direct naar inhoud van 5.9 Water
Plan: Buitengebied Terneuzen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0715.BPBG01-VG98

5.9 Water

De watertoetstabel ondersteunt de onderbouwing van de wateraspecten in een ruimtelijk plan.

thema en water(beheer)doelstelling   uitwerking  
Waterveiligheid
Waarborgen van het veiligheidsniveau en rekening houden met de daarvoor benodigde ruimte.  
Er zijn geen consequenties voor de waterveiligheid. Waterkeringen worden als zodanig bestemd.  
Wateroverlast (vanuit oppervlaktewater) Het plan biedt voldoende ruimte voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water.
Waarborgen van voldoende hoog bouwpeil om inundatie vanuit oppervlaktewater in maatgevende situaties te voorkomen. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en de kans op extreme weersituaties.  
Het bestemmingsplan is consoliderend van aard, een toename in verhard oppervlak is dan ook niet aan de orde. Eventuele nieuwe woningen komen ter vervanging van reeds aanwezige gebouwen, wat ervoor zorgt dat de totale verharding niet zal toenemen.  
Grondwaterkwantiteit en verdroging
Tegengaan/verhelpen van grondwater overlast en -tekort. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering. Beschermen van infiltratiegebieden en benutten van infiltratiemogelijkheden.  
Voor zover bekend niet aanwezig in de huidige situatie. In de toekomstige situatie zal dit ook niet aangepast hoeven te worden.  
Hemel- en afvalwater
(inclusief water op straat/overlast)
Waarborgen optimale werking van de zuiveringen/RWZI's en van de (gemeentelijke) rioleringen.
Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van overstorten.  
(Bedrijfs)afvalwater zal worden afgevoerd op de riolering of op een IBA (waar de afstand tot de riolering te groot is). Afkoppeling van schoon hemelwater afkomstig van verharding en daken zal indien mogelijk afgekoppeld worden.  
Volksgezondheid
(water gerelateerd)
Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via o.a. de daarvoor benodigde ruimte.  
Geen verandering.  
Bodemdaling
Voorkomen van maatregelen die (extra)
maaivelddalingen in zettinggevoelige gebieden kunnen veroorzaken.  
Niet van toepassing.  
Oppervlaktewaterkwaliteit
Behoud/realisatie van goede
oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem. Toepassing van de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren.  
Geen verandering.  
Grondwaterkwaliteit
Behoud/realisatie van een goede
grondwaterkwaliteit.
Denk aan grondwater beschermingsgebieden.  
Geen verandering, tijdens (bouw)werkzaamheden zal geen gebruik van uitloogbare materialen plaatsvinden.  
Natte natuur 
Ontwikkeling/bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur.  
De ontwikkeling heeft geen invloed op de natte natuur.  
Onderhoud oppervlaktewater
Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden worden. Rekening houden met obstakelvrije onderhoudsstroken vrij van bebouwing en opgaande (hout)beplanting.  
Obstakelvrije zones worden door de Keur vastgelegd. Bij nieuwe ontwikkelingen langs oppervlaktewater is de Keur eveneens van toepassing.
 
Andere belangen waterbeheerder(s)  
Relatie met eigendom waterbeheerder
Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de
werking van objecten (terreinen, milieuzonering)
van de waterbeheerder niet belemmeren.  
Niet van toepassing.  
Scheepvaart en/of wegbeheer
Goede bereikbaarheid en in stand houden van veilige vaarwegen en wegen in beheer en onderhoud bij Rijkswaterstaat, de provincie en/of het waterschap.  
Het consoliderende bestemmingsplan heeft geen impact op de bereikbaarheid en het beheer en onderhoud van de genoemde wegen en vaarwegen.