direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid
Plan: Buitengebied Terneuzen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0715.BPBG01-VG98

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is op 13 maart 2012 vastgesteld.

Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Dat is de ondertitel van de structuurvisie en daar streeft het Rijk naar met een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Dit doet het Rijk samen met andere overheden. Bij deze aanpak hanteert het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid.

Voor een aanpak die Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig maakt, moet het roer in het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid om. Er is nu te vaak sprake van bestuurlijke drukte, ingewikkelde regelgeving of een sectorale blik. Daarom brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene die het aangaat (burgers en bedrijven) en laat het meer over aan gemeenten en provincies ('decentraal, tenzij…'). Dit betekent minder nationale belangen en eenvoudigere regelgeving. Daarbij verwacht het Rijk dat medeoverheden zich eveneens inzetten voor meer eenvoud en verdere integratie op het gebied van ruimtelijke regelgeving.

Van rijksdoelen naar nationaal belang

Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Voor de drie rijksdoelen worden de volgende onderwerpen van nationaal belang benoemd:

  • een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren; voor Terneuzen relevant: Zeehaven Terneuzen/Kanaalzone is van nationaal belang;
  • ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie; voor Terneuzen relevant: aangewezen als 'vestigingsplaats energieproductie', met ruimte voor 'nieuwe hoogspanningsverbinding';
  • ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen; voor Terneuzen relevant: aangewezen als 'hoofdnetwerk buisleidingen/olieleiding';
  • efficiënt gebruik van de ondergrond;
  • een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio's inclusief de achterlandverbindingen; voor Terneuzen relevant: de N61;
  • betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor en vaarwegen;
  • het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen;
  • verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's;
  • ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her) ontwikkeling;
  • ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten;
  • ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en Faunasoorten; voor Terneuzen relevant: de Ecologische Hoofdstructuur;
  • ruimte voor militaire terreinen en activiteiten; voor Terneuzen relevant: radarverstoringsgebied behorend bij het vliegveld Woensdrecht;
  • zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.

Gebiedsgerichte nationale belangen

In de ontwerpstructuurvisie worden verschillende deelgebieden onderscheiden. De Zuidwestelijke Delta beslaat de gehele provincie Zeeland.

Voor Terneuzen zijn de volgende relevante gebiedsgerichte nationale belangen en opgaven van belang:

  • het borgen van de waterveiligheid en -kwaliteit, van voldoende zoetwater en het herstel van de estuariene dynamiek als drager voor een duurzaam water- en ecosysteem;
  • het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS, inclusief de Natura 2000 gebieden die een groot deel van de Zuidwestelijke Delta beslaan;
  • uitvoeren van de afspraken voor het faciliteren van de ontwikkeling van 'de logistieke Delta' (Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium i.s.m. Vlaamse Gewest);
  • bereikbaarheid voor de binnenvaart en aansluiting op het Trans-Europese transportnetwerk;
  • het robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk tussen Borssele en Midden-Brabant (Zuidwest 380 kV verbinding);
  • het aanwijzen van voorkeursgebieden voor grootschalige windenergie in Zeeland en de Zuid Hollandse eilanden.

Waterveiligheid en zoetwatervoorziening in relatie tot klimaatveranderingen is een van de opgaven voor de Zuidwestelijke Delta.

De Deltawateren vormen een kans voor economische sectoren zoals visserij en aquacultuur, recreatie en toerisme. De aan de Westerschelde gesitueerde haven van Terneuzen faciliteert bedrijvigheid in onder andere de topsectoren chemie (inclusief biobased economy), logistiek,water en energie. Een goede toegang over water en land is belangrijk. De Zeeuwse havens vormen samen het derde havencomplex van Nederland.

Door de Zuidwestelijke Delta loopt de belangrijke internationale achterlandverbinding van de haven van Rotterdam met Antwerpen/Parijs, die met de geplande uitbreiding van de Seine-Scheldeverbinding nog in betekenis zal toenemen. De delta is ook belangrijk voor verdere havensamenwerking. Samen met het Vlaams Gewest werkt het Rijk aan de uitvoering van de Scheldeverdragen voor een veilig, toegankelijk en natuurlijk Schelde-estuarium.

3.1.2 Structuurvisie Buisleidingen 2012-2035

De Structuurvisie Buisleidingen 2012-2035 is vastgesteld op 12 oktober 2012.

Het doel van deze Structuurvisie is om ruimte vrij te houden in Nederland voor de aanleg van toekomstige buisleidingen van nationaal en internationaal belang voor het transport van gevaarlijke stoffen.

Met de Structuurvisie Buisleidingen wil het Rijk verdere duidelijkheid verschaffen aan zowel het bedrijfsleven dat daarmee kan rekenen op goede verbindingen voor buisleidingtransport, als aan provincies en gemeenten die hierop hun ruimtelijke plannen kunnen afstemmen.

Hoofdverbinding buisleidingen van Rijnmond naar Zeeland/België

De hoofdverbinding buisleidingen van Rijnmond naar Zeeland/België loopt door Zuid-Beveland naar het Sloegebied en via de Westerschelde naar het industriegebied bij Terneuzen en naar België. Hiermee worden de haven- en industriegebieden in Zeeland en België bereikt en onderling verbonden.
Het tracé door Zuid-Beveland heeft de voorkeur boven een verbinding door Zeeuws-Vlaanderen in verband met de aanwezigheid van Natura 2000- gebieden (Verdronken Land van Saeftinghe) en de voorgenomen natuurcompensatie/ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder.


De maatschappelijke en politieke discussie over het natuurherstel Westerschelde en in het bijzonder de ontpoldering van de Hedwigepolder alsmede het initiatief van Zeeland Seaports en de gemeente Terneuzen voor een (alternatieve) buisleidingenstrook (vast te leggen in een gemeentelijke Structuurvisie Buisleidingen) heeft geleid tot opnemen van een indicatief tracé voor de buisleidingenstrook.

Indien de gemeente kiest voor een tracé, anders dan het tracé dat in de Structuurvisie is opgenomen, zal overleg tussen Rijk en gemeente plaatsvinden om dit tracé en dat van de nationale buisleidingenstrook te bundelen. Voorwaarde is dan wel dat de tracékeuze van Terneuzen voorziet in een doorgaande verbinding door Zeeland naar België voor leidingen van nationaal belang.