Plan: | Molenpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0703.07YeBPMolenpolder-va01 |
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van het aspect externe veiligheid aan verschillende aspecten aandacht te worden besteed, namelijk:
Wettelijk kader, normstelling en beleid
Een volledige beschrijving van het wettelijk kader, normstelling en het beleid is in verband met het consoliderende karakter achterwege gelaten. Volstaan is met de opsomming in tabel 5.3 met de voor het plangebied relevante wetgeving en beleidsdocumenten.
Tabel 5.3. Wettelijk kader en beleidsdocumenten
aard van de risicobron | relevante wetgeving en/of beleidskader |
risicovolle bedrijven | Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) Beleidsvisie EV provincie Zeeland (2012-2018) |
Wat betreft normstelling, begrippenkader en rekenmethodiek voor het bepalen van de risico's, wordt in het beleidsveld voor externe veiligheid gewerkt met twee begrippen:
Risicovolle bedrijven
Voor risicovolle bedrijven is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) inclusief de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (hierna: de Revi) het toetsingskader. Het besluit geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken.
Plaatsgebonden risico
Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Voor kwetsbare objecten dient de contour van het PR met kans 10-6 per jaar als grenswaarde te worden aangehouden bij het vaststellen van een bestemmingsplan. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de contour van het PR met kans 10-5 per jaar als grenswaarde. De contour van het PR met kans 10-6 per jaar is voor beperkt kwetsbare objecten een richtwaarde waar, mits dat goed wordt onderbouwd, van kan worden afgeweken. Voorts is van belang dat verschillende risicovolle bedrijven onderling op grond van het Bevi niet worden getoetst aan het PR van elk risicovol bedrijf afzonderlijk. Dit wordt gerechtvaardigd doordat risicovolle bedrijven geacht worden om een goede inschatting te maken van risico's die samenhangen met de eigen bedrijfsvoering en activiteiten die in hun omgeving plaatsvinden. Ten aanzien van het bepalen van het GR worden (beperkt) kwetsbare objecten behorende bij risicovolle bedrijven van derden betrokken.
Daarnaast geeft het Bevi definities van kwetsbaar en beperkt kwetsbare objecten. Kwetsbare objecten zijn onder andere bedrijfsgebouwen en verblijfsterreinen waar op enig moment grotere groepen mensen kunnen verblijven. Onder grotere groepen mensen worden volgens de toelichting op het Bevi groepen van 50 personen of meer verstaan. Andere bedrijfsgebouwen, zoals opslagloodsen en kleine werkplaatsen, zijn ingevolge het Bevi aan te merken als beperkt kwetsbare objecten.
Groepsrisico
Het Bevi bevat geen norm voor het GR. Wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht voor het GR indien binnen het invloedsgebied rondom het risicovolle bedrijf (beperkt) kwetsbare aanwezig zijn of mogelijk worden gemaakt. De verantwoordingsplicht geldt dus zowel voor bestaande als nieuwe situaties. Voor het GR geldt enkel een oriënterende waarde waarboven het GR inzichtelijk moet worden gemaakt dan wel moet worden verantwoord.
In navolging van het provinciale beleid, geldt in de gemeente Reimerswaal dat een uitgebreide verantwoording van het GR plaats moet vinden indien:
Een uitgebreide verantwoording van het GR is niet vereist als het enkel (kwetsbaar) object betreft in een nagenoeg maagdelijke omgeving. Het GR is in de referentiesituatie in die gevallen namelijk erg laag, zodat een toename van het GR in die gevallen dan al snel boven de drempel van 10% uitkomt.
Onderzoek
Het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor of door leidingen vindt plaats op een afstand groter dan 700 meter van het plangebied en is hierdoor niet relevant.
Voor het plangebied is alleen het LPG-tankstation relevant.
Truckstation Steketee
LPG-tankstation Truckstation Steketee is gelegen aan de Kreeft 1 op het bedrijventerrein Olzendepolder. Het is een risicovolle inrichting die valt binnen de werkingssfeer van het Bevi. Het is bovendien een risicovolle inrichting waarop de standaard risicobenadering uit de Revi van toepassing is. Dat houdt in dat bij het vaststellen van het nieuwe bestemmingsplan de risicoafstanden en het invloedsgebied zoals genoemd in tabel 1 van de Revi in acht moeten worden genomen. Hierbij is de vergunde jaarlijkse LPG-doorzet bepalend. Deze bedraagt 300 m³.
Plaatsgebonden risico (PR)
Uit bijlage 1 van de Revi volgt dat de maatgevende contour van het plaatsgebonden risico (PR), de contour met kans 10-6 is gelegen op een afstand van 45 m vanaf het vulpunt. Voor het ondergrondse reservoir en de afleverzuil geldt respectievelijk een afstand van 25 en 15 m. Binnen deze contouren zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig. Daarmee wordt voldaan aan de grenswaarde en richtwaarde voor het PR.
Groepsrisico (GR)
Op grond van het Bevi is het verplicht om voor vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan de hoogte van het GR in het invloedsgebied van dit LPG-tankstation inzichtelijk te maken.
Uit bijlage 1 van de Revi volgt dat het invloedsgebied waarbinnen het groepsrisico (GR) moet worden bepaalt reikt tot 150 m rondom het vulpunt.
Voor Truckstation Steketee is een groepsrisicoberekening uitgevoerd met behulp van de LPG groepsrisico berekeningsmodule. Uit de berekening volgt dat het groepsrisico 0,013 x oriënterende waarde. is. Op grond van de provinciale beleidsvisie is derhalve geen uitgebreide verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. De gemeente acht het GR dan ook aanvaardbaar.
Verantwoording GR
In de huidige situatie bestaan geen knelpunten met betrekking tot het bestaande LPG-tankstation voor wat betreft het aspect externe veiligheid.
Conclusie
Externe veiligheid vormt geen belemmering voor het voorliggende bestemmingsplan.