direct naar inhoud van Artikel 19 Wonen
Plan: Buitengebied Zederik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0707.BPBuitengebiedZDR-VG02

Artikel 19 Wonen

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. per bouwvlak is maximaal het aantal woningen toegestaan zoals aangeduid met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'; indien geen aanduiding is opgenomen is per bouwvlak maximaal één woning toegestaan dan wel het bestaande aantal woningen;
  • c. de uitoefening van huisgebonden beroep- of bedrijf met dien verstande dat het vloeroppervlak ten behoeve van deze functie maximaal 30% van het brutovloeroppervlak van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 100 m² mag bedragen;
  • d. in afwijking van sub cmogen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis' geheel worden gebruikt voor een bedrijf aan huis;
  • e. in afwijking van sub c mogen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' geheel worden gebruikt voor kantoordoeleinden;
  • f. bed & breakfast voorzieningen, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal mogen 3 slaapverblijven van elk maximaal 30 m2 voor in totaal maximaal 6 personen mogen worden gerealiseerd;
    • 2. er voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op het eigen terrein;
  • g. hobbymatig houden van vee;
  • h. bestaande paardenbakken;
  • i. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • j. een caravanstalling ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
  • k. een bedrijf in verhuur van bouw- en sloopmachines ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – verhuur van bouw- en sloopmachines';
  • l. een hobbyboer ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - hobbyboer';
  • m. een molen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde -molen';

met de daarbij behorende bouwwerken, tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen, in- en uitritten en nutsvoorzieningen.

19.2 Bouwregels
19.2.1 Hoofdgebouwen

Voor bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 6 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m;
  • d. de inhoud van het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 750 m³.
  • e. hoofdgebouwen worden verplicht voorzien van een kap;
  • f. in afwijking van sub a mag het bouwvlak aan de zij- en achterkant worden overschreden met 3 meter waarbij het maximaal volume van 750 m³ niet mag worden overschreden.
19.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen

Voor bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat niet voor de voorgevelrooilijn mag worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 75 m² mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;
  • c. in afwijking van sub b mag ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen de bestaande oppervlakte bedragen;
  • d. in afwijking van sub a mag ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van wonen- tuinhuisje' een tuinhuisje worden gebouwd;
  • e. in afwijking van sub b mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - hobbyboer' de maximale oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen 300 m² bedragen;
  • f. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 3 m;
  • g. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 5 m;
  • h. bijgebouwen dienen verplicht te worden voorzien van een kap;
  • i. in afwijking van sub a mogen ter plaatse van de voorgevel erkers worden gebouwd met dien verstande dat:
    • 1. de diepte van de erker ten hoogste 1,5 m mag bedragen gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw;
    • 2. de breedte van de erker ten hoogste 50% van de voorgevel van het hoofdgebouw mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van de erkers niet meer mag bedragen dan de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw.
19.2.3 Gebouwen bij een molen

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 19.2.1 en 19.2.2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - molen' de volgende bouwregels:

  • a. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de huidige goot- en bouwhoogte;
  • b. de inhoud bedraagt maximaal de bestaande inhoud;
  • c. aan- en uitbouwen mogen niet worden gebouwd;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 100 m² mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is.
19.2.4 Gebouwen ter plaatse van de aanduiding kantoor

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 19.2.1 en 19.2.2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' dat de goothoogte van gebouwen ten behoeve van. een kantoor ten hoogste 6 m mag bedragen en dat voor de huidige aanwezige oppervlakte aan bijgebouwen volledig vervangende nieuwbouw mag plaatsvinden ten behoeve van een kantoor,

19.2.5 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen met (geheel) open constructie 1,5 m;
  • b. overige erf- en terreinafscheidingen 1 m;
  • c. toegangspoorten 2 m;
  • d. windmolens voor de waterbeheersing 6 m;
  • e. overkappingen 3 m;
  • f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
19.3 Afwijken van de bouwregels
19.3.1 Afwijking vergroting inhoud woning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.1 sub d en toestaan dat de inhoud van een woning maximaal 1.000 m³ mag bedragen met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden en dat alvorens een besluit tot afwijking wordt genomen, een landschapsdeskundige wordt gehoord.

