direct naar inhoud van Artikel 7 Recreatie - Strand
Plan: Vlissingen Westduin
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0718.BPWD01-VG01

Artikel 7 Recreatie - Strand

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Strand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zeewering;
  • b. dagrecreatie;
  • c. openbaar toegankelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, ten behoeve van dagrecreatie op het strand;
  • d. dagcabines;
  • e. strandhuizen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 5': strandpaviljoens in de horeca, categorie 1 en horeca, categorie 2 met bij de bestemming behorende voorzieningen zoals sanitaire voorzieningen, terrassen, reclame-uitingen, kunst en straatmeubilair;
  • g. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals speelvoorzieningen, sanitaire voorzieningen, opslagvoorzieningen en aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen, niet zijnde nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen, niet zijnde nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. voor een dagcabine:
    • 1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m;
    • 2. de oppervlakte bedraagt ten hoogste 5 m²;
    • 3. het aantal dagcabines bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximaal aantal dagcabines' aangegeven aantal;
  • c. voor een strandhuis:
    • 1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m;
    • 2. de bouwhoogte wordt in afwijking van artikel 2 gemeten vanaf de bovenkant van de beganegrondvloer van het gebouw;
    • 3. de diepte bedraagt ten hoogste 9,8 m;
    • 4. de oppervlakte bedraagt ten hoogste 40 m²;
    • 5. het aantal strandhuizen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximaal aantal strandhuizen' aangegeven aantal;
  • d. voor een strandpaviljoen:
    • 1. de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 7 m;
    • 3. in afwijking van artikel 2 geldt dat de goot- en bouwhoogte worden gemeten vanaf de bovenkant van de begane grondvloer van het gebouw;
    • 4. de oppervlakte bedraagt, exclusief het onbebouwde en niet overdekte terras, ten hoogste 405 m²;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 5' zijn ten hoogste 2 strandpaviljoens toegestaan;
  • f. de oppervlakte voor sanitair gebouwen bedraagt ten hoogste 15 m².

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • d. de oppervlakte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 15 m²;
  • e. overkappingen zijn niet toegestaan.

7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Toelaatbare afmetingen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in sublid 7.2.2 onder a tot ten hoogste 3 m;
  • b. het bepaalde in sublid 7.2.2 onder c tot ten hoogste 10 m;
  • c. het bepaalde in sublid 7.2.2 onder d tot ten hoogste 25 m²;
  • d. met dien verstande dat de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van de in de nabijheid gelegen gronden en functies niet onevenredig worden geschaad.

7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Specifiek gebruik

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat:

  • a. verblijfsrecreatie in een strandpaviljoen niet is toegestaan;
  • b. het gebruik als bedoeld in lid 7.1 en gebruik ten behoeve van dagrecreatie en/of opslag is niet toegestaan op de gronden gelegen beneden de begane grondvloer van de bebouwing.

7.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt gerekend het gebruik van het onbebouwde gedeelte van een bouwperceel voor de opslag van materialen en goederen met uitzondering van opslag ter realisering van de bestemming.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 7.4.1 om verblijfsrecreatie in een strandpaviljoen toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. verblijfsrecreatie is alleen toegestaan in de vorm van horeca, categorie 4;
  • b. op elk strandpaviljoen kan één extra bouwlaag worden gerealiseerd met een totale oppervlakte van 160 m² waarin maximaal 4 seizoensgebonden verblijfsrecreatieve eenheden (hotelkamers) zijn toegestaan, mits sprake is van een centrale bedrijfsmatige exploitatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij toepassing van deze bevoegdheid wordt een privaatrechtelijke overeenkomst met de gemeente afgesloten, waarin de verevening contractueel wordt vastgelegd. De verevening vindt plaats door een financiële bijdrage in het gemeentelijke fonds voor verevening ten behoeve van het realiseren van natuur- en/of landschapsontwikkeling of het vergroten van de recreatieve toegankelijkheid in/of in de nabijheid van het plangebied;
  • e. voldaan wordt aan artikel 7.2.1 onder d.

7.6 Wijzigingsbevoegdheid
7.6.1 Omzetten dagcabines naar strandhuisjes

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 3' de aanduidingen 'maximaal aantal dagcabines' en 'maximaal aantal strandhuizen' wijzigen om dagcabines te vervangen door strandhuizen, met inachtneming van het volgende:

  • a. ten behoeve van de plaatsing van een strandhuis wordt het aantal toegestane dagcabines met ten minste twee verlaagd;
  • b. alvorens toepassing te geven aan de wijzigingsbevoegdheid is een centrale bedrijfsmatige exploitatie van de te realiseren strandhuizen aangetoond;
  • c. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies;
  • d. bij toepassing van deze bevoegdheid wordt een privaatrechtelijke overeenkomst met de gemeente afgesloten, waarin de bedrijfsmatige exploitatie en de verevening contractueel worden vastgelegd. De verevening vindt plaats door een financiële bijdrage in het gemeentelijke fonds voor verevening ten behoeve van het realiseren van natuur- en/of landschapsontwikkeling of het vergroten van de recreatieve toegankelijkheid in/of in de nabijheid van het plangebied.