direct naar inhoud van 3.4 Archeologie
Plan: Kom Aagtekerke
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0717.0027BPAagAp-VG01

3.4 Archeologie

In Europees verband is het zogenaamde “Verdrag van Malta” tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is dient het bodemarchief met zorg ontsloten te worden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang vanaf het begin meewegen in de besluitvorming. Om dit meewegen te laten plaatsvinden wordt, naast de bestaande regelgeving en beleid, een economische factor toegevoegd. De kosten voor het zorgvuldig omgaan met het bodemarchief, dus de kosten voor inventarisatie, (voor)onderzoeken, bodemonderzoek en documentatie, worden door de initiatiefnemer betaald.

De provincie Zeeland en gemeente Veere streven naar een versterking van de relatie tussen archeologie en ruimtelijke ordening. In de geest van het Verdrag van Malta is in 2007 een wijziging van de monumentenwet 1988 in de vorm van de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ) van kracht geworden. Een belangrijk onderdeel van de WAMZ is dat de verantwoordelijkheid voor het cultureel erfgoed bij de gemeenten komt te liggen. In de WAMZ wordt geregeld dat de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening houdt met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Volgens de wet kan in het belang van de archeologische monumentenzorg bij een bestemmingsplan worden bepaald dat de aanvrager van een aanleg- en bouwvergunning een rapport dient over te leggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende is vastgesteld.

Vooruitlopend op de WAMZ hebben de Walcherse gemeenten een eigen archeologiebeleid geformuleerd en vastgesteld in de Nota Archeologische monumentenzorg Walcheren 2006, die in 2008 is geëvalueerd in de Nota Archeologische monumentenzorg Walcheren evaluatie 2008. Deze laatste nota schrijft nu het vigerende archeologiebeleid binnen de gemeente Veere voor, waardoor het provinciale archeologiebeleid op de tweede plaats komt. Om ervoor te zorgen dat het Nederlandse archeologisch erfgoed wordt beschermd en er bij ruimtelijke afwegingen rekening wordt gehouden met archeologische waarden, is vanuit het Rijk een Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS) opgemaakt, waarin alle bekende archeologische waarden zijn opgenomen. Terreinen van archeologisch belang of waarde zijn vastgelegd op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Om een indicatie te krijgen voor een archeologische verwachting is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld in de vorm van de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Beide kaarten, naast enkele historische kaarten, liggen aan de basis van de Walcherse archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart 2008. De vrijstellingsregeling behorende bij het Walchers archeologiebeleid gaat uit van deze laatste kaart.

Onderzoek

Naar aanleiding van de herziening van het bestemmingsplan kom Aagtekerke heeft de Walcherse Archeologische Dienst een beperkte bureaustudie uitgevoerd naar de te verwachten archeologische waarden in het gebied.

Hieruit is gebleken dat de parochie Aagtekerke is gesticht in de 12e eeuw. Op de historische kaart van Visscher en Roman uit ca. 1650 (figuur 3.1) is te zien hoe de bebouwing van de kom Aagtekerke in de 17e eeuw was uitgelegd. Rondom zijn boomgaarden en tuinen aangeduid. Uit de kaart van de gebroeders Hattinga uit ca. 1750 (figuur 3.2) blijkt dat de bebouwing is toegenomen ten noorden van de kerk, rond het kerkplein. Vervolgens blijkt uit latere kaarten en bijvoorbeeld ook uit een militaire kaart van 1857 (figuur 3.3), dat in de daaropvolgende eeuwen nauwelijks meer toename van de bebouwing heeft plaatsgevonden.

Op basis van deze informatie is ten behoeve van deze herziening de begrenzing van het AMK-terrein (nr. 13415 dorpskern Aagtekerke) en dus van het archeologisch waardevol gebied op de voorschriftenkaart aangepast. De gebieden die volgens de geraadpleegde kaarten eeuwenlang tuinen en akkers, weiden of boomgaarden zijn geweest, zijn uit het AMK-terrein, zoals deze op de Archeologische Monumentkaart staat gekarteerd, gesneden. De bestaande grenzen van het AMK terrein werden hierdoor sterk ingekrompen en er zijn twee afzonderlijke AMK-terreinen ontstaan; de historische dorpskern en het perceel rond de molen (zie groene gebieden in onderstaande figuur 3.4 uit 2008). In de ondergrond van de uitgesneden delen zijn geen archeologische resten te verwachten die samenhangen met de historische dorpskern van Aagtekerke.

Wel kunnen rondom de dorpskern, met name op de kreekrugafzettingen, archeologische resten van een vroegmiddeleeuwse nederzetting worden verwacht, die als voorganger van de parochie zou kunnen gelden. Op de archeologische verwachtingskaart Walcheren 2008 wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de kreekruggen als gebieden met een hoge verwachtingswaarde op met name archeologie uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd en anderzijds de tussenliggende poelgronden met een middelhoge verwachtingswaarde op met name archeologische resten uit de IJzertijd en de Romeinse tijd in de top van het onderliggende veen. Op de beleidsadvieskaart zijn beide gebieden gelijk gewaardeerd, omdat de archeologie uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd vanwege haar zeldzaamheid gelijk gewaardeerd wordt als de archeologie uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Het gehele plangebied kom Aagtekerke lijkt op een kreekrug te zijn gelegen, slechts kleine delen liggen in poelgebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0027BPAagAp-VG01_0004.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0027BPAagAp-VG01_0005.png"

Figuur 3.1: ca. 1650 Figuur 3.2: ca. 1750

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0027BPAagAp-VG01_0006.png"

Figuur 3.3: ca. 1857

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0027BPAagAp-VG01_0007.png"

