11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Uitbreiden bouwvlak
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten aanzien van de maximum oppervlakte van het bouwvlak, met in achtneming van de volgende regels:
-
a. het bouwvlak mag uitsluitend aan de achterzijde worden vergroot;
-
b. de oppervlakte van het bouwvlak wordt met niet meer dan 20% vergroot;
-
c. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.3.2 Algemene afwijking van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten aanzien van de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte dan wel bouwhoogte, de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens, de maximaal toelaatbare oppervlakte en het aangegeven bebouwingspercentage, met in achtneming van de volgende regels:
-
a. de afwijking bedraagt niet meer dan 15%;
-
b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.4 Wijzigingsbevoegdheid
11.4.1 Bestemming Detailhandel
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Maatschappelijk, ongeacht of deze bestemming is voorzien van een aanduiding, wijzigen in de bestemming Detailhandel, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. wijziging leidt tot behoud en/of versterking van de ruimtelijk-stedenbouwkundige structuur;
-
b. wijziging betreft geen zodanige verkeersaantrekkende activiteiten dat deze kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
-
c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
-
d. de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte wordt bepaald op niet meer dan 6 m;
-
e. verkoopvloeroppervlakte wordt alleen gerealiseerd op de begane grond;
-
f. in de toelichting van het wijzigingsplan wordt aangetoond dat de distributieve-planologische structuur binnen de kern niet onevenredig wordt aangetast;
-
g. in de toelichting van het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
-
h. vooraf wordt inzicht verkregen in de bodemhygiëne.
11.4.2 Bestemming Kantoor
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Maatschappelijk, ongeacht of deze bestemming is voorzien van een aanduiding, voorzien van de aanduiding 'kantoor', met inachtneming van de volgende regels:
-
a. wijziging leidt tot behoud en/of versterking van de ruimtelijk-stedenbouwkundige structuur;
-
b. wijziging betreft geen zodanige verkeersaantrekkende activiteiten dat deze kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
-
c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
-
d. de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte wordt bepaald op niet meer dan 6 m;
-
e. het maximaal toelaatbare bruto kantoorvloeroppervlak wordt bepaald op niet meer dan 200 m²;
-
f. in de toelichting van het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
-
g. vooraf wordt inzicht verkregen in de bodemhygiëne;
-
h. in het wijzigingsplan wordt:
-
1. de aanduiding 'kantoor' opgenomen;
-
2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn gronden tevens bestemd voor kantoor en het wonen in een woning al dan niet met aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten een bijzondere woonvorm' opgenomen.
11.4.3 Bestemming Wonen
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Maatschappelijk, ongeacht of deze bestemming is voorzien van een aanduiding, wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. wijziging leidt tot behoud en/of versterking van de ruimtelijk-stedenbouwkundige structuur;
-
b. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
-
c. de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte wordt bepaald op niet meer dan 6 m;
-
d. in de toelichting van het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
-
e. vóóraf wordt inzicht gegeven in:
-
1. de bodemhygiëne;
-
2. externe veiligheid;
-
3. wegverkeerslawaai;
-
4. spoorweglawaai;
-
5. de luchtkwaliteit;
-
6. ecologische waarden.