Plan: | 5e herziening Buitengebied Veere |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0717.0174BPBgbH5-VG01 |
Op 28 mei 2020 heeft de gemeenteraad van de gemeente Veere een voorbereidingsbesluit genomen om de planologische mogelijkheid voor het realiseren van recreatie-appartementen in het kader van de regeling voor Nieuwe Economische Dragers binnen het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Veere te blokkeren. Met het voorbereidingsbesluit wordt aangekondigd dat voor dit onderwerp een bestemmingsplan wordt voorbereid. Met de voorliggende 5e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Veere (hierna: voorliggend bestemmingsplan) wordt daarin voorzien. Daarnaast wordt met voorliggend bestemmingsplan een aantal andere wenselijke aanpassingen in het bestemmingsplan Buitengebied Veere, zoals dat luidt na de 4e herziening, verwerkt.
Voorgeschiedenis bestemmingsplan
De gemeenteraad van Veere stelde op 30 mei 2013 het bestemmingsplan "Buitengebied Veere" vast (hierna 'basisplan'). Op 24 december 2014 deed de Raad van State over dit basisplan uitspraak waardoor het bestemmingsplan "Buitengebied Veere" grotendeels onherroepelijk is.
Inmiddels zijn vier partiële herzieningen van het bestemmingsplan Buitengebied Veere vastgesteld.
Verder zijn sinds de vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Veere" een aantal wijzigingsplannen, een uitwerkingsplan en omgevingsvergunningen voor buitenplans afwijken (met de daarvoor geldende uitgebreide voorbereidingsprocedures) vastgesteld binnen het plangebied.
Het bestemmingsplan Buitengebied, zoals dat op 20 mei 2013 is vastgesteld, inclusief de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak en de later vastgestelde herzieningen en wijzigingsplannen, vormt de basisbestemmingsregeling die op onderdelen wordt herzien door middel van de voorliggende 5e herziening.
In deze 5e herziening Buitengebied Veere blijven de uitgangspunten van het oorspronkelijke plan, het bestemmingsplan Buitengebied Veere, in beginsel overeind, tenzij hierna expliciet anders wordt beschreven. Voorliggend bestemmingsplan leidt tot aanpassingen op bepaalde onderdelen van het bestemmingsplan Buitengebied Veere – vastgesteld door de gemeenteraad van Veere op 30 mei 2013 – en de daarop volgende 1e, 2e, 3e, en 4e herziening van genoemd bestemmingsplan. Hoofdstuk 3 licht de verschillende aanpassingen en overwegingen toe. Deze zijn in de regels en verbeelding verwerkt.
Het plangebied van de 5e herziening bestaat voor de verbeelding uit diverse locaties die verspreid zijn over het buitengebied van de gemeente Veere. Deze locaties zijn opgenomen op de bij dit plan behorende verbeelding. De aanpassingen in de regels hebben betrekking op het totale plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Veere.
De naam van deze herziening van het bestemmingplan 'Buitengebied Veere' luidt "5e herziening Buitengebied Veere".
Hoofdstuk 2 gaat in op de juridische planopzet. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 toegelicht op welke aanpassingen dit plan betrekking heeft. Vervolgens geeft hoofdstuk 4 een toelichting op de uitvoerbaarheid van het plan en op de procedure die gevolgd wordt ten behoeve van de inwerkingtreding van het voorliggend bestemmingsplan.
Een bestemmingsplan bestaat uit planregels, een verbeelding en toelichting.
De planregels van deze herziening bestaan - net als ieder bestemmingsplan - uit inleidende regels, bestemmingsplanregels, algemene regels en overgangs- en slotregels. Alle planregels zijn juridisch bindend voor een ieder. De inleidende regels van bestemmingsplannen, bevatten begripsbepalingen en de wijze van meten. De bestemmingsplanregels geven aan welke planregels gelden voor de op de verbeelding aangegeven bestemmingen en aanduidingen. Denk aan planregels over het gebruik van gronden, toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken en de toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden. De algemene regels bevatten regels die gelden voor alle bestemmingen uit het bestemmingsplan. De overgangs- en slotregels bevatten onder andere planregels over bestaand gebruik en bestaande bouwwerken in afwijkingen van het (nieuwe) bestemmingsplan.
De verbeelding is een digitale kaart, opgebouwd uit (dubbel)bestemmingen (in kleurvlakken) en aanduidingen. De verbeelding heeft een ondersteunende functie voor toepassing van de planregels en visualiseert de bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
De toelichting vormt de ruimtelijke onderbouwing van het bestemmingsplan. In de toelichting wordt ingegaan op het doel van het bestemmingsplan, het relevante beleid, een beschrijving van het plangebied / de planontwikkeling, de relevante omgevingsaspecten en de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Ook bevat de toelichting een uitleg van de planregels. De toelichting is niet bindend en maakt geen onderdeel uit van het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
Voorliggend bestemmingsplan '5e herziening Buitengebied Veere' is een gedeeltelijke herziening van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Veere', inclusief de 1e, 2e, 3e en 4e herziening. In deze 5e herziening Buitengebied Veere zijn de aan te passen onderdelen van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Veere' in de verbeelding en planregels weergegeven. Voor het raadplegen van de geldende juridisch-planologische regeling binnen het plangebied, is het noodzakelijk om naast voorliggende 5e herziening Buitengebied Veere ook het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Veere' en de 1e, 2e, 3e en 4e herziening te raadplegen.
