direct naar inhoud van 3.1 Toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten
Plan: Kom Domburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0717.0022BPDbgAp-VG01

3.1 Toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten

Bedrijven

Toetsingskader

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gekoppeld aan een mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgesteld met behulp van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009).

In het plangebied zijn naast woningen nog andere functies (zoals horecabedrijven, detailhandel, maatschappelijke voorzieningen, enkele kantoren en verblijfsrecreatieve voorzieningen) aanwezig. In gebieden waar bedrijfsactiviteiten en hindergevoelige functies reeds naast elkaar voorkomen en functiemenging in enige mate gewenst is, wordt gebruik gemaakt van de SvB “functiemenging”. Bij deze lijst wordt per bedrijfsactiviteit bekeken in welke mate deze direct naast woningen toelaatbaar is. In deze Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn alleen bedrijven opgenomen die in principe op enige wijze geschikt zijn voor aanwezigheid binnen een gebied met functiemenging. De zwaardere bedrijven, die in het algemeen niet geschikt zijn voor functiemenging, komen dan ook niet in deze Staat van Bedrijfsactiviteiten voor. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" wordt verwezen naar bijlage 5.

Gebiedstypering

Het plangebied omvat de kern van Domburg en kenmerkt zich door de aanwezigheid van kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid, detailhandel, dienstverlening, horeca en de vele recreatief-toeristische voorzieningen naast woningen als een gebied met een gemengd karakter. Om de ruimte zoveel mogelijk doelmatig te benutten, is daarom het toestaan van enige mate van functiemenging ook zonder meer noodzakelijk. In het plangebied worden daarom op de percelen die bestemd zijn voor bedrijvigheid bedrijven uit milieucategorie B1 algemeen toelaatbaar geacht. Dit zijn bedrijven die direct naast woningen toelaatbaar zijn en zodanig weinig milieubelastend zijn dat de eisen uit het Bouwbesluit voldoende zijn om relevante milieuhinder te voorkomen. Bij de gemeente zijn uit voorgaande jaren overigens ook geen klachten bekend over de huidige bedrijven in Domburg.

Bedrijfsinventarisatie

De in het plangebied voorkomende bedrijfsactiviteiten zijn geïnventariseerd en ingeschaald op basis van de categorieën uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten “functiemenging” (zie bijlage 6). Hierbij zijn alle bedrijfspercelen ingeschaald in categorie B1 (algemeen toelaatbaar naast woningen).

Het kan voorkomen dat een bedrijf wel past binnen het geformuleerde toelatingsbeleid, maar dat het bijvoorbeeld vanwege de werkelijke milieuhinder aan strenge milieuvoorschriften zal moeten voldoen. De Wet milieubeheer blijft altijd het concrete toetsingskader. Bedrijven die zich willen vestigen, dienen te allen tijde aan de geldende milieuvoorschriften te voldoen, ongeacht de in het bestemmingsplan opgenomen toelaatbaarheid.


Daarnaast hoeft de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie niet in alle gevallen onaanvaardbaar te zijn. De Staat van Bedrijfsactiviteiten geeft namelijk een globale inschaling van de mate van hinder van bedrijven. Het komt met name voor dat een bedrijf door de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verondersteld. In dat geval kan voor een dergelijk bedrijf voor de betreffende activiteit bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de rechtstreeks toelaatbare milieucategorie. Passende maatregelen worden in dergelijke gevallen geregeld via de vergunning in het kader van onder meer de Wet milieubeheer.

Conclusie

In dit bestemmingsplan wordt door het toepassen van het principe van functiemenging, die in de bestemmingsplanregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij de woningen en worden de aanwezige bedrijven in het plangebied niet in hun functioneren belemmerd.

Horeca

Toetsingskader

Voor het reguleren van horeca in bestemmingsplannen wordt, vergelijkbaar aan de Staat van Bedrijven, een indeling gehanteerd voor de in het plangebied aanwezige horeca. Bij de uitwerking van ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten worden drie stappen onderscheiden:

  • indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën;
  • onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid;
  • uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar.

Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de Staat van Horeca-activiteiten categorieën horeca-activiteiten onderscheiden: "lichte horeca" (categorie 1), "middelzware horeca" (categorie 2) en "zware horeca" (categorie 3). Voor een nadere toelichting op, deze categorieën wordt verwezen naar bijlage 7 (toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten).

Inschaling en toelaatbaarheid

De inschaling van de gevestigde horecabedrijven overeenkomstig de Staat van Horeca-activiteiten is opgenomen in bijlage 6. Uit milieuhygiënisch oogpunt worden in het plangebied ter plaatse van horecafuncties horeca-activiteiten uit maximaal categorie 1b rechtstreeks toelaatbaar geacht. Dit zijn lichte horecabedrijven die over het algemeen slechts beperkt hinder veroorzaken voor omwonenden. Hotels vallen in categorie 1c en zijn daarom enkel toelaatbaar op de bestaande locaties.

Cafés, bars en zaalverhuur en dergelijke vallen in categorie 2 van de staat en dancings en discotheken in categorie 3. Deze functies passen niet in de algemene toelaatbaarheid (zie bijlage 7). Deze bedrijven zijn alleen toelaatbaar in specifiek voor dergelijke bedrijven aangewezen gebieden (horecaconcentratiegebieden).

In het plangebied zijn alle horecabedrijven bestemd overeenkomstig het huidige gebruik en ingedeeld in de daarmee corresponderende horeca-categorie (zie bijlage 6).

Het bovenstaande betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Staat van Horeca-activiteiten geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van horecabedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Met name komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Horeca-activiteiten is verondersteld. In dat geval kan voor een dergelijk horecabedrijf voor de desbetreffende activiteit bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de rechtstreeks toelaatbare categorie. Dit geldt alleen voor bedrijven uit maximaal één categorie hoger dan de algemene toelaatbaarheid.

Klachten over horecabedrijven

Over de horecabedrijven in de Stationstraat komen geregeld klachten over geluid binnen bij de gemeente. Het oplossen van deze geluidsklachten is moeilijk in verband met de concentratie van meerdere horecabedrijven bij elkaar. Daarnaast komen er geregeld geluidsklachten over een aantal horecabedrijven die gelegen zijn aan de Ooststraat, Markt en de Badhuisweg. Bij deze laatste gaat het meestal om dagen dat zij gebruik maken van de '12-dagen regeling' voor incidentele festiviteiten (incidentele overschrijding geluidnorm). Deze klachten worden afgehandeld op basis van de reguliere handhaving en toezicht op grond van de Wet milieubeheer en vallen buiten het bestek van dit bestemmingsplan.

Door middel van het toepassen van een algemene indeling in horecacategorieën overeenkomstig de huidige situatie wordt, overeenkomstig het huidige horecabeleid, een toename van het aantal horecabedrijven in zwaardere categorieën tegen gegaan. Op deze wijze wordt een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in het plangebied in zijn algemeenheid - en het centrumgebied van Domburg in het bijzonder - zoveel mogelijk worden gewaarborgd.

Conclusie

In dit bestemmingsplan wordt door het toepassen van een indeling in verschillende categorieën horecabedrijven, die in de bestemmingsplanregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij de woningen en worden de aanwezige horecabedrijven in het plangebied niet in hun functioneren belemmerd.