direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Schoollocatie Hei- en Boeicop, 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0707.BPHeischoolherz-VA01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maximaal het vermelde aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • b. gestapelde woningen ter plaatse van de aanduiding 'gestapelde woningen';
  • c. aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

6.1.2 Aan huis verbonden beroepen

Onder de uitoefening van aan huis verbonden beroepen/bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen/bedrijven voorzover:

  • a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan huis verbonden beroepen/bedrijven niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen, tot een maximum oppervlak van 150 m2;
  • b. degenen die de activiteiten in de woning uitvoert dient tevens bewoner van de woning te zijn;
  • c. het gebruik en hiermee gepaard gaande verkeersaantrekkende werking geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • d. het gebruik niet gepaard gaat met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan het uitoefenen van het aan huisverbonden beroep/bedrijf;
  • e. het gebruik geen onevenredige hinder voor het woonmilieu mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;
  • g. de woning zijn uitstraling als woning blijft behouden (reclame-uitingen aan o.a. de gevel en dakrand zijn niet toegestaan).
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd ter plaatse van het bouwvlak;
  • b. goothoogte maximaal 4 m.
6.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en/of achtererf, met dien verstande dat uitbouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits:
  • b. de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
  • c. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt;
  • d. voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
  • e. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • f. de diepte van aan- en uitbouwen en/of aangebouwde overkappingen aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag, gemeten uit de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer bedragen dan 5 m;
  • g. het gezamenlijke oppervlak, voor zover gebouwd per hoofdgebouw, bedraagt niet meer dan maximaal 75 m2;
  • h. het achtererf mag niet voor meer dan 50% worden bebouwd;
  • i. goothoogte van een aan- of uitbouw maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m met dien verstande dat de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
  • j. bouwhoogte van een aan- of uitbouw en een aangebouwd bijgebouw maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m;
  • k. bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 4,5 m.
6.2.3 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. vlaggenmasten 5 m;
  • b. overkappingen 3 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
6.3 Afwijken van de gebruiksregels
6.3.1 Afwijken extra woning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 onder a voor het toestaan van zeven woningen daar waar ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een maximum aantal van zes is aangegeven en het toestaan van vier woningen daar waar ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een maximum aantal van drie woningen is aangegeven, mits dit stedenbouwkundig verantwoord is.