Verbeelding
Op de verbeelding zijn alleen de percelen opgenomen waar in het kader van deze 5e herziening een aanpassing plaatsvindt. Ten aanzien van de verbeelding wordt ten behoeve van de raadpleegbaarheid van het (juridisch) bindende planologische regime in de 5e herziening gebruik gemaakt van twee methoden, waarbij onderscheid wordt gemaakt in enerzijds toevoegingen aan of veranderingen van de verbeelding en anderzijds verwijderingen:
Alleen de percelen die op de verbeelding zijn opgenomen zijn (juridisch) onderdeel van de 5e herziening. Zienswijzen wat betreft de verbeelding kunnen uitsluitend betrekking hebben op de op de verbeelding opgenomen aanpassingen van aanduidingen dan wel de vervallen aanduidingen.
Planregels
De basis/onderlegger voor de regels van de 5e herziening wordt gevormd door de regels van het basisplan, inclusief de in het kader van de 1e, 2e, 3e en 4e herziening aangebrachte aanpassingen en aanpassingen als gevolg van de uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State met betrekking tot het basisplan en de 3e herziening. Om de bij de 5e herziening behorende regels (waarmee de geldende regels van het bestemmingsplan Buitengebied dus worden veranderd) inzichtelijk raadpleegbaar te maken zijn deze regels gemarkeerd als onderdeel van de actueel geldende (geconsolideerde) regels. Daardoor kunnen de regels in hun context worden gelezen.
De regels zijn weergegeven zoals die na vaststelling van voorliggend bestemmingsplan gelden. De niet gemarkeerde regels hebben betrekking op de regels zoals deze gelden vanuit het basisplan , inclusief latere herzieningen en uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak. De wijzigingen dan wel aanvullingen/verwijderingen als gevolg van onderhavige 5e herziening Buitengebied Veere zijn in de planregels - met een doorhaling in groen ('regel') of een toevoeging in groen ('regel') - opgenomen. Alleen de groen gemarkeerde aanpassingen maken dus juridisch-planologisch onderdeel uit van deze partiële herziening. De niet gemarkeerde regels zijn ter informatie opgenomen zodat een goed beeld ontstaat van de nieuwe regels en hoe deze ingepast zijn in de (bestaande) regels van het vigerende plan. Van belang is dat deze regels niet opnieuw ter discussie gesteld kunnen worden omdat deze enkel een informatieve rol in deze herziening vervullen en formeel geen onderdeel van deze herziening uitmaken.
Ter informatie zijn de aanpassingen in de regels uit de 4e herziening blauw gemarkeerd (
doorhalingen
en toevoegingen). Reden daarvoor is dat deze herziening nog niet onherroepelijk is.
De nummering van de artikelen is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan Buitengebied Veere (zoals dat luidt tot en met de 4e herziening). Daar waar leden of subleden zijn toegevoegd, is de nummering dienovereenkomstig aangepast. Daar waar leden of subleden zijn verwijderd, is de nummering van de regels vanwege technische redenen niet aangepast. De planregels zijn in hoofdstukken geplaatst, conform het geldende bestemmingsplan.
Zoals in hoofdstuk 1 aangegeven worden in de 5e herziening Buitengebied Veere de volgende onderwerpen opgenomen:
De nummering van artikelen in de onderstaande paragrafen verwijst naar de nummering van de artikelen in onderhavige 5e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. Deze is gebaseerd op de nummering uit het basisplan (het bestemmingsplan Buitengebied Veere), inclusief de 1e, 2e, 3e en 4e herziening.
De bestemmingsregeling voor recreatieve appartementen in het kader van de NED-regeling wordt op een aantal punten herzien. Basis voor deze aanpassingen wordt gevormd door de uitgevoerde evaluatie van het NED-beleid. Bijlage 1 bevat de uitgevoerde evaluatie. Onderstaande teksten zijn gebaseerd op deze evaluatie.
Doelstelling van de NED-regeling is om door herbestemming of sanering van de vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen verpaupering te voorkomen en het bieden van mogelijkheden aan agrariërs om neveninkomsten te genereren.
In 2013 is de NED-regeling opgenomen in het basisbestemmingsplan Buitengebied Veere. Op basis daarvan kan in schuren binnen de agrarische bestemming, de bestemming Wonen en Natuur-Buitenplaats een NED gevestigd worden, waaronder begrepen recreatieve appartementen, een kampeerboerderij, hotelaccommodatie en logies met ontbijt. De oppervlakte van gebouwen was bepalend voor hoeveel recreatieve appartementen konden worden toegelaten.
In de 3e herziening bestemmingsplan Buitengebied Veere is de NED-regeling voor wat betreft het onderdeel recreatie-appartementen aangescherpt, en wel als volgt:
In de periode van 2006 tot en met 31 mei 2020 zijn in totaal 51 NED-activiteiten gerealiseerd. Daarbij gaat het op 37 percelen (80% van de gevallen) om in totaal 126 recreatie-appartementen. De meeste appartementen zijn in bestaande schuren gerealiseerd. Op 8 locaties zijn nieuwe gebouwen met daarin recreatieappartementen opgericht. Van de genoemde 37 percelen hadden ten tijde van de vergunningverlening 15 een agrarische bestemming, 21 een woonbestemming en 1 de bestemming Natuur-Buitenplaats. (Momenteel hebben van de 37 percelen 13 een agrarische bestemming, 23 een woonbestemming en 1 de bestemming Natuur-Buitenplaats).
