direct naar inhoud van Artikel 32 Algemene afwijkingsregels
Plan: Buitengebied Zederik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0707.BPBuitengebiedZDR-VG01

Artikel 32 Algemene afwijkingsregels

32.1 Afwijking

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd afwijking te verlenen van het bepaalde in het plan voor:

  • a. het realiseren van masten voor mobiele telecommunicatie onder de voorwaarden dat:
    • 1. advieswaarden van de gezondheidsraad in acht genomen te worden.
    • 2. masten alleen worden toegestaan aan bestaande bouwwerken;
    • 3. masten zijn niet toegestaan op gronden met de bestemming Agrarisch met waarden;
    • 4. bij voorkeur uitsluitend masten tot 5 m worden toegestaan in kwetsbare gebieden;
    • 5. er geen visuele aantasting van betekenis aan een monument optreedt;
  • b. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10% voor zover er geen afwijkingsmogelijkheden zijn in het betreffende artikel zelf met uitzondering van maten met betrekking tot het toegelaten grondoppervlak van bouwwerken;
  • c. een grotere bouwhoogte voor bijgebouwen tot maximaal 6 m;
  • d. overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein en voor zover er geen afwijkingsmogelijkheden zijn in het betreffende artikel zelf; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen;
  • e. de bouw van kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwtjes, ten behoeve van nutsvoorzieningen van geringe afmetingen, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, toiletgebouwtjes, wachthuisjes, telefooncellen en gebouwtjes voor opslag, onderhoud en/of beheer, met dien verstande dat de inhoud van een zodanig gebouwtje niet meer dan 50 m3 en de hoogte daarvan niet meer dan 4 m zal bedragen, alsmede voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van nutsvoorzieningen;
  • f. de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de telecommunicatie, met dien verstande dat deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 15 m bedraagt;
  • g. het toevoegen van de aanduiding specifieke vorm van recreatie – 3;
  • h. het bouwen van schuilstallen voor vee en paarden buiten een bouwvlak mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de maximale oppervlakte bedraagt 15 m2;
    • 2. de maximale hoogte bedraagt 2.5 m;
    • 3. er is geen opslag toegestaan;
    • 4. de schuilstal wordt gerealiseerd in de vorm van een overkapping.
32.2 Voorwaarde
  • a. afwijking als bedoeld in artikel 32.1 wordt slechts verleend mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. de sociale veiligheid;
    • 6. landschappelijke waarden;
    • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • b. afwijking als bedoeld in artikel 32.1 onder a, d, e en f wordt voorts slechts verleend indien geen strijdigheid optreedt met het Besluit externe veiligheid buisleidingen en daar waar de locatie waar de afwijking betrekking op heeft samenvalt met de gronden als bedoeld in artikel 20 vooraf advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.