direct naar inhoud van 4.3 Flora- en fauna
Plan: De Tienden II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0717.0006BPTien2ZldUp-VG01

4.3 Flora- en fauna

Ecologie

Conclusie

De Flora- en Faunawet staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg. Voor de beoogde ontwikkeling is geen ontheffing nodig in het kader van de Flora- en faunawet.

Voor de gebieds- en soortbescherming vormen zowel de Natuurbeschermingswet 1998 als de Flora- en faunawet geen beletsel voor de ontwikkeling.

Randvoorwaarden

  • a. Broedvogels mogen niet verstoord worden. Dit kan door de werkzaamheden buiten het broedseizoen (15 maart tot en met 15 juli) op te starten of door minimaal 20 meter rondom een nest geen werkzaamheden uit te voeren.
  • b. Om het vestigen van de rugstreeppad te voorkomen moeten de volgende maatregelen worden genomen:
    • 1. opslagterrein, bouwketen en zanddepots worden niet gesitueerd in de buurt van de potentiële vestingslocaties;
    • 2. het werkterrein dusdanig afwerken dat er geen ondiepe plassen aanwezig zijn.

Indien deze voorzorgsmaatregelen worden opgenomen is de kans nihil dat rugstreeppadden zich vestigen. Overwogen kan worden om het werkterrein gedurende het voortplantingsseizoen te monitoren op de eventuele aanwezigheid van deze soort.

In bijlage 3 wordt het aspect ecologie nader toegelicht.