In de gemeente Veere zijn 21 schuren aangewezen als Rijksmonument. Deze schuren zijn op de verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied Veere voorzien van de specifieke 'bouwaanduiding - rijksmonument'. Daarnaast zijn 46 schuren aangemerkt als cultuurhistorisch waardevol pand. Deze schuren zijn op de verbeelding voorzien van de 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol'. In de periode 2013 - 2020 is slechts voor één monumentale schuur een NED-procedure gevoerd, en ook voor één cultuurhistorische waardevolle schuur.
De doelstellingen van het NED-beleid zijn gerealiseerd. Diverse agrariërs hebben gebruik gemaakt van de regeling om een stukje extra inkomsten te genereren. Daarnaast is mede door de NED-regeling geen sprake van verpaupering in het buitengebied van Veere. Anderzijds kan worden geconstateerd dat het realiseren van recreatieappartementen een zeer lucratieve aangelegenheid is geworden, waar op grote schaal gebruik van is gemaakt. Die ontwikkeling heeft negatieve effecten op de balans tussen leefbaarheid en toerisme. De doelstelling om met het realiseren van een NED een bijdrage te leveren aan het behoud van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, is niet gehaald, getuige het kleine aantal gevallen dat gebruik gemaakt heeft van de NED-regeling.
Het was van tevoren niet voorzienbaar dat van de regeling zo eenzijdig gebruik zou worden gemaakt. Een fors aantal vergunningen voorziet in een NED op percelen met een woonbestemming. Een woonbestemming is primair bedoeld voor het bewonen van het perceel. Door het grote aantal NED's met recreatieappartementen, ontstaan er als het ware recreatiebedrijven met soms wel 6 recreatieappartementen per perceel in het buitengebied.
Door onder andere de realisering van diverse recreatieappartementen is de recreatiedruk toegenomen. Naast recreatieappartementen zijn er de laatste jaren ook andere vormen van recreatie bijgekomen of uitgebreid. Daarbij valt te denken aan minicampings, kamerverhuur en zomerwoningen. Op sommige locaties is sprake van een stapeling van recreatiemogelijkheden waarbij bijvoorbeeld een minicamping, een zomerwoning en een NED in de vorm van recreatie-appartementen op één perceel worden geëxploiteerd. Uit overleg met de toeristische sector blijkt dat zij zich zorgen maakt over de gevolgen hiervan voor onder andere de leefbaarheid. Een stapeling van mogelijkheden levert een bijdrage aan de disbalans tussen leefbaarheid en toerisme. De sector vraagt aandacht voor de oorspronkelijke bedoeling van de NED-regeling.
De mogelijkheid om recreatieappartementen in vrijkomende agrarische gebouwen te realiseren heeft een prijsopdrijvende werking van de woningen in het buitengebied tot gevolg.
Van (langdurige) leegstand van vrijkomende agrarische gebouwen is geen sprake. Er is geen sprake van verpaupering. Het is echter niet met zekerheid te stellen dat van een dergelijke situatie sprake zou zijn, als er geen mogelijkheden voor het realiseren van NED's waren geweest.
Gelet op het voorgaande wordt het NED-beleid met betrekking tot recreatieve appartementen als volgt aangepast.
Recreatieve appartementen binnen de bestemming Wonen en Natuur-Buitenplaats
Het gemeentebestuur acht het ongewenst dat binnen de Woonbestemming en de bestemming Natuur-Buitenplaats met toepassing van de NED-regeling recreatiebedrijven ontstaan. Deze bestemmingen zijn gericht op het wonen en op de instandhouding van de buitenplaatsen en niet op het mogelijk maken van recreatiebedrijven. Gelet op deze functies en de aard van de omgeving is een commerciële ontwikkeling met recreatieve bedrijven in beginsel niet gewenst. Daarom vervalt de mogelijkheid om met gebruikmaking van de NED-regeling voor het onderdeel recreatieappartementen nieuwe recreatieappartementen binnen de bestemmingen Wonen en Natuur-Buitenplaats te realiseren, tenzij er sprake is van een rijksmonument waarvoor op de verbeelding de specifieke bouwaanduiding - rijksmonument is opgenomen of een cultuurhistorisch waardevol pand waarvoor op de verbeelding de specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol is opgenomen.
Er worden maximaal twee verblijfsrecreatieve eenheden per gebouw in maximaal 2 bestaande gebouwen mogelijk gemaakt, met een maximale oppervlakte van 100 m² per eenheid. Een cultuurhistorisch deskundige adviseert over de toelaatbaarheid vanuit de optiek van de cultuurhistorische waarden van de gebouwen.
De regels onder 12.6.2 onder e en 21.6.2 onder e worden dienovereenkomstig aangepast.
Recreatieve appartementen binnen de agrarische bestemmingen
De oorspronkelijke doelstelling van de NED-regeling was het vergroten van de economische vitaliteit en van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied. Mede als compensatie voor de afnemende economische betekenis van de landbouw zijn mogelijkheden geboden om de toegevoegde waarde van het platteland te vergroten. Op basis daarvan wordt het realiseren van recreatieappartementen in bestaande gebouwen binnen de agrarische bestemming onder voorwaarden gehandhaafd. Overeenkomstig de oorspronkelijke doelstelling dat nieuwe economische dragers plaatsvinden in bestaande gebouwen, worden geen mogelijkheden meer geboden voor het realiseren van recreatieappartementen in nieuw op te richten gebouwen. Daarbij wordt het aantal appartementen per perceel ten opzichte van het huidige aantal van 6 appartementen beperkt, tot maximaal 2. Voorts wordt een maximale omvang per appartement vastgelegd. Als maximale bruto-vloeroppervlakte van een recreatieappartement wordt tegenwoordig een maximale oppervlakte van 100 m² gehanteerd.
