8.3 Afwijken van de bouwregels
8.3.1 Algemene afwijking
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten aanzien van de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte dan wel bouwhoogte, de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens, de maximaal toelaatbare oppervlakte en het aangegeven bebouwingspercentage, met in achtneming van de volgende regels:
-
a. de afwijking bedraagt niet meer dan 15%;
-
b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.3.2 Afhankelijke woonruimte
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.5.2 en worden toegestaan dat voor afhankelijke woonruimte een grotere oppervlakte wordt gerealiseerd, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de maximum oppervlakte voor aan- en/of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag inclusief bijgebouwen in gebruik als afhankelijke woonruimte, niet meer bedragen dan 50% van de gronden buiten het bouwvlak tot een maximum van 100 m² per perceel;
-
b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.3.3 Tijdelijke woongelegenheid
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 ten aanzien van de plaatsing van een tijdelijke woongelegenheid met in achtneming van de volgende regels:
-
a. omgevingsvergunning voor een tijdelijke woongelegenheid wordt alleen verleend bij ingrijpende bouwwerkzaamheden of vervangende nieuwbouw van een bestaande woning en realisering van een nieuwe woning;
-
b. de tijdelijke woongelegenheid wordt geplaatst binnen het bouwvlak of binnen een straal van 30 m achter de naar de weg gerichte grens van het bouwvlak;
-
c. de afstand van een tijdelijke woongelegenheid tot de openbare weg bedraagt niet minder dan 3 m;
-
d. het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan de situering van de tijdelijke woongelegenheid in verband met de bereikbaarheid voor hulpverlenende instanties;
-
e. het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan de situering van de tijdelijke woongelegenheid in verband met de ruimtelijke uitstraling voor de omgeving;
-
f. het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan de aansluiting van de tijdelijke woongelegenheid op de nutsvoorzieningen in verband met de bestaande situatie inzake nutsvoorzieningen en de duur van de plaatsing;
-
g. de tijdelijke woongelegenheid is zodanig gesitueerd dat dit niet leidt tot onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
h. de tijdelijke woongelegenheid is zodanig gesitueerd dat bouwmaterialen en bouwafval op het eigen perceel kunnen worden geplaatst;
-
i. het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor de plaatsing van een tijdelijke woongelegenheid voor de duur van de werkzaamheden tot een maximum van 3 jaar;
-
j. omgevingsvergunning voor een tijdelijke woongelegenheid wordt niet verleend indien sprake is van grootschalige herstructurering van woningen;
-
k. het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning tot afwijken in, indien de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van tijdelijke huisvesting niet meer aanwezig is.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
8.5.1 Kleinschalige detailhandel en of dienstverlening
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.1 voor de uitoefening van kleinschalige detailhandel en/of dienstverlening in de woning en/of aan- of uitbouw, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de woonfunctie blijft in overwegende mate behouden;
-
b. kleinschalige detailhandel is niet groter dan 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 30 m²;
-
c. kleinschalige detailhandel is niet toegestaan in een bijgebouw;
-
d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker;
-
e. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
-
f. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.5.2 Afhankelijke woonruimte
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.1 voor het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg;
-
b. de afhankelijk woonruimte binnen wordt de vigerende regeling inzake bijgebouwen ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²;
-
c. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
d. het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning tot afwijken in, indien de bij het afwijken van de gebruiksregels bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
8.5.3 Opslag van goederen
Met betrekking tot opslag van goederen gelden de volgende regels:
-
a. opslag van goederen is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
-
b. opslag van goederen buiten gebouwen is toegestaan tot een stapelhoogte van 6 m.
8.5.4 Opslag en distributie voor internetverkoop
Met betrekking tot opslag en distributie voor internetverkoop gelden de volgende regels:
-
a. detailhandel vindt in hoofdzaak via internet plaats;
-
b. ter plaatse van opslag en distributie voor internetverkoop vindt in overwegende mate opslag en distributie van goederen plaats;
-
c. de vloeroppervlakte voor het afhalen, afrekenen en uitstallen van producten bedraagt niet meer dan 15% van de vloeroppervlakte van het gebouw, met een maximum van 50 m²;
-
d. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige toename in de parkeerbehoefte.
