direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur
Plan: Buitengebied Zederik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0707.BPBuitengebiedZDR-VG02

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwaarden;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de ecologische verbindingszone;
  • c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • d. extensieve dagrecreatie;

met bijbehorende bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen en paden.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Gebouwen zijn niet toegestaan.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 1 m;
  • b. overige bouwwerken geen gebouw zijnde 2 m.
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
11.3.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 11.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het scheuren of frezen van grasland;
  • d. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. andere-werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
  • g. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.
11.3.2 Verlening

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en/of natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

11.3.3 Adviesaanvraag

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijk natuur- en landschapsdeskundige.

11.3.4 Uitzondering

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.