Om die reden wordt op basis van de oorspronkelijke doelstelling en de leefbaarheid van het landelijk gebied aanbevolen de volgende uitgangspunten in de regels van het bestemmingsplan binnen de agrarische bestemming op te nemen:
De artikelen 3.6.4 onder e en f en 4.6.4 onder e en f worden dienovereenkomstig aangepast.
Recreatieve appartementen in cultuurhistorisch waardevolle gebouwen
In het belang van het behoud van de aangewezen rijksmonumenten, cultuurhistorische waardevolle schuren en cultuurhistorische buitenplaatsen is het toestaan van een nieuwe economische drager in de vorm van recreatieappartementen in deze gebouwen acceptabel.
De rijksmonumenten hebben op de verbeelding (bestemmingsplankaart) de specifieke bouwaanduiding - rijksmonument verkregen. De cultuurhistorische buitenplaatsen hebben op de verbeelding de bestemming Natuur-Buitenplaatsen verkregen. De cultuurhistorisch waardevolle panden hebben op basis van de lijst "Cultuurhistorische panden in het buitengebied" op de verbeelding de specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol verkregen. Hiermee is het aantal schuren vastgelegd.
Daarbij is het raadzaam het aantal appartementen per perceel ten opzichte van het huidige maximale aantal van 6 appartementen, te beperken. Voorts is het raadzaam een maximale omvang per appartement vast te leggen. Hiervoor is contact opgenomen met de Boerderijenstichting Zeeland. Het realiseren van een NED in de vorm van recreatieappartementen heeft als doel het gebouw in stand te houden waarbij de cultuurhistorische elementen zoveel mogelijk behouden en zichtbaar moeten blijven. Het karakter van de schuur moet dus gehandhaafd blijven en er mogen zo min mogelijk aanpassingen plaatsvinden, zodat de oorspronkelijke indeling van de schuur en daarmee de cultuurhistorische elementen zichtbaar blijven. Dit kan geborgd worden door een plan voor het realiseren van recreatieappartementen in monumentale of cultuurhistorisch waardevolle schuren ter advisering voor te leggen aan de Boerderijenstichting, of een andere deskundige op gebied van de cultuurhistorie.
Als maximale bruto vloeroppervlak van een recreatieappartement wordt tegenwoordig een maximale oppervlakte van 100 m² gehanteerd. Voor het in stand kunnen houden van een monumentale of cultuurhistorische waardevolle schuur kan volgens de Boerderijenstichting volstaan worden met in totaal maximaal 2 appartementen. In de gemeente Veere zijn vaak meerdere schuren (of wagenhuis/wagenberging) op percelen met de specifieke bouwaanduiding - rijksmonument of de specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol, aanwezig. Voor het behoud van deze gebouwen worden in maximaal 2 schuren op deze percelen maximaal 2 recreatieappartementen per schuur mogelijk gemaakt. De volgende uitgangspunten worden in de regels van het bestemmingsplan opgenomen:
Met de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van 24 februari 2021 heeft de Afdeling onder andere het vaststellingsbesluit van de gemeenteraad vernietigd voor zover het plan geen dagrecreatie mogelijk maakt op de gronden met de bestemming 'Wonen ter plaatse van Kraaienestweg 1/1A te Veere. Voor dat onderdeel heeft de Afdeling de gemeenteraad opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van de uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen.
Uitspraak Afdeling
In de uitspraak heeft de Afdeling als volgt overwogen. De Afdeling gaat ervan uit dat de regeling in artikel 21, lid 21.1, van de planregels, in samenhang met de verbeelding, tot doel heeft om het belang van een goede ruimtelijke ordening te beschermen. Op zichzelf is de bescherming van het milieu, waaronder ook de ruimtelijke ordening, zoals onder 35.6 is vermeld, een dwingende reden van algemeen belang. De raad heeft echter niet duidelijk gemaakt welk concreet doel op het gebied van de ruimtelijke ordening hij in het bijzonder heeft willen dienen met de beperking dat dagrecreatie niet langer is toegestaan op het deel van het perceel Kraaienestweg 1/1A met de bestemming "Wonen". Het vorige plan stond op dit gedeelte van het perceel nog wel dagrecreatie toe en de raad achtte die functie bij de vaststelling van dat plan in 2013 nog in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening. Omdat niet duidelijk is met welk concreet doel de raad de beperking voor dagrecreatie in het plan heeft opgenomen, kan bovendien niet worden beoordeeld of de beperking geschikt is om het doel te bereiken, of de beperking niet verder gaat dan nodig is om het doel te bereiken en of het doel niet met andere, minder beperkende maatregelen kan worden bereikt.
Gelet hierop heeft de raad niet deugdelijk gemotiveerd dat de regeling in artikel 21, lid 21.1, van de planregels in samenhang met het ontbreken van een aanduiding voor dagrecreatie op de verbeelding in overeenstemming is met de eisen van noodzakelijkheid en evenredigheid in artikel 15, derde lid, onder b en c, van de Dienstenrichtlijn. Het besluit van 9 november 2017 is in zoverre in strijd met artikel 3:46 van de Awb.
