direct naar inhoud van Artikel 52 Waarde - Cultuurhistorie - 2
Plan: Buitengebied Terneuzen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0715.BPBG01-VG98

Artikel 52 Waarde - Cultuurhistorie - 2

52.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Cultuurhistorie - 2 aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de cultuurhistorische waarden van de aanwezige restanten van forten.

52.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mag ten behoeve van de in lid 52.1 genoemde bestemming niet worden gebouwd;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag overeenkomstig de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels worden gebouwd.

52.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
52.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Cultuurhistorie zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het planten, verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting;
  • b. het graven en dempen van sloten en waterpartijen.

52.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 52.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

52.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 52.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de waarde van de aanwezige restanten van forten als cultuurhistorisch en landschapsbepalend element niet onevenredig worden geschaad.

52.3.4 Advisering

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 52.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de monumentencommissie of aan de voorwaarde als bedoeld in lid 52.3.3 wordt voldaan.