8.6 Wijzigingsbevoegdheden
8.6.1 Toestaan huisvesting arbeidsmigranten
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd wijzigen ten behoeve van huisvesting door arbeidsmigranten in de vorm van logies, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de huisvesting vindt plaats in een bestaand gebouw;
-
b. het karakter van het gebouw mag niet veranderen;
-
c. er dient sprake te zijn van gebruik door personen die elders hun hoofdverblijf hebben;
-
d. planwijziging wordt niet toegepast binnen een afstand van 250 m van een gebouw in gebruik en/of bestemd voor logies als bedoeld onder k;
-
e. er mag geen sprake zijn van een zodanige verkeersaantrekkende werking die de normale afwikkeling van het verkeer nadelig beïnvloedt, dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte leidt;
-
f. wijziging mag worden toegepast indien er geen milieuhygiënische belemmeringen zijn, zoals nabijgelegen bedrijven;
-
g. wijziging mag niet leiden tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkel mogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
-
h. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
-
i. de gebouwde voorziening voldoet aan de eisen van de betreffende gemeentelijke verordening, het bouwbesluit of andere van toepassing zijnde regelgeving alsmede aan het SKIA-keurmerk en/of aan de volgende voorwaarden:
-
1. beschikbaar bewoonbaar vloeroppervlakte per persoon ten minste 12 m² als bedoeld in de bouwverordening;
-
2. voldoende privacy;
-
3. toereikende sanitaire voorzieningen;
-
4. toereikende verwarming;
-
5. keukenvoorzieningen;
-
6. toereikende brandveiligheidssituatie;
-
j. ongeacht het vorenstaande mogen in geen geval meer dan 4 personen worden gehuisvest;
-
k. in het wijzigingsplan worden de volgende bepalingen opgenomen:
'Artikel A Bestemmingsomschrijving
Ter plaatse van het perceel …. zijn de gronden tevens bestemd voor logies ten behoeve van arbeidsmigranten.
Artikel B Specifieke gebruiksregel
Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:
ter plaatse van het in Artikel A bedoelde perceel zijn logies toegestaan voor ten hoogste … arbeidsmigranten.'
8.6.2 Beëindiging huisvesting arbeidsmigranten
Burgemeester en wethouders kunnen het bepaalde in het wijzigingsplan als bedoeld in lid 8.6.1 onder k te schrappen, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover het gebruik overeenkomstig de aanduiding voor de duur van ten minste 2 jaar aaneengesloten is onderbroken of zoveel eerder als met belanghebbenden is overeengekomen;
-
b. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.
8.6.3 Bestemming Wonen
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. wijziging leidt tot behoud en/of versterking van de ruimtelijk-stedenbouwkundige structuur;
-
b. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
-
c. de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte wordt bepaald op niet meer dan 6 m;
-
d. in de toelichting van het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
-
e. vóóraf wordt inzicht gegeven in:
-
1. de bodemhygiëne;
-
2. externe veiligheid;
-
3. wegverkeerslawaai;
-
4. spoorweglawaai;
-
5. de luchtkwaliteit;
-
6. ecologische waarden.
8.6.4 Toestaan bijzondere woonvorm
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd wijzigen ten behoeve van bijzondere woonvormen, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen, en in de omgeving;
-
b. de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen;
-
c. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;
-
d. in het wijzigingsplan wordt:
-
1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm' opgenomen;
-
2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
8.6.5 Beëindiging bijzondere woonvorm
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm' verwijderen, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover het gebruik overeenkomstig de aanduiding voor de duur van ten minste 2 jaar aaneengesloten is onderbroken of zoveel eerder als met belanghebbenden is overeengekomen;
-
b. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.
8.6.6 Wro-zone-wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied' wijzigen in de bestemmingen Groen, Tuin, Verkeer en Wonen, met in achtneming van de volgende regels:
-
a. in het wijzigingsplan mogen de bestemmingen Groen, Tuin, Verkeer en Wonen worden opgenomen;
-
b. ontsluiting vindt plaats op de Scoudestraat;
-
c. voorzien wordt in niet minder dan 100 m³ waterberging;
-
d. planwijziging leidt tot behoud en/of versterking van de ruimtelijk-stedebouwkundige structuur, waaronder in ieder geval wordt verstaan dat de bebouwing zo gesitueerd dient te worden dat de samenhang van het bebouwingspatroon niet wordt aangetast en dat op termijn herontwikkeling van het omliggende gebied mogelijk is;
-
e. voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend grondgebonden worden gebouwd;
-
2. hoofdgebouwen worden vrijstaan, twee- aaneen, of aaneengebouwd;
-
3. het aantal wooneenheden mag niet meer dan 10 bedragen;
-
4. hoofdgebouwen grenzend aan de Scoudestraat worden voorzien van niet minder dan 10 m diepe voortuinen;
-
5. de maximale goothoogte of boeibordhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m;
-
6. de maximale bouwhoogte hoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 10 m;
-
7. een omgevingsvergunning voor het bouwen van een vrijstaand of twee-aaneengebouwd hoofdgebouw wordt slechts verleend, indien vaststaat dat per wooneenheid minimaal 2 parkeerplaatsen wordt gerealiseerd, waarvan minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein;
-
8. een omgevingsvergunning voor het bouwen van een aaneengebouwd hoofdgebouw wordt slechts verleend, indien vaststaat dat per wooneenheid minimaal 1,6 parkeerplaats wordt gerealiseerd in de openbare ruimte in het wijzigingsgebied of langs de Scoudestraat ter plaatse van de westgrens van het wijzigingsgebied;
-
f. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
g. in de toelichting van het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
-
h. vóóraf wordt inzicht gegeven in:
-
1. de bodemhygiëne;
-
2. externe veiligheid;
-
3. wegverkeerslawaai;
-
4. spoorweglawaai;
-
5. de luchtkwaliteit;
-
6. ecologische waarden.