direct naar inhoud van Artikel 3 Cultuur en Ontspanning
Plan: Vlissingen Westduin
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0718.BPWD01-VG01

Artikel 3 Cultuur en Ontspanning

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. cultuur en ontspanning;
  • b. voor horeca, categorie 1 in combinatie met en ten dienste van de onder a genoemde functies;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens voor centrale bedrijfsmatige exploitatie van recreatiewoningen;
  • d. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals een bedrijfswoning, erven, tuinen, groen-, verkeer- en parkeervoorzieningen, ondergeschikte detailhandel en andere, bij de bestemming behorende voorzieningen zoals terrassen, reclame-uitingen, kunst en straatmeubilair;
  • e. aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen, niet zijnde nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen, niet zijnde nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
  • d. aan-, uit- en bijgebouwen mogen ten hoogste één bouwlaag omvatten;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder b en c bedragen de goot- en bouwhoogte van een recreatiewoning ten hoogste respectievelijk 3 m en 5 m en de oppervlakte ten hoogste 50 m²;
  • f. het aantal recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' bedraagt ten hoogste 6;
  • g. de oppervlakte van een bedrijfswoning bedraagt inclusief aan- en uitbouwen ten hoogste 200 m² en de inhoud ten hoogste 750 m³;
  • h. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijfswoning toegestaan.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • d. de oppervlakte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 15 m²;
  • e. overkappingen zijn niet toegestaan.

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Toelaatbare afmetingen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in sublid 3.2.1 onder b, met ten hoogste 20% van de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • b. het bepaalde in sublid 3.2.2 onder a tot ten hoogste 3 m;
  • c. het bepaalde in sublid 3.2.2 onder c tot ten hoogste 10 m;
  • d. het bepaalde in sublid 3.2.2 onder d tot ten hoogste 25 m²;
  • e. met dien verstande dat de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van de in de nabijheid gelegen gronden en functies niet onevenredig worden geschaad.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. evenementen zijn toegestaan;
  • b. de volgende functies zijn niet toegestaan:
    • 1. bioscoop;
    • 2. casino;
    • 3. theater.

3.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt gerekend het gebruik van het onbebouwde gedeelte van een bouwperceel voor de opslag van materialen en goederen met uitzondering van opslag ter realisering van de bestemming.