direct naar inhoud van Artikel 14 Sport
Plan: Buitengebied Zederik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0707.BPBuitengebiedZDR-VG02

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege' een manege met paardenbakken is toegestaan;
  • c. maximaal één bedrijfswoning en manege uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege';

alsmede voor:

  • d. een zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';

met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde, tuinen en erven, wegen en fiets, wandel- en ruiterpaden, ongebouwde parkeervoorzieningen en in- en uitritten, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de in artikel 14.1 bedoelde functies, gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen te worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal: 6 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal: 9 m;
  • d. het bebouwingspercentage van het bouwvlak bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage met dien verstande dat voor zover geen bebouwingspercentage is aangegeven, het bouwvlak volledig mag worden bebouwd.
14.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte bedraagt maximaal: 6 m;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal: 10 m;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³ inclusief aan- en uitbouwen dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt dan 750 m³;
  • d. de hoofdmassa van bedrijfswoningen wordt verplicht voorzien van een kap.
14.2.3 Bijgebouwen bij de bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 75 m²;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen.
14.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen met (geheel) open constructie 2 m;
  • b. overige erf- en terreinafscheidingen 1 m;
  • c. toegangspoorten 2 m;
  • d. lichtmasten 9 m;
  • e. straatmeubilair 6 m;
  • f. antennes 5 m;
  • g. tuinmeubilair 2 m;
  • h. zend-/ontvangstinstallatie 40 m;
  • i. overkappingen 3 m;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m.
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.3.1 Inhoud bedrijfswoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.2.1 en toestaan dat de inhoud van de bedrijfswoning maximaal 1.000 m³ mag bedragen met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden en dat alvorens een besluit tot afwijking wordt genomen, een landschapsdeskundige wordt gehoord.

14.3.2 Afwijking goot- en bouwhoogte bedrijfsgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.2.1 voor het verhogen van de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen tot maximaal 8 respectievelijk 11 m, met dien verstande dat:

  • a. de afwijking noodzakelijk is in verband met een doelmatige uitoefening van de ter plaatse gevestigde sportaccommodatie;
  • b. de eventueel aanwezige cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
14.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.1 in verband met het gebruik van een bedrijfswoning dan wel de daarbij behorende bestaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat het bruto vloeroppervlak van bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m² bedraagt.