direct naar inhoud van 5.7 Bodem
Plan: Buitengebied Terneuzen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0715.BPBG01-VG98

5.7 Bodem

Normstelling en beleid

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

Onderzoek en conclusie

Het bestemmingsplan is consoliderend van aard, er worden geen rechtstreekse ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarvoor een functiewijziging noodzakelijk is. Gezien het feit dat er geen functie wijzigingen plaatsvinden is een bodemonderzoek als bedoeld in het Bro niet noodzakelijk. Het aspect bodem vormt geen belemmering voor dit bestemmingsplan. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen waarvoor een functiewijziging noodzakelijk is dient bodemonderzoek te worden verricht.