Figuur 3.4: archeologische voorschriftenkaart

Voor gebieden gelegen binnen een straal van 50 meter rondom bekende vindplaatsen gelden vrijstellingsmaten behorende bij de zogenaamde Waarde Archeologie 1. Ten tijde van deze herziening zijn in de landelijke database ARCHIS II de volgende vindplaatsen binnen de kom van Aagtekerke bekend:

  • In de tuin van huisnummer 37 aan het Dorpsplein trof de eigenaar bij graafwerkzaamheden een kringvormige muur aan (WNG 48935). Vermoedelijk gaat het om een laat middeleeuwse of Nieuwe Tijd fundering. Omdat deze vindplaats samenvalt met het AMK terrein van de oude kern is deze vindplaats niet overgenomen in dit bestemmingsplan.
  • Aan het Bergwegje bevinden zich de resten van een laat middeleeuwse vliedberg (voormalig AMK terrein 11310). N. van Jole (SCEZ) herwaardeerde het terrein in 2005 en voerde deze van de monumentenlijst af. Op de locatie zijn wel nog sporen in de vorm van grachten en ophogingslagen met veel laat middeleeuws aardewerk aanwezig (WNG 19815 & 19860-19862). Mogelijk is op de plaats van het voormalige AMK-terrein nog de neerhof bewaard gebleven. De eigenlijke vliedberg lijkt volgens een projectie van een oude kaart ter hoogte van de middelste vindplaats (WNG 19860) tegen de bocht van het bergwegje te hebben gelegen. De drie vindplaatsen blijven daarom als archeologische vindplaats gehandhaafd (blauw gearceerde cirkels op de voorschriftenkaart figuur 3.4).

Daarnaast werd in het gebied met delen van percelen I-430 & I-707 (Reigersberg/Agathastraat) al een archeologisch bureauonderzoek verricht door SMA (ARCHIS OMG 16886). Als gevolg van dit onderzoek zijn alle toekomstige bodemingrepen in dit gebied vrijgesteld van archeologisch onderzoek (grijs op voorschriftenkaart figuur 3.4).

Aandachtspunten voor het beleid:

Het Walcherse archeologiebeleid is op de eerste plaats gericht op zogenaamd behoud in situ. Dit houdt in dat er naar gestreefd moet worden archeologische waarden ongestoord in de ondergrond te bewaren. Ingrepen die tot de aantasting van de verwachte en bekende archeologische resten leiden, moeten zoveel mogelijk worden vermeden. In geval van (plan)wijzigingen waarvoor graafwerkzaamheden noodzakelijk zijn, moeten initiatiefnemers er op worden gewezen, dat voorafgaand aan graafwerkzaamheden, die de in het Walchers archeologiebeleid vastgestelde diepten en oppervlaktes overstijgen, archeologisch vooronderzoek in de vorm van bureauonderzoek, eventueel gecombineerd met of gevolgd door inventariserend veldonderzoek, moet worden uitgevoerd. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan verdere belangenafweging en besluitvorming plaatsvinden. Bij planontwikkeling op het gebied van ruimtelijke ordening binnen de zogenaamde AMK-terreinen moet bovendien de provincie worden geraadpleegd over het vervolgtraject.

De Walcherse archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart dient als archeologisch toetsingskader bij de beoordeling van ruimtelijke plannen en projecten. Op basis van het Walchers archeologiebeleid en aan de hand van het in het kader van de herziening van onderhavig bestemmingsplan door de Walcherse Archeologische Dienst uitgevoerde bureauonderzoek werden voor verschillende zones binnen de kom van Aagtekerke de volgende beleidsregels vastgesteld:

Het bestemmingsplan voor de kom van Aagtekerke beslaat vier verschillende zones, waarvoor volgens het gemeentelijk archeologiebeleid verschillende vrijstellingen gelden.

  • 1. Het bestemmingsplan voor de kom van Aagtekerke beslaat de historische kern die als archeologisch waardevol gebied (AMK-gebied) met Waarde Archeologie 2 op de voorschriftenkaart is aangeduid. Het Walcherse archeologiebeleid stelt dat bodemingrepen dieper dan 40 cm onder maaiveld en groter dan 60 m2 voorafgegaan moeten worden door archeologisch onderzoek. Hetzelfde geldt voor het perceel rond de molen. (Zie groene gebieden op de voorschriftenkaart figuur 3.4).
  • 2. Het overige deel van de kom van Aagtekerke beslaat een zone die op de archeologische beleidsadvieskaart voor Walcheren is aangegeven als gebied met hoge en middelhoge trefkans op archeologische vondsten (verwachtingszone). Dit gebied heeft de Waarde Archeologie 3. Hiervoor geldt dat bodemingrepen dieper dan 40 cm onder maaiveld en groter dan 500 m2 voorafgegaan moeten worden door archeologisch onderzoek (donkergeel aangeduid op de voorschriftenkaart, figuur 3.4).
  • 3. Uit het verleden zijn een aantal archeologische vindplaatsen binnen het plangebied van de kom Aagtekerke bekend (met blauw gearceerde cirkels aangeduid op de voorschriftenkaart, figuur 3.4). Rondom deze vindplaatsen geldt binnen een straal van 50 meter dat bodemingrepen dieper dan 40 cm onder maaiveld en groter dan 30 m2voorafgegaan moet worden door archeologisch onderzoek. Zij genieten de Waarde Archeologie 1.
  • 4. Tot slot hebben op enkele locaties al archeologische onderzoeken aangetoond dat in de ondergrond geen archeologische waarden aanwezig zijn. Hier is geen verder archeologisch onderzoek meer noodzakelijk. Deze gebieden zijn grijs aangeduid op de voorschriftenkaart, figuur 3.4.

Advies over bovenstaande vrijstellingen kan ingewonnen worden bij de Walcherse Archeologische Dienst.