Plan: | Veere Dishoek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0717.0005BPDishkKdkAp-VG01 |
Deze waterparagraaf is overeenkomstig het Besluit op de ruimtelijke Ordening (Bro) opgesteld. Deze vormt de schriftelijke weerslag van de vereiste watertoets en geeft inzicht in de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het waterschap heeft het wateradvies gegeven in het kader van het overleg ingevolge artikel 3.1.1 Bro. Het wateradvies is opgenomen in bijlage 5. Voor de ontwikkelingen Dorphotel, Lovago en Panaché is door het waterschap apart een wateradvies gegeven. Dit wateradvies is opgenomen in bijlage 6.
Dit bestemmingsplan heeft in hoofdzaak een consoliderend karakter. In het plangebied zijn geen grote en ingrijpende wijzigingen in de bebouwing en infrastructuur voorzien. Voor zover er wel wijzigingen plaats vinden in het plangebied in de bebouwing en infrastructuur geeft de watertoets de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden.
Bestaande situatie waterhuishouding Dishoek
Algemeen
De kern Dishoek ligt onderlangs het duingebied en heeft daarom nauwelijks oppervlaktewater binnen het bebouwde gebied. Enkel de sloten aan de oostzijde van Dishoek (langs de Westerscheldelaan) zijn in het gebied beschikbaar als oppervlaktewater. De ontwatering van het gebied vindt plaats via deze sloten, welke het water in oostelijke richting afvoeren. Uiteindelijk komt het water uit bij gemaal Boreel waar het wordt uitgeslagen op het kanaal door Walcheren en vervolgens geloosd op de Westerschelde. Gezien het geringe oppervlak aan water in het plangebied zal het hemelwater dat in dit gebied valt zijn weg zoeken naar het grondwater of wordt afgevoerd via de gemeentelijke riolering.
In de kern komt wateroverlast weinig voor en is er nauwelijks risico voor inundatie. Als er water op straat optreedt, is dit het gevolg van onvoldoende mogelijkheden tot afvoer vanuit de riolering
In het gemeentelijk waterplan (2007) zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:
De algemene doelen zijn concreter uitgewerkt in een aantal streefbeelden. De streefbeelden zijn gekoppeld aan verschillende soorten water. Op basis van alle beschikbare informatie zijn vervolgens maatregelen geformuleerd om invulling te geven aan de streefbeelden en doelstellingen. Het maatregelenpakket is in hoofdzaak gebaseerd op de kansen en knelpunten die zijn gesignaleerd. Voor Dishoek zijn geen bijzondere maatregelen opgesteld. De onderstaande aandachtspunten zullen in beeld gehouden worden.
Onderwatervoerende waterlopen worden alle watergangen, waterpartijen, vijvers en sloten verstaan die in continu watervoerend zijn. Voor een aantal wateren binnen de gemeente heeft de gemeente Veere een hoger ambitieniveau voor ogen dan het minimaal vereiste ecologisch ambitieniveau. Voor Dishoek is dit de sloot langs de Westerscheldelaan. Deze sloot is in beheer bij de gemeente.
Riolering
Het rioleringsstelsel in Dishoek voldoet aan de zogenaamde basisinspanning voor milieumaatregelen: de maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan (2003) voor dit gebied zijn uitgevoerd. De kern Dishoek heeft een gemengd vrijvervalstelsel waarop diverse injecties plaatsvinden. Het maaiveld varieert van NAP +2.15 tot NAP –0.40.
Waterkwaliteit
Door het waterschap is in haar waterbeheersplan gesteld dat de kwaliteit van het grondwater minimaal voldoende moet zijn om de algemene ecologische functie te vervullen. Dit ecologische ambitieniveau is gedefinieerd als een zodanige toestand, dat zich in het watersysteem een normaal functionerend ecosysteem kan ontwikkelen. Voor het bebouwde gebied van de gemeente Veere is momenteel weinig inzicht in de bestaande waterkwaliteit. Om dit in beeld te brengen kan gebruik worden gemaakt van de indicatieve beoordelingsmethode waterkwaliteit van het waterschap. Het uitvoeren van deze beoordeling en het formuleren van maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit is één van de onderzoeksopgaven die in het gemeentelijk waterplan (2007) zijn gedefinieerd voor de komende periode.
Waterkansenkaarten provincie Zeeland
In het kader van de afstemming met de ruimtelijke ordening zijn in het Omgevingsplan van de provincie Zeeland waterkansenkaarten opgesteld voor onder andere stedelijke functies. Deze kaarten zijn beschikbaar via de provinciale website. Aan deze kaart zijn voor het plangebied de volgende gegevens te ontlenen.
