9.4 Specifieke gebruiksregels
9.4.1 Gebruik van gronden en bouwwerken
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
-
a. het gebruik van achtererven van horecabedrijven als terras en / of speeltuin is niet toegestaan;
-
b. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en / of bouwwerken als seksinrichting of voor straatprostitutie is niet toegestaan;
-
c. per bedrijf is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
-
d. het verhuren van kamers in bedrijfswoningen door particulieren is toegestaan, voor zover dit rechtstreeks samenhangt met en ondergeschikt is aan het in lid 9.1toegestane gebruik;
-
e. evenementen zijn toegestaan;
-
f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' gelden de volgende regels:
-
1. horeca is uitsluitend toegestaan op de eerste bouwlaag;
-
2. verblijfsrecreatie en wonen is uitsluitend toegestaan op de tweede en volgende bouwlagen.
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2' gelden de volgende regels:
-
1. horeca is uitsluitend toegestaan op de eerste en tweede bouwlaag;
-
2. verblijfsrecreatie en wonen is uitsluitend toegestaan op de derde bouwlaag.
-
h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 3' geldt dat horeca niet is toegestaan.
9.4.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. ten hoogste 40 m² mag ten behoeve van beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik zijn;
-
b. het gebruik heeft een kleinschalig karakter en zal dit behouden;
-
c. het gebruik is naar aard in overeenstemming met het woonkarakter van de omgeving;
-
d. het gebruik ondersteunt de woonfunctie, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten uitvoert tevens gebruiker en bewoner van de woning is;
-
e. het gebruik leidt niet tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
-
f. de uitoefening van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het desbetreffende beroep of bedrijf is niet toegestaan;
-
g. reclame-uitingen aan de gevel mogen niet zichtbaar zijn;
-
h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast.
9.4.3 Het gebruik van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf
Het gebruik van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf is toegestaan bij een bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de oppervlakte bedraagt ten minste 22 m² en ten hoogste 40 m²;
-
b. op het bouwperceel dient een woning aanwezig te zijn, die krachtens het bestemmingsplan op de betreffende gronden toelaatbaar is;
-
c. per bouwperceel is ten hoogste één aan- of uitbouw of bijgebouw voor recreatief nachtverblijf toegestaan;
-
d. de oppervlakte- en hoogtematen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedragen ten hoogste de maten zoals in lid 9.2.3 is bepaald;
-
e. op eigen terrein dient te worden voorzien in parkeerruimte voor minimaal één auto;
-
f. de aanvrager dient eigenaar en bewoner van het pand te zijn waarbij een ruimte voor verblijfsrecreatie wordt gerealiseerd;
-
g. verblijfsrecreatie wordt slechts toegestaan bij woningen die permanent door de eigenaar worden bewoond;
-
h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
9.5.1 Afwijken voor hogere categorie Staat van Horeca-activiteiten
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 onder a, b en c voor het toelaten van een horecabedrijf dat voorkomt in één categorie hoger dan toelaatbaar in de Staat van Horeca-activiteiten, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. het bedrijf kan naar aard en invloed op de omgeving worden geacht te behoren tot de in lid 9.1 onder a, b en c genoemde categorieën van de Staat van Horeca-activiteiten;
-
b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast.
9.5.2 Overige horeca-activiteiten
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 voor de uitoefening van een horecabedrijf dat niet in de Staat van Horeca-activiteiten is genoemd, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. het bedrijf kan naar aard en invloed op de omgeving worden geacht te behoren tot de in lid 9.1 genoemde categorieën van de Staat van Horeca-activiteiten;
-
b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast.
9.5.3 Het gebruik van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor mantelzorg
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 en medewerking verlenen voor het gebruik van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor mantelzorg, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de oppervlakte bedraagt ten hoogste 40 m²;
-
b. op het bouwperceel dient een bedrijfswoning aanwezig te zijn, die krachtens het bestemmingsplan op de betreffende gronden toelaatbaar is;
-
c. per bouwperceel is ten hoogste één aan- of uitbouw of bijgebouw voor mantelzorg toegestaan;
-
d. de oppervlakte- en hoogtematen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedragen ten hoogste de maten zoals in lid 9.2 is bepaald;
-
e. mantelzorg wordt slechts toegestaan bij woningen die permanent worden bewoond;
-
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
-
g. afwijken is alleen toegestaan wanneer een doktersverklaring (CIZ-verklaring) is afgegeven.
9.5.4 Realisatie van een terras of speeltuin
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.4.1 onder a voor het realiseren van een terras of speeltuin op het achtererf van horecabedrijven, met inachtneming van de volgende bepaling:
-
a. De bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikt indien de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.