Overwegingen gemeente
De aanduiding 'dagrecreatie' ter plaatse van het perceel Kraaienestweg 1/1A is in het kader van de 3e herziening bestemmingsplan Buitengebied Veere vervallen, zonder onderbouwing of motivering in de toelichting. Bij het laten vervallen van de aanduiding 'dagrecreatie' ter plaatse van dit perceel is ervan uitgegaan dat de theeschenkerij voorzien is van een specifieke functieaanduiding ('specifieke vorm van recreatie - theeschenkerij') en is verondersteld dat voor het overige geen sprake was van bestaande dagrecreatieve activiteiten. Daarbij is geen rekening gehouden met het opstapstation voor huifbedritten. Het gemeentebestuur is echter bereid om medewerking te verlenen aan het realiseren van het opstapstation binnen het perceel met de bestemming Wonen. Om die reden wordt de aanduiding 'dagrecreatie' weer opgenomen voor het betreffende perceel. Er zijn - in afwijking van de aan het basisbestemmingsplan Buitengebied Veere ten grondslag liggende overwegingen - geen dwingende redenen om de met de aanduiding 'dagrecreatie' toelaatbare activiteiten alsnog uit te sluiten op het perceel Kraaienestweg 1/1A.
De nummering van artikelen in de onderstaande tabel verwijst naar de nummering van onderhavig plan (zoals dat komt te luiden na de 5e herziening Buitengebied Veere). Deze kan aangepast zijn ten opzichte van de nummering van de artikelen in het basisplan 'Buitengebied Veere' naar aanleiding van aanpassingen in deze of eerdere herzieningen.
Tabel 3.4.1
Artikelnummer | Overweging | Aanpassing | |||
Art. 1 Begripsbepalingen plan en bestemmingsplan | In art. 1 worden de begrippen 'plan' en 'bestemmingsplan' aangepast aan de plangegevens van de 5e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Veere. Het begrip 'plan' heeft betrekking op de 5e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Veere met bijbehorende IMRO-code. Het begrip bestemmingsplan heeft betrekking op het bestemmingsplan Buitengebied Veere, inclusief de diverse herzieningen (1e, 2e, 3e, 4e en 5e herziening). Het begrip bestemmingsplan 'Buitengebied Veere' is niet nodig; dit begrip kan vervallen. |
De begrippen 'plan' en 'bestemmingsplan' worden als volgt aangepast: - plan: het bestemmingsplan '5e herziening Buitengebied Veere' van de gemeente Veere, dat uitsluitend betrekking heeft op onderdelen van de verbeelding van het plan met identificatie NL.IMRO.0717.0174BPBgbH5-VG01 en de in groen gemarkeerde onderdelen van de regels van het plan. - bestemmingsplan: het bestemmingsplan Buitengebied Veere, zoals dat luidt tot en met de 5e herziening Buitengebied Veere, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij bijbehorende bijlagen als vervat in de volgende GML-bestanden: |
|||
- NL.IMRO.0717.0016BPBgbAp- VG01 (bestemmingsplan Buitengebied Veere); - NL.IMRO.0717.0085BPBgbGh-VG01 (1e herziening Buitengebied Veere); - NL.IMRO.0717.0085BPBgbGh-VG02 (1e herziening Buitengebied Veere, 2e vaststellingsbesluit); - NL.IMRO.0717.0104BPGh-VG01 (2e herziening Buitengebied Veere); - NL.IMRO.0717.0124BPGh-VG01 (3e herziening Buitengebied Veere); - NL.IMRO.0717.0124BPGh-VG02 (herstelbesluit 3e herziening Buitengebied Veere); - NL.IMRO.0717.0124BPGh-VG03 (3e herziening Buitengebied Veere na uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak); - NL.IMRO.0717.0153BPBgbH4-VG01 (4e herziening Buitengebied Veere); - het begrip 'bestemmingsplan Buitengebied Veere' vervalt. |
|||||
Art. 1 begripsbepaling Hotel | Met het oog op het inkaderen van de mogelijkheden om een hotel te ontwikkelen is het gewenst een begripsbepaling voor 'hotel' op te nemen in de regels. Een hotel is gericht op het per nacht aanbieden van logies in de vorm van hoofdzakelijk 1- en 2-persoonskamers. Het gemeentebestuur acht het niet gewenst dat onder deze formule zelfstandige recreatie-appartementen (met eigen keukenvoorziening en/of een afzonderlijke leef- en keukenruimte) worden gerealiseerd. Verder dient een hotel in ieder geval een receptie, een ontspanningsruimte en een restaurantdeel te omvatten. | In art. 1 is een begrip hotel opgenomen, luidende: - een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies per nacht tegen betaling in overwegend één- en tweepersoonskamers zonder kookvoorziening, niet zijnde appartementen, waarbij tevens maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en een receptie en ontspanningsruimte (zoals bar/loungeruimte, ontbijtzaal/restaurantruimte, fitnessruimte/wellnesruimte) aanwezig is |
|||
