Verwijderen bestemming Archeologie Sluiskiltunnel

Toelichting

Aanleiding

B.V. KKS heeft verzocht om de archeologiebestemming die rust op delen van het tracé van de Sluiskiltunnel te laten vervallen. B.V. KKS heeft dit verzocht omdat uit archeologisch onderzoek blijkt dat in het plangebied geen behoudenswaardige archeologische restanten zijn aangetroffen.

De gemeente Terneuzen wenst medewerking te verlenen aan dit verzoek om de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 3' te verwijderen. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Terneuzen' is hiervoor een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast indien gebleken is dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of het op grond van nader onderzoek of beleid niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet. Een advies van een archeologisch deskundige is daarbij noodzakelijk.

Doel

Doel van het voorliggende wijzigingsplan is om de bestemmingen 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 3' van de verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitengebied Terneuzen' te verwijderen voor het gedeelte van het hiervoor geldende bestemmingsplan 'Sluiskiltunnel'. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied is echter niet de zonering overgenomen uit het bestemmingsplan 'Sluiskiltunnel' maar de algemene archeologische waardering. Deze archeologische waardering had voor het gedeelte van het plangebied 'Sluiskiltunnel' echter geen feitelijke betekenis meer. Dit komt doordat het gebied reeds was verstoord. De archeologische waardering uit het bestemmingsplan Buitengebied hield hier echter geen rekening mee.

Ligging plangebied

In figuur 1.1. is de globale ligging van het plangebied weergegeven. Volledigheidshalve is in de figuur het volledige tracé van het bestemmingsplan Sluiskiltunnel opgenomen voordat dit onderdeel werd van het bestemmingsplan 'Buitengebied Terneuzen'.

Aan de hand van de rode cirkels blijkt duidelijk voor welke zones in eerste instantie archeologisch onderzoek noodzakelijk werd geacht. Het onderzoek dat is uitgevoerd, heeft betrekking op zone 3.

Figuur 1.1. Globale ligging plangebied

Archeologisch onderzoek

Door ADC ArcheoProjecten is in het kader van de aanleg van de Sluiskiltunnel archeologisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek heet Tunnel door verdronken landschappen Kanaalkruising Sluiskil - Zone 3; Terneuzen. Dit onderzoek is in bijlage 1 bij dit wijzigingsplan opgenomen. Verder zijn voorafgaand aan dit onderzoek voor het traject verschillende andere archeologische onderzoeken uitgevoerd.

Overzicht onderzoeken Kanaalkruising Sluiskil.

• Kluiving, S.J., A.J.M. de Kraker & K.J. Kerckhaert, 2007: Tunneltracé Kanaalkruising Sluiskil aan de west- en oostzijde van het Kanaal Gent-Terneuzen (gemeente Terneuzen), archeologisch bureauonderzoek. Delft (GEO-LOGICAL reeks 03).
• Bats, M., J Deconynck, et al., 2008: Kanaalkruising Sluiskil – karterend inventariserend veldonderzoek. Gemeente Terneuzen: Nieuw-Westenrijkpolder, Koegors- en Nieuwe Zevenaarpolder. Gent (UGent Archeologische Rapporten 15).
• Brijker J.M., J.A.A. Bos, et al., 2013: Tunnel door verdronken landschappen – Kanaalkruising Sluiskil – Zone 3; Terneuzen. Amersfoort (ADC Rapport 3445).
• Van Jole - de Visser N.J.G., B.K. Terryn, 2012: Terneuzen Project Sluiskiltunnel Koegorsstraat, Gemeente Terneuzen: archeologische Inspectie verlegging AWL. (Artefact! Rapport 3).
• Jongepier, J., 2012: Verslag archeologische inspectie Kanaalkruising Sluiskil (KKS).

Tunnel door verdronken landschappen Kanaalkruising Sluiskil - Zone 3; Terneuzen

Er is een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in de vorm van één proefsleuf met testvakken uitgevoerd voor het plangebied Kanaalkruising Sluiskil – Zone 3, Terneuzen. Uit dit onderzoek blijkt dat de locatie kan worden beschouwd als zijnde van lage kwaliteit en er is geen sprake van waardevolle archeologische vondsten. Er zijn geen aanwijzingen geweest van sporen van bewoning of langdurige aanwezigheid van de mens. Er zijn slechts wat houtskool, botmateriaal en enkele hazelnootdoppen gevonden. Gezien de resultaten van dit onderzoek wordt het onderzochte terreindeel van zone 3 als niet behoudenswaardig gekwalificeerd en wordt ter plekke geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Het is echter een feit dat ter plekke, zij het in zeer geringe mate, archeologische indicatoren zijn aangetroffen. Daarom moet er rekening mee worden gehouden dat zich op de hoger gelegen delen van de dekzandondergrond in de directe of de wat wijdere omgeving resten van menselijke activiteiten bevinden waar vandaan het materiaal afkomstig is. Tegen deze achtergrond wordt de uitvoerder van het grondwerk geadviseerd archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals vastgelegd in de Monumentenwet 1988, artikel 53, lid 1.

Deskundigenadvies

Op 19 augustus 2013 is door SCEZ een advies uitgebracht over het archeologisch onderzoek voor het plangebied Kanaalkruising Sluiskil – Zone 3, Terneuzen (zie bijlage 1). Geadviseerd wordt om de archeologische verwachting voor alle bodemlagen te laten vervallen binnen die zones waarvoor in het bestemmingsplan N62 Sluiskiltunnel een dubbelbestemming archeologie is opgenomen. De noodzaak om binnen deze zones aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren vervalt hiermee. Dit advies is mede ingegeven door enkele onderzoeken die na het onderzoek door ADC ArcheoProjecten zijn uitgevoerd. Ook de archeologische begeleiding door SCEZ bij het graven van de oostelijke bouwput en de archeologische begeleiding door ArteFact bij het verleggen van de afvalwaterleiding leidt tot dezelfde conclusie. Tevens heeft archeologische begeleiding plaatsgevonden bij de aansluiting naar de Westerscheldetunnelweg, waar ook niets is aangetroffen (daar is overigens nog geen formele rapportage van). Deze combinatie van onderzoeken is representatief voor het gehele plangebied van (het tracé van) de Sluiskiltunnel en behelst niet alleen zone 3. De resultaten van de diverse onderzoeken binnen het plangebied hebben uitgewezen dat weliswaar voor alle lagen de mogelijkheid bestaat dat er archeologisch behoudenswaardige resten aanwezig zijn maar dat de trefkans zeer laag is. Mede daardoor wegen de te maken kosten niet op tegen de wetenschappelijke meerwaarde. De voornaamste oorzaak hiervan is de diepe ligging van de archeologisch relevante lagen ten opzichte van het maaiveld (minimaal 2,5 a 3 meter). Hierdoor worden archeologische onderzoeken kostbaar en intensief.

Toelichting op de regels

Met dit wijzigingsplan wordt de 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 3' uit het plangebied verwijderd. Volledigheidshalve worden de overige regels van het bestemmingsplan Buitengebied Terneuzen van toepassing verklaard.