Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Spui
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0715.BPSPU01-VG99

Artikel 10 Sport (S)

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Sport (S) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. sportterreinen;
  2. gebouwen ten behoeve van sportieve doeleinden, met de daarbij behorende niet commerciële voorzieningen, zoals een kantine;
met de daarbij behorende:
  1. wegen en paden;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. voorzieningen voor de waterhuishouding;
  4. groenvoorzieningen;
  5. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2 Bouwregels

10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  1. de gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. er zijn geen dienstwoningen toegestaan;
  3. het maximaal toelaatbaar oppervlak aan gebouwen en overkappingen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het op de verbeelding aangegeven percentage;
  4. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient ten minste 1 meter te bedragen;
  5. als de gebouwen en overkappingen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, dient de afstand tot de perceelsgrens ten minste 1 meter te bedragen;
  6. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 6 meter bedragen, tenzij anders is bepaald op de verbeelding;
  7. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de op de verbeelding aangegeven maat bedragen en anders 4 meter hoger dan de toegestane goothoogte.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met dien verstande dat:
  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 meter mag bedragen;
  2. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  3. de hoogte van een lichtmasten en vangnetten mogen ten hoogste 16 meter bedragen.

10.2.3 Maximale hoogtematen

Voor bouwwerken gelden voorts de volgende maximale hoogtematen:
  
goothoogte
bouwhoogte
1.
van hoofdgebouwen
zie verbeelding en
anders 6,00 m
zie verbeelding en anders 4,00 m hoger
dan goothoogte;
2.
van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen
3,00 m
5,00 m;
3.
van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
-
2,00 m;
4.
lichtmasten en vangnetten
-
16,00 m;

10.3 Gebiedsaanduiding vrijwaringszone - Molenbiotoop

 
Indien voor de in lid 1 bedoelde gronden tevens op de verbeelding de gebiedsaanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop is opgenomen, dan is op deze gronden tevens de gebiedsaanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop van toepassing, een en ander onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 20 lid 2 .