Art. 1 begripsbepaling strandhuis | Een strandhuis wordt niet geplaatst op een standplaats. Bovendien wordt verduidelijkt dat een strandhuis alleen gedurende het zomerseizoen op het strand wordt geplaatst. | Art. 1.89 wordt als volgt aangepast: ... dat alleen gedurende het zomerseizoen (april t/m oktober) op het strand wordt geplaatst. | |||
Art. 3.4.2 aanhef | De verwijzing naar art. 3.2.2 onder k moet zijn naar j. | De verwijzing in de aanhef van art. 3.4.2 wordt gewijzigd naar 3.2.2 onder j. | |||
Art. 3.4.5 onder a | Benadrukt wordt dat het om de bij de paardenstallen behorende gronden gaat. | In art. 3.4.5 onder a wordt toegevoegd 'daarbij behorende'. | |||
Art. 4.1 onder b.6 plattelandswoning |
Art. 4.1. | In art. 4.1 onder 6 wordt de aanduiding 'plattelandswoning' genoemd; conform de methodiek van SVBP2012 en de verbeelding dient dat 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' te zijn. | |||
Art. 4.2.1 onder b.2 | Opgenomen wordt dat een plattelandswoning onderdeel uitmaakt van het aangegeven maximum aantal bedrijfswoningen. | Aan art. 4.2.1 onder b.2 wordt de volgende tekst toegevoegd: , met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'plattelandswoning' een plattelandswoning onderdeel uitmaakt van het toegestane aantal bedrijfswoningen. | |||
Art. 21.2.2.j.8 Wonen | In de geldende regeling is opgenomen dat bijgebouwen uitsluitend worden gebouwd binnen een afstand van 25 meter van de woning, gemeten vanaf de dichtstbijzijnde gevel van de woning. In de praktijk wordt dit uitgelegd als: de afstand van het bijgebouw tot de dichtstbijzijnde gevel van het hoofdgebouw mag maximaal 25 meter bedragen. De regeling wordt daarop aangepast. |
Art. 21.2.2 j onder 8 wordt als volgt aangepast: 'de afstand tussen de woning en bijgebouwen maximaal 25 meter bedraagt'. | |||
Art. 11.1. onder e | De bestemmingsomschrijving bevat een redactionele onduidelijkheid: 'landschastreekeigenppelijke' moet zijn: 'streekeigen landschappelijke'. | In art. 11.1 onder e wordt 'landschastreekeigenppelijke' vervangen door: 'streekeigen landschappelijke'. | |||
Art. 13 (Natuur - Strand) en art. 16 (Recreatie - Strand) regeling strandhuizen en kleedcabines | De regeling voor de strandhuizen en kleedcabines behoeft aanscherping in de bestemmingen Natuur - Strand en Recreatie - Strand: - de maximale oppervlaktemaat van kleedcabines wordt aangepast van 5 naar 4 m², de maat die in de praktijk wordt gehanteerd; - er wordt een maximale hoogtemaat voor kleedcabines opgenomen van 2,7 m; - binnen de maximale oppervlakte van een strandhuis wordt onderscheid gemaakt in de binnenruimte (het gebouw: 25 m²) en de buitenruimte (het terras: maximaal 15 m²) - voor de strandhuizen wordt een maximale hoogtemaat van 4,5 m opgenomen zodat een volwaardige verdieping wordt uitgesloten. |
In art. 13.2.2 en art. 16.2.2 worden de betreffende maten opgenomen. | |||
Art. 39 Slotregel | De slotregel wordt aangepast aan de 5e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Veere. | Art. 39 wordt aangepast in die zin dat de benaming van de regels luidt: "regels van het bestemmingsplan '5e herziening Buitengebied Veere'." |
De aanpassingen van het bestemmingsplan "Buitengebied Veere", inclusief eerdere herzieningen zijn weergegeven in tabel 3.3.1.
Tabel 3.3.1
Adres | Overweging | Aanpassing | |||
Westhovenseweg 3 - 5 - 7, Aagtekerke | De percelen en woningen op de adressen Westhovenseweg 1, 3, 5-7 zijn in het geldende bestemmingsplan opgenomen binnen één bestemmingsvlak Wonen met bouwvlak. Hier zijn 4 woningen toegestaan. Inmiddels is er sprake van diverse eigenaren. De eigenaar van Westhovenseweg 5-7 heeft een verzoek ingediend om de bestaande schuur te slopen en te vervangen door een (kleinere) schuur en Domburgse zomerwoning. Het college heeft besloten om onder voorwaarden medewerking te verlenen aan een afwijking van het bestemmingsplan Buitengebied en de daarbij behorende herzieningen ten behoeve van een grotere oppervlakte van een nieuwe schuur en een Domburgse zomerwoning van maximaal 40 m². Het slopen van de oude schuur en het terugbouwen van een nieuwe, kleine schuur aan de achterzijde van het bouwvlak en de zomerwoning met een maximaal oppervlak van 40 m² levert ruimtelijke kwaliteitswinst op, waardoor het college heeft besloten medewerking te willen verlenen. |
De verbeelding wordt aangepast, zodanig dat er drie bestemmings-/bouwvlakken Wonen ontstaan: - Westhovenseweg 1 en 3: één bestemmings- en bouwvlak Wonen waar 2 woningen zijn toegestaan d.m.v. de maatvoeringsaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden: 2'. - Op Westhovenseweg 5 - 7 één bestemmings-/bouwvlak Wonen met de maatvoeringsaanduiding 235 m² bijgebouwen toegestaan. - Over alle bouwvlakken heen ligt de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf'. |
