het bestemmingsplan Scheldekwartier-Noord, Scheldewijk met identificatienummer NL.IMRO.0718.BPSN09-VG01 van de Gemeente Vlissingen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels,
regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft.
de gevel aan de achterzijde van een gebouw.
onderzoek, verricht door of namens een dienst of instelling, die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarden dan wel de aan een gebied toegekende hoge of middelhoge
verwachtingswaarde ten aanzien van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een object, waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het
risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden, zoals:
-
- verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare, en
- bedrijfswoningen van derden;
- kantoorgebouwen, voorzover zij niet onder het begrip ‘kwetsbaar object’, onder c vallen;
- hotels en restaurants voor zover zij niet onder het begrip ‘kwetsbaar object, onder c, vallen;
- winkels, voor zover zij niet onder het begrip ‘kwetsbaar object’, onder c, vallen;
- sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
- sport- en kampeerterreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder het begrip ‘kwetsbaar object’, onder d, vallen;
- bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip ‘kwetsbaar object’, onder d, vallen;
- objecten, die met de onder a t/m e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en;
- objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen, die bij een ongeval kan vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het
plan tot stand zijn gekomen of tot stand kan komen met inachtneming van het bepaalde bij of
krachtens de Woningwet of de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht.
bestaand (bebouwing en gebruik)
- bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het vastgesteld-bestemmingsplan dan wel, zoals die mag worden gebouwd krachtens een op of voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
- het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het bevoegde bestuursorgaan als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend
hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk
met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van
een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke hoogte, of bij benadering gelijke
hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de eerste bouwlaag (begane grond) en met uitsluiting van kelder, onderbouw/souterrain, kap of dakopbouw.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende
bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde
gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
cultuurhistorische waarde
de aan een object, gebouw, terrein, gebied of structuur toegekende waarde in verband met
ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in
de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
een strook grond, gelegen tussen het openbare trottoir en de voorgevel van woningen, die gebruikt mag worden als geveltuintje (met bijv. vrijstaande banken en/of losstaande bloembakken/-potten) maar waarbinnen geen bouwwerken, behoudens paaltjes, hekjes, trappartijen en leuningen naar de voordeur, mogen worden gerealiseerd.
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen
inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening.
grootschalige, periodieke en/of meerdaagse gebeurtenissen, gericht op een groot publiek met
betrekking tot kunst, sport, muziek, maatschappij, ontspanning en/of cultuur.
kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewenst voorval binnen
die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden
omsloten ruimte vormt.
gecumuleerde geluidsbelasting
de geluidsbelasting van alle beschouwde wegen samen, zonder correctie conform artikel 110g Wgh, waarvan een overzicht is weergegeven in tabel B2.1 van de bijlage behorend bij het akoestisch onderzoek
woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel
1 van de Wet geluidhinder.
geluidhinderlijke inrichtingen
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die
in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken.
grens, zoals bedoeld in de Wet milieubeheer en zoals uitgewerkt in het Besluit externe veiligheid
inrichtingen ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico.
grens zone industrielawaai
de grens van de zone, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
groepsrisico
cumulatieve kansen per jaar, dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks
gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval
binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bedrijfsmiddel is betrokken.
een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in
een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit
grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs
wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de
geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het
perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming, het belangrijkst is.
gebied, waarin, op grond van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico.
de volledige, of nagenoeg volledige, afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met
een dakhelling van ten minste 30 en ten hoogste 75 graden.
voortbrengselen van alle gangbare kunstvormen zoals de beeldende, schilder- en/of tekenkunsten.
een object, waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden, zoals:
- woningen, niet zijnde woningen als bedoeld bij het begrip ‘beperkt kwetsbaar object’, onder a;
- gebouwen, bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, zieken of gehandicapten, zoals:
- ziekenhuizen, bejaardentehuizen en verpleeghuizen;
- scholen, of
- gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- gebouwen, waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
- kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m² per object of;
- complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m² bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en;
- kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
monumentencommissie
de gemeentelijke monumentencommissie als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, geldautomaten, bergbezinkbassins, geluidwerende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, verkeersregelinstallaties, -geleiders en -borden, parkeermeters, lichtmasten, abri's, oplaadvoorzieningen voor electrisch aangedreven voertuigen en apparatuur voor telecommunicatie.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant op minder dan 1.50 meter boven de aan de onderbouw aansluitende grond is gelegen, geen gebruiksfunctie heeft en dat niet als bouwlaag wordt aangemerkt.
een (gedeelte van) een bouwwerk, dat gelegen is op een diepte van meer dan twee meter beneden
peil.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de
aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met maximaal één gesloten wand.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid, die
direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
- de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer;
- voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw.
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die
onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een
ongewoon voorval binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of
bestrijdingsmiddel betrokken is.
plaatsgebonden risicocontour 10-6/jaar
de risicocontour 10-6/jaar, ingevolge de artikelen 6, 7 en 8 van het Besluit externe veiligheid
inrichtingen, die aangeeft waar er een bepaalde effectkans van één op een miljoen is op een incident
met één of meer dodelijke slachtoffers.
een Quantitative Risk Analysis (kwantitatieve risicoanalyse) voor activiteiten met gevaarlijke stoffen.
richtwaarde, zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Wet milieubeheer, en zoals uitgewerkt in het Besluit
externe veiligheid inrichtingen, ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico.
- een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
- een AMvB-inrichting, waarvoor krachtens de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid, met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations.
objecten en voorwerpen in de openbare ruimte, zoals bloembakken, speeltoestellen, zitbanken, verlichting, kunstobjecten, prullenbakken, reclameborden, fonteinen, terrasvoorzieningen en -afscheidingen, informatievoorzieningen, verkeersborden en bewegwijzering.
de op de verbeelding aangegeven zone, die wordt gevormd door de plaatsgebonden risicocontour
10-6/jaar.
de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een
gebouw betreft met meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel, die
door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan
worden aangemerkt.
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit
grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
wet/wettelijke regelingen
indien in dit plan, de begrippen in de regels daaronder begrepen, wordt verwezen naar een wet, een
wettelijke regeling (Algemene Maatregel van Bestuur of ministeriële regeling), een keur of een
verordening dienen deze te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van het
bestemmingsplan.