direct naar inhoud van Artikel 12 Water - Deltawater
Plan: Vlissingen Westduin
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0718.BPWD01-VG01

Artikel 12 Water - Deltawater

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Deltawater' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de waterhuishouding;
  • b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige natuurwaarden samenhangend met het deltawater;
  • c. aan de natuurwaarden ondergeschikte gebruiksvormen, zoals watergebonden extensieve dagrecreatie, beroepsvaart - en visserij.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd, met uitzondering van overkappingen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals steigers, aanlegplaatsen, remwerken of verlichting bedragen ten hoogste 3 m.

12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.3.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden op de in lid 12.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen van bij eb droogvallende gronden;
  • c. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen.

12.3.2 Uitzonderingen

Het verbod van lid 12.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

12.3.3 Voorwaarde voor de omgevingsvergunning

Werken of werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 12.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de in lid 12.1 onder b genoemde aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

12.3.4 Advisering over de omgevingsvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de natuur- en landschapsdeskundige omtrent het criterium als bedoeld in lid 12.3.3.