Indicatieve ontwerprichtlijnen en toetsingscriteria4
Veiligheid
Het Waterschap Zeeuwse Eilanden heeft ingevolge de Waterschapswet de bevoegdheid om regels te stellen om zijn taak te kunnen uitoefenen. Een van de taken is de waterkeringszorg. De Keur (in werking getreden op 1 januari 2007) gaat zoveel mogelijk uit van één reglementeringsysteem voor alle waterkeringen. Tot de waterkering worden dan alle werken in of aan de waterkering die (mede) een waterkerende functie hebben, gerekend.
Figuur 3.4. Ligging keurzones waterkering
Het waterschap maakt onderscheid in drie zones, te weten de kernzone, de beschermingszone en de buitenbeschermingszone.
De kernzone (rood) omvat dat deel van de waterkering dat feitelijk voor de huidige veiligheid zorgt. Bij een dijk is dat derhalve het dijklichaam (de kunstmatige verhoging boven het maaiveld) inclusief de bermen. De beschermingszone (oranje) omvat in ieder geval die gronden die technisch / fysisch (mede) een bijdrage leveren aan de stabiliteit van de waterkering. Daarbij geldt echter aan de landwaartse zijde als minimum dat gronden die voor toekomstige dijkverzwaring nodig zijn (profiel van vrije ruimte of reserveringsstroken) in ieder geval binnen de beschermingszone vallen. Buitenbeschermingszones (groen) kunnen worden aangewezen om bepaalde activiteiten, die potentieel grote gevaren voor de waterkering in zich bergen (bijvoorbeeld de aanleg van hogedrukleidingen) ook op grotere afstand van de waterkering te kunnen reguleren.
Het plangebied ligt voor een deel binnen de keurzones, waarvan een klein deel binnen de kernzone, van de primaire waterkering langs de Noordzee. Wanneer er gebouwd wordt binnen de Keurzones van deze waterkering dient er ontheffing bij het waterschap te worden aangevraagd.
Voor kernen zoals Dishoek, gelegen langs de Noordzee en Westerschelde zijn bebouwingscontouren aangegeven. Deze bebouwingscontouren zijn vastgelegd in de keuren van het Waterschap. Binnen de bebouwingscontour is een kwalitatieve impuls via inbreiding, transformatie of meervoudig ruimtegebruik van de ruimte onder voorwaarden mogelijk. Hier geld een "ja, mits" benadering. Wanneer er gebouwd wordt binnen de bebouwingscontour dient er ontheffing bij het waterschap te worden aangevraagd.
Riolering
Bij vervanging van de riolering zal beoordeeld worden of de aanleg van een gescheiden stelsel mogelijk is uit het oogpunt van waterkwaliteit en -kwantiteit. Indien zich nieuwe ontwikkelingen in het plangebied voordoen, wordt een gescheiden stelsel aangelegd.
Wateroverlast
Binnen het plangebied is geen wateroverlast bekend.
Watervoorziening
Aanvulling van het grondwater met zoet water door middel van infiltratie in de bodem is gezien de bodemsamenstelling niet mogelijk.
Volksgezondheid
De wijze waarop nu met afval- en hemelwater wordt omgegaan levert enkel risico op voor de volksgezondheid bij riooloverstorten. De hiervoor nodige maatregelen worden uitgevoerd in het kader van het rioleringsplan. De dichtst bij zijnde overstort is gesitueerd op ongeveer 120 meter ten noordwesten van de ontwikkelingslocatie Dorphotel. Hier is dus geen sprake van gevaar voor de volksgezondheid voor de beoogde ontwikkelingslocatie.
Bodemdaling
Het gebied bestaat uit een sterk zettingsgevoelige ondergrond. Risico's ten aanzien van bodemdaling zullen daarom bij ontwikkelingen telkens beoordeeld moeten worden.
Grondwateroverlast
Op een aantal locaties aan de binnenduinrand en in het duingebied wordt grondwateroverlast ervaren. Ook de kern Dishoek kent drangwater vanuit de duinen.
Oppervlaktewater
In het gebied is nauwelijks oppervlaktewater aanwezig. Of de ruimte voor water voldoende is om op de steeds intensievere buien voorbereid te zijn, zal moeten blijken uit nadere onderzoeken. Nieuw verhard oppervlak moet gecompenseerd worden, door meer oppervlakte water of waterberging. Indien dit niet mogelijk is biedt het gemeentelijk beleid de mogelijkheid om deze verplichting af te kopen.
Grondwaterkwaliteit
De grondwaterkwaliteit levert op dit moment geen problemen op.
Verdroging
Toevoeging van hemelwater aan de bodem zal (wanneer dit voorkomt) de verdroging verminderen.
Natte natuur
Het gebied is niet verbonden met een gebied met de functie natte natuur.
Conclusie
Uit deze beschrijving van de waterhuishouding en de toetsing aan de richtlijnen en criteria komen behoudens voor de waterkeringen geen directe consequenties naar voren voor de bestemmingsregeling van voorliggend plangebied. Voor wat betreft de eventuele mogelijke noodzaak aan extra ruimte voor water wordt opgemerkt dat binnen alle bestemmingen voorzieningen voor waterberging mogelijk zijn.