|||
Polredijk 2, Veere | Op 14-04-2020 is ten behoeve van de realisatie van een woning op het perceel een wijzigingsplan opgesteld. Nadien is gebleken dat de woning iets noordelijker gebouwd zou worden en blijkt de woning niet binnen het geldende bestemmings- en bouwvlak gerealiseerd te worden. De toelichting op het wijzigingsplan en de aanvullende onderzoeken die hiervoor zijn uitgevoerd en opgesteld zijn opgenomen in bijlage 2. Hieruit blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor de ontwikkeling. | De vorm van het bestemmings- en bouwvlak Wonen is aangepast ter plaatse van het perceel. De oppervlakte van het bouwvlak is gelijk gebleven. Op de gronden waar het bouwvlak is verkleind, is een groenstrook gelegen, die is voorzien van de bestemming Groen. | |||
Galgeweg 6, Koudekerke | Anders dan bij andere tot 'Wonen' bestemde percelen is het bouwvlak in de bestaande situatie strak om de woning geprojecteerd. Dit zorgt voor een onevenredig nadelige inperking van de bouwmogelijkheden op het perceel in relatie tot andere woonpercelen in het buitengebied. Overeenkomstig het besluit van het college van 29 september 2020 is het gewenst niet alleen de vergroting van de woning in het nieuwe bouwvlak op te nemen, maar ook de erfbebouwing op het perceel. | Op de verbeelding wordt het bouwvlak aangepast, zodanig dat de bestaande bebouwing binnen het bouwvlak ligt. | |||
Cornelis Jaspersestraat 17, Meliskerke | Aan de Cornelis Jaspersestraat 17 in Meliskerke is het vakantieverblijf 'De Olmen' gevestigd met 4 vakantiewoningen, een mini-camping en een parkeerterrein. Bovendien staat er een reguliere woning waarin de eigenaren wonen. Het voornemen is om het gebruik van de drie van de vier aanwezige vakantiewoningen te legaliseren en één vakantiewoning te gebruiken als 'Domburgs zomerhuis'. Ter plaatse geldt de bestemming 'Wonen' met de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen – voormalig agrarisch bedrijf'. Binnen deze bestemming mag een aan- of uitbouw of een bijgebouw al, onder voorwaarden, gebruikt worden voor recreatief nachtverblijf. De andere drie vakantiewoningen zijn in strijd met het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Veere'. Om aan te tonen dat het initiatief aanvaardbaar is, is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld (bijlage 3). Hieruit blijkt dat de ontwikkeling niet in strijd is met het geldende beleid en er geen milieu- of omgevingsaspecten een belemmering vormen voor de ontwikkeling. |
De functieaanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiewoning 3' wordt ter plaatse van het bouwvlak Wonen toegevoegd op de verbeelding. In art. 21.1 onder k wordt de bepaling: "ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiewoning 3': verblijfsrecreatie in een recreatiewoning, met dien verstande dat maximaal drie recreatiewoningen zijn toegestaan" toegevoegd. |
|||
Rapenburgweg 7, Meliskerke | Ter plaatse van de Rapenburgweg 7 bestaat het voornemen om het bestaande bouwvlak van vorm te veranderen om zo de agrarische bebouwing aan de achterzijde van de bestaande bebouwing mogelijk te maken. De oppervlakte van het bouwvlak blijft gelijk, de wro-zone wordt gedeeltelijk verplaatst. | Het bouwvlak wordt op de verbeelding aangepast en de 'Wro-zone – afwijking vergroten bouwvlak' wordt gedeeltelijk verplaatst van de noord- naar de zuidzijde van het bouwvlak. | |||
Noordweg 5/5a, Biggekerke | Ter plaatse van het adres Noordweg 5/5a ligt het bouwvlak grotendeels op landbouwgrond en heeft een deel van het erf, tevens landschappelijk ingepast, geen bouwvlak. Het bouwvlak wordt van vorm veranderd zodat het meer aansluit op de inrichting van het erf aan de zuidzijde. De oppervlakte van het bouwvlak blijft gelijk, de wro-zone wordt aangepast. | Op de verbeelding wordt de vorm van het bouwvlak aangepast en de Wro-zone – afwijking vergroten bouwvlak wordt aangepast. | |||
Lepelstraat 5, Vrouwepolder | Op het perceel zijn twee bedrijfswoningen aanwezig en toegestaan. Eén van de woningen is niet langer als bedrijfswoning in gebruik. De eigenaar is voornemens deze woning als woning voor derden, een zogenoemde 'plattelandswoning' te gebruiken. | Op de verbeelding wordt de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – plattelandswoning' toegevoegd aan het bouwvlak.
