalde zijn toegestaan, mits dit niet strijdig is met de belangen van de waterberging, in welk kader de waterbeheerder gehoord wordt.

 

 

23.4 Aanlegvergunning

 

a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders op de in lid 23.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

1. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;

2. het scheuren van grasland;

3. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, alle dieper dan 1,50 m onder maaiveld, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage;

4. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, watergangen en greppels alsmede het anderszins verlagen van de waterstand;

5. het vellen of rooien van opgaande bomen op gronden die behoren tot het doel 'randbeplanting';

6. het permanent, voor een aaneengesloten periode langer dan 2 jaar, omzetten van grasland in bouwland;

7. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakte verhardingen.

 

b. Een aanlegvergunning als bedoeld in sub a mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het andere werk dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. De waterbeheerder dient bij deze afweging te worden gehoord. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.

 

c. Geen aanlegvergunning als bedoeld in sub a is vereist voor:

1. andere werken ter verwezenlijking van de in dit plan aan de gronden toegekende bestemmingen, waaronder tevens de aanleg van wegen en paden is begrepen;

2. andere werken, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;

3. andere werken die op het moment van het inwerkingtreden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende of aangevraagde vergunning.