19.3.2 Afwijking oppervlakte bijgebouwen
  • a. bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.2 voor het vergroten van de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 150 m2;
  • b. bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.2 voor het vergroten van de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen waarbij mag de oppervlakte en hoogte van bijgebouwen en overkappingen meer mag bedragen indien:
    • 1. er sprake is van het slopen van bestaande bijgebouwen;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt maximaal 70% van de oppervlakte van gesloopte bijgebouwen;
    • 3. er sprake is van een landschappelijke verbetering;
    • 4. ter onderbouwing hiertoe een inrichtingsplan is ingediend;
    • 5. advies is gevraagd van een landschapsdeskundige;
  • c. in afwijking van sub a mag volledige vervangende nieuwbouw van een of meerdere bijgebouwen plaatsvinden indien aantoonbare sprake is van ruimtelijke verbetering en hiervoor een landschapsdeskundige om advies wordt gevraagd.
19.3.3 Afwijking bijgebouwen hobbyboer

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen uitsluitend ten behoeve van hobbyboeractiviteiten, met dien verstande dat:

  • a. aanvrager minimaal 1 ha grond in beheer heeft;
  • b. de omvang van de activiteiten minimaal 4 nge bedraagt;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 2% van de bijbehorende gronden tot een maximum van 300 m² mag bedragen;
  • d. de aanwezige natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden en de bestaande doorzichten mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • e. de aanvraag is getoetst door een agrarisch deskundige;
  • f. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad.
19.4 Afwijking van de gebruiksregels
19.4.1 Afwijking mantelzorg

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 19.1 in verband met het gebruik van een woning dan wel de daarbij behorende bestaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat het brutovloeroppervlak van bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m² bedraagt.

19.4.2 Afwijking aan huis verbonden bedrijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte maximaal 40% van de brutovloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 200 m2;
  • b. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • c. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf;
  • d. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • e. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
19.4.3 Afwijking paardenbakken

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.1 ten behoeve van het toestaan van paardenbakken, met dien verstande dat:

  • a. de paardenbak binnen het bestemmingsvlak dan wel indien niet mogelijk direct aansluitend aan het bouwvlak dient te worden gerealiseerd;
  • b. de paardenbak wordt achter het verlengde van de voorgevel van de voorste bebouwing gesitueerd;
  • c. in het geval van een slagenverkaveling wordt de lange kant van de paardenbak parallel aan de dichtstbijzijnde verkavelingsloot gesitueerd;
  • d. de paardenbak wordt niet over sloten gesitueerd;
  • e. de oppervlakte van de paardenbak bedraagt maximaal 1.200 m2;
  • f. de afstand van de paardenbak tot woningen van derden dient minimaal 25 m te bedragen;
  • g. lichtmasten bij paardenbakken niet zijn toegestaan;
  • h. de eventueel aanwezige natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden en de bestaande doorzichten mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • i. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
19.4.4 Afwijking Bed & Breakfast

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.1 voor het uitbreiden van de ter plaatse toegestane bed & breakfast voorzieningen, met dien verstande dat:

  • a. maximaal 5 slaapverblijven van elk maximaal 30 m2 voor in totaal maximaal 10 personen zijn toegestaan;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • c. geen onevenredige verkeersbelasting op de omliggende wegen plaatsvindt en voorzien is in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
19.4.5 Afwijking woningsplitsing

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.1 in die zin dat de splitsing van een woning wordt toegestaan, onder de volgende voorwaarden:

  • a. alleen het hoofdgebouw inclusief de (voormalige) deel mag worden gesplitst;
  • b. de te splitsen woning moet een inhoud hebben van ten minste 500 m³;
  • c. de woningen moeten na splitsing elk een inhoud hebben van minimaal 250 m³;
  • d. de bestaande oppervlakte van de woning mag niet worden uitgebreid en de bestaande goot- en nokhoogte mag niet worden vergroot om geen afbreuk te doen aan de bestaande (karakteristieke) bebouwing;
  • e. het oprichten van nieuwe bijgebouwen is niet toegestaan;
  • f. de landschappelijke kernkwaliteiten niet worden aangetast;
  • g. de bebouwing landschappelijk wordt ingepast met beplanting die eigen is aan het landschapstype ter plaatse.