|
|||
Sint Jan ten Heereweg 1, Aagtekerke | Een deel van het erf van de woning aan de Sint Jan ten Heereweg 1 te Aagtekerke heeft een agrarische bestemming terwijl het onderdeel is van de tuin behorende bij de woning op dit adres. | Op de verbeelding wordt de bestemming Wonen vergroot. Het bouwvlak wordt niet aangepast. | |||
Groeneweg 8, Koudekerke | De eigenaar van het perceel is voornemens een paardenstal (hobbymatig gebruik) te bouwen aan de achterzijde van het erf. In het geldende bestemmingsplan is op deze gronden geen bouwvlak aanwezig en mogen geen gebouwen worden gebouwd. Het bouwvlak is nu zo gepositioneerd dat uitsluitend vóór de woningen bebouwing mogelijk is. Omdat het perceel in de huidige situatie omringd is door opgaande beplanting, is de landschappelijke impact van het realiseren van de schuur op het achtererf minimaal. Daarnaast is bebouwing aan de voorzijde van de woning onwenselijk. Om het initiatief mogelijk te maken wordt het bouwvlak en het bestemmingsvlak Wonen aangepast. Aan de achterzijde van de woning wordt ongeveer 680 m² toegevoegd aan het bestemmings- en bouwvlak Wonen, dit oppervlak wordt aan de voorzijde omgezet in Agrarisch met Waarden - Landschapswaarden zonder bouwvlak. Het bouwvlak blijft op deze manier in oppervlakte gelijk aan de huidige situatie. |
De verbeelding wordt aangepast. Aan de noordzijde van het perceel wordt de bestemming Wonen veranderd in Agrarisch met Waarden - Landschapswaarden. Aan de zuidzijde van de woning wordt een zelfde oppervlakte toegevoegd aan het bestemmingsvlak Wonen en het bouwvlak. | |||
Baaiweg 2 Westkapelle | Op het perceel zijn twee bedrijfswoningen aanwezig en toegestaan. Eén van de woningen is niet langer als bedrijfswoning in gebruik. De eigenaar is voornemens deze woning als woning voor derden, een zogenoemde 'plattelandswoning' te gebruiken. | Op de verbeelding wordt de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – plattelandswoning' toegevoegd aan het bouwvlak. | |||
Wro-zone wijzigingsgebied - 1 | Ten zuiden van Camping De Zandput is de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied - 1' opgenomen. Deze aanduiding is niet opgenomen in de regels. | De aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied - 1' wordt van de verbeelding verwijderd. | |||
Brouwerijweg 43 | Voor het adres Brouwerijweg 43 (bestemd als Wonen) in Domburg is in 2019 een verzoek ingediend om een bestaande schuur achterop het perceel te mogen ombouwen ten behoeve van een kleinschalig 'yogaretreatcentrum' met twee recreatieappartementen, die ten dienste staan van de yoga-activiteiten. Ten behoeve van het 'retreat'-centrum wordt buiten een zwemvijver gerealiseerd en wordt op het achtererf van de woning Brouwerijweg 43 een pergola gebouwd. Deze activiteiten konden door middel van de NED-regeling binnen de bestemming Wonen mogelijk worden gemaakt. Met de aanpassingen van de NED-regeling in het kader van de 5e herziening vervallen de mogelijkheden voor de verblijfsrecreatieve eenheden. In 2019 heeft het college echter al besloten in principe medewerking te verlenen aan deze activiteiten. Om die reden wordt dit project als 'pijplijnproject' mogelijk gemaakt in het kader van de 5e herziening bestemmingsplan Buitengebied Veere. Voor een toelichting op de ruimtelijke toelaatbaarheid wordt verwezen naar bijlage 4. | - Aan het perceel Brouwerijweg 43 wordt op de verbeelding de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 1' toegevoegd. - In art. 21.1 onder o. wordt de volgende bepaling opgenomen: ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 1': een onspanningscentrum voor yoga en daarmee vergelijkbare activiteiten. - In art. 21.2.2 wordt een nieuw sub o. opgenomen, luidende: ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 1': zijn ten hoogste 2 recreatieappartementen met elk ten hoogste 4 slaapplaatsen toegestaan. - In art. 21.5.7 (nieuw) is een voorwaardelijke verplichting opgenomen, luidende: Ter plaatse van de specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 1 is recreatief nachtverblijf alleen toegestaan als dit in combinatie plaatsvindt met activiteiten die verband houden met het in lid 21.1 onder n bedoelde ontspanningscentrum. |
|||
Schelpweg 1/1A en 3 Westkapelle | De percelen Schelpweg 1/1A en 3 te Westkapelle hebben de bestemming Agrarisch met waarden - Lanschaps- en Natuurwaarden. Gronden met deze bestemming zijn bestemd voor grondgebonden agrarische bedrijven. Ter plaatse zijn echter geen agrarische bedrijven meer aanwezig. | De bestemming van beide percelen wordt gewijzigd in Wonen met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' (Wvab) | |||
Herenweg 1 Aagtekerke | Het perceel Herenweg 1 heeft gedeeltelijk de bestemming Wonen met bouwvlak en gedeeltelijk de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - toilet gebouw'. Er is een bijgebouw beoogd dat niet binnen het geldende bouwvlak past. Ten behoeve van de aanpassing is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is toegevoegd in bijlage 5. | Het bouwvlak wordt naar het noorden verruimd en de bestemming wordt gedeeltelijk (onder nieuw bouwvlak) gewijzigd naar Wonen. Vigerende bouwvlak met functieaanduiding specifieke vorm van recreatie - sanitairgebouw binnen AW-L zijn hiermee komen te vervallen. |
Vooroverleg
Op grond van artikel 3.1.1 Bro is het concept ontwerp in vooroverleg gestuurd aan de volgende overlegpartners:
Overleg en ter visie legging
Het ontwerpbestemmingsplan is ter visie gelegd, waarop een ieder de gelegenheid heeft gehad een zienswijze in te dienen op het plan.
Reacties vooroverleg en tervisielegging
Op het plan zijn 11 zienswijzen ontvangen. De samenvatting van deze zienswijzen en overlegreacties en de beantwoording hiervan is opgenomen in een zienswijzen rapport (6). In deze nota is aangegeven of en zo ja, op welke wijze het ontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van de ingediende reacties is gewijzigd.
Ambtshalve aanpassingen
Naast de aanpassingen naar aanleiding van de zienswijzen zijn er een aantal ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. Deze wijzigingen zijn opgenomen in het zienswijzenrapport (bijlage 6).
Het bestemmingsplan 5e herziening Buitengebied Veere is grotendeels consoliderend van aard, hieraan kleven geen financiële consequenties. Daar waar sprake is van nieuwe ontwikkelingen, is een exploitatieovereenkomst afgesloten, om de gemeentelijke kosten te dekken. Deze herziening betreft geen bouwplan(nen) in de zin van artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, een exploitatieplan